Het was op zaterdag 20 oktober al de vijfde maal dat Ramblin Roots in TivoliVredenburg werd georganiseerd. De eerste keer in 2014 waren we erbij, maar de edities daarna lieten we telkens aan ons voorbij gaan. Geen uitnodigende affiche of geen tijd. Maar maar deze jubileum editie viel alles weer op zijn plaats: een prachtige line-up en tijd! En we werden niet teleurgesteld.
Voor nieuwe held Garrett T. Capps ging het allemaal snel na de recensie van zijn twee prachtplaten op deze site. Nadat de dubbelbespreking van In The Shadows (Again) en Y Los Lonely Hipsters in juni online ging, kreeg hij nog dezelfde dag een uitnodiging om op het festival TakeRoot in Groningen te komen spelen. Sedate Bookings regelde een tournee die hem ook naar Ramblin’ Roots bracht en Sonic Rendezvous zorgde voor de distributie van zijn laatste album. Capps genoot van zijn eerste kennismaking met Europa als artiest. De hele avond was hij in de diverse zalen te vinden tijdens optredens van collega’s. Capps houdt van diverse stijlen. Die twee toch heel verschillende platen nam hij ook op met verschillende bands. Hij was in Utrecht overigens met alweer een andere formatie. Met The Three Timers (bas, drums, gitaar) aan zijn zijde bracht hij muziek waarmee je elke honky tonk op stelten zet. En ja, met Give Back The Key To My Heart deed hij ook een nummer van Doug Sahm. Van diens ijzersterke plaat Texas Rock For Country Rollers uit 1976. Naast natuurlijk eigen nummers van beide platen. Zoals het prachtige titelnummer van In The Shadows (Again) en tot besluit Born In San Antone. Niet alle snaren overleefden het wilde einde. Capps werkt aan twee nieuwe platen. Eentje met The Three Timers en eentje met Nasa Country.
Als ergens het verschil duidelijk werd tussen een extravert en een introvert persoon, dan was het wel bij het optreden van Levi Parham en Chris Blevins in de foyer bij de Pandora zaal. De eerste, duidelijk op zijn gemak, verteld honderduit over het avonturen en had het publiek op zijn hand tijdens licht swingende songs als Boxmeer Blues en Leaving Milano. Blevins speelde zijn liedjes in zichzelf gekeerd. Best mooi, maar een ‘performer’ is het niet.
Rayland Baxter is de zoon van een befaamd pedal steelspeler, Bucky Baxter, die te horen is op album van Dylan van Ryan Adams. Een steelgitaar had de jonge, pornosnor-dragende Baxter niet meegenomen. Wel een drummer en een bassist, voorgesteld als Chip en Barney, die zodanig op het podium stonden opgesteld dat iedereen elkaar kon zien. Dat was ook nodig want er werd behoorlijk geïmproviseerd. Daardoor kregen de poppy songs die op albums als Imaginary Man en Wide Awake staan, een behoorlijk stevige rockuitvoering. Een beetje vreemd misschien maar wel erg lekker.
Californiër David Luning had zijn vaste bassist Ben Dubin meegenomen. Voor een eerste kennismaking was dat ook genoeg, want zelfs in deze kale bezetting overtuigde Luning (‘In the States it’s pronounced Luhning’) volledig. Luning zingt uiterst gemakkelijk, heeft het publiek al in het tweede nummer in zijn zak zitten en heeft in Dubin (staande bas, voetdrum en ondersteunende zang) een perfecte strijdmakker. Hij wisselt makkelijk tussen meezingbare drankliederen (More Beer, Whiskey Bottle) en gevoelige songs als Bed Of Roses en Be Like Gold. Bij die laatste liedjes kun je in het publiek een speld horen vallen. Uitsmijter van dit prima optreden is Ain’t Life A Beautiful Thing waarin Luning en Durbin een waar harmonica-duel aangaan.
Het is een genot om BJ Barham op een podium te zien staan. Wat een overgave! Hij schrijft prachtige liedjes over dat hij een slachtoffer is van rock-’n-roll en bij de optredens kun je vaststellen dat daar geen woord van gelogen is. Hij trekt scheve bekken en dat is in zijn geval nu eens niet louter pose. Nee, Barham kruipt in zijn liedjes en wil ze er op de best mogelijke wijze uitknallen. Zijn stem reikt tot in alle hoeken van de zaal. De rock-’n-roll komt uit zijn tenen. Het moet eruit. Met een kop als een wielrenner die net niet bij de kopgroep kan aansluiten, strijdt hij en van opgave wil hij niet weten. Stoer blijven doorgaan. Amerika is een land van dolende zielen, daar gaan al die liedjes over. Zelf leek hij ook even zoekende. Maar met de vernieuwde bezetting van American Aquarium is Barham helemaal thuisgekomen. Steelgitarist Adam Kurtz kreeg alle ruimte om de plaats in de eredivisie van de altcountry die deze band al heel lang bezit te onderstrepen.
Het optreden van The White Buffalo is misschien wel de grootste verrassing van Ramblin Roots. Achter de in onze contreien nog niet zo bekende, maar toch al een jaar of 20 actieve The White Buffalo gaat de Amerikaanse zanger/gitarist/liedjesschrijver Jake Smith schuil. Smith wordt vanavond bijgestaan door bassist Christopher Hoffee en drummer Matt Lynott. De laatste wordt door Smith aangeduid, en niet ten onrechte, als een ‘motherfucking machine’. Wat een drummer! Maar ook de prachtige basloopjes van Hoffe verdienen vermelding. En dan The White Buffalo zelf: hij gromt, hij springt, hij brult, hij zingt fantastisch. Klassieke, moddervette americana, zo lusten we er wel pap van.
Otis Gibbs kreeg de hele zaal aan het lachen. Niet één keer, nee tussen al die liedjes had hij geweldige verhalen te vertellen. Bijna net zo mooi als de verhalen in zijn liedjes. Daarbij moest je toch echt aan Townes Van Zandt denken. En ook aan Jerry Jeff Walker, omdat die stem van Gibbs daar het meest aan doet denken. En behalve indrukwekkende liedjes als Sputnik Monroe, het waargebeurde verhaal van een worstelaar die eind jaren vijftig eiste dat blank en zwart door elkaar zouden zitten tijdens zijn wedstrijden in Memphis, waren er dus die vertelsels als Gibbs even moest stemmen. Zo zat hij in Frankfurt buiten op een bankje te lezen toen hij een jonge vrouw met camera op zich zag afkomen. Bleek dat ze bezig was met een reportage over daklozen. Verder vertelde hij dat hij in Utrecht ontdekte dat zijn gitaarband verdwenen was uit zijn koffer. Ja, hij had even niet opgelet toen de beveiligingsmedewerkers op het vliegveld in Amerika zijn koffer doorzochten. Stom natuurlijk. Gelukkig was er exemplaar gekomen van de band America, die zaterdag ook in Vredenburg stond, een concert dat overigens geen deel uitmaakte van Ramblin’ Roots. Zodat Gibbs zichzelf had horen zeggen: Thank you America…
Gibbs deed aan het einde van zijn concert de aanbeveling om vooral bij Grant Peeples te gaan kijken. Die imponeerde eerder dit jaar met het album Settling Scores Vol. II (zie recensie). Peeples, die voor het eerst in Europa was, is een geweldige songschrijver die pas op latere leeftijd zijn eigen liedjes serieus nam. Hij had geen enkele moeite om de aandacht vast te houden met zijn materiaal. Hij mag dan knauwen als Johnny Dowd, hij heeft zinnige dingen te zeggen en neemt stelling tegen het Amerika van Trump.
Bij het duo The Goon Mat & Lord Bernardo komen we in boogie wonderland terecht. Want dat is waar de twee Walen voor zijn gekomen: boogieën. The Goon Mat zingt en speelt tegelijkertijd slidegitaar en drums. Lord Bernardo beperkt zich tot uitzinnig harmonicaspelen. Brillen beslaan en het collectieve zweet vormt plasjes op de vloer. Of we maar willen jumpen. Daar wordt door de helft van de toeschouwers aan voldaan. Aan het commando van het volgende deel van de 50 minuten durende boogiejam, een song getiteld Take Of Your Clothes, wordt dan helaas geen gevolg gegeven.
Na een paar standaard-rocknummers van Alejandro Escovedo aanschouwd te hebben, vergde de avond een andere afsluiter. Pieta Brown uit Ohio laat zich op de kleine toernee door de Lage Landen, en dus ook op Ramblin Roots begeleiden door de Australische singer-songwriter Lucie Thorne. Brown speelt akoestische gitaar en Thorne een electrische. Kalm klinken de breekbare songs van Brown door de Cloud 9-zaal. Thorne mag ook een prachtig nummer ten gehore brengen. Ondertussen wordt bij het optreden van Alejandro Escovedo How Gelb op het toneel genood. Hij komt niet, want hij zit ineens bij Brown en Thorne achter de piano. Er wordt even overlegd: wat spelen we en in welke toonsoort. Twee liedjes, het dromerige Going Back To Rosine en de John Prine-cover The Speed Of The Sound Of Loneliness. Mooi optreden om kalm de nacht in te gaan.
Tekst: John Gjaltema en Hugo Vogel
foto’s: Gerrie van Barneveld en Hugo Vogel
22/10/2018 Permalink
En van de inbreng van ‘iets’ dichterbij mag het uurtje JW Roy & The Royal Family ook nog even onder de aandacht gebracht worden, vind ik. Dat was namelijk eveneens verre van verkeerd! En het was met Capps; Luning; White Buffalo; Escovedo én Roy zeker een geslaagde editie.