‘I’m moving into another, bigger arena.’ Het zijn Clarks eigen woorden ontleend aan de pers-bio die No Other begeleidde. En hoe waar waren die woorden. Gene Clark kende als solo-artiest geen grote commerciële successen. In 1969, kort nadat Clark ‘Eight Miles High’ schreef, verliet hij The Byrds vanwege nota bene vliegangst. Clark hield echter zowel manager als platenlabel CBS aan. Deze laatsten waren er dan ook verantwoordelijk voor dat Clarks werkelijk geniale solodebuut, Gene Clark With The Gosdin Brothers, op dezelfde dag in januari 1967 verscheen als The Byrds’ Younger Than Yesterday, elkaar daarmee onnodige concurrentie bezorgend. Een jaar later stapte Clark over naar A&M Records, oriënteerde zich meer op country en bluegrass en vond in banjospeler Doug Dillard een vriend en gelijke geest. Het resulteerde in twee fraaie countryrock-lp’s – regelrechte klassiekers: The Fantastic Expedition Of Dillard & Clark en Through The Morning, Through The Night. In december ’69 was Clark weer alleen en hoewel hij flirtte met zowel The Byrds als The Flying Burrito Brothers, bereidde hij zich in de bossen in Noord-Californië voor op de opnamen van zijn tweede solo-lp, het in augustus ‘70 bij A&M uitgebrachte Gene Clark/White Light. Clarks volgende plaat voor A&M werd door het label geweigerd en dus moest Clark andermaal op zoek naar een nieuw label. Dankzij de Byrds-reünie van 1972 debuteerde Clark als solo-artiest bij Asylum Records, dan hét countryrock-label. Drie jaar na White Light maakte Gene Clark met No Other een nieuwe start die hem naar tot dan toe onbekend terrein voerde en die hem de poorten van de barokke pop deed betreden. No Other is niets minder dan Clarks flirt met de glamrock; het Californische antwoord op de Bowie’s en Bolans van de wereld. Stille getuige hiervan is de afbeelding van Clark op de platenhoes – ontworpen door Marlene Dietrichs kleinzoon – : een broek met jurkachtige pijpen, nogal vrouwelijke haardracht en ogen zwaar aangezet met eyeliner. Hoes en muziek zorgden voor tweedracht en twijfel: waar was de vertrouwde Clark? Opener Life’s Greatest Fool loopt nog keurig in de pas met de verwachtingen, maar in het titelnummer wordt de sfeer bepaald door een ronkende synthesizer en vanaf dat moment is het bombast en grandeur. De kamerbrede productie van Thomas Jefferson Kaye, het inzetten van een batterij aan topmuzikanten en de consumptie van karrenvrachten cocaïne doet No Other sterk afwijken van Clarks doorgaans sobere en emotierijke platen, maar is daarmee deze verandering, dit experiment, een mislukking? Nee. Opgetuigd met gospelkoortjes, allerhande keyboards en een half dozijn gitaristen is No Other een mijlpaal in Clarks oeuvre. Deze naar mijn smaak evenwichtige mix van orkestrale pop en countryrock, echter niet gespeend van grootheidswaan en een door cocaïne opgeblazen zelfbeeld, is boeiend van begin tot eind en is een bonte aaneenschakeling van hoogtepunten. Naast relatief ingetogen en bekend aanvoelende songs zijn het toch de tot epische proporties opgeblazen composities die de kroon spannen. Strength Of Strings, From A Silver Phial en Some Misunderstanding zijn en blijven soevereine meesterproeven. Met het decadente en weelderige No Other toont Gene Clark opnieuw aan over durf en uitzonderlijke creativiteit te beschikken, No Other bewijst het gelijk van de visionaire singer-songwriter die Clark toentertijd was. No Other was – hoewel grotesk – de uiteindelijke optelsom van een unieke carrière die Gene Clark tot één van de grootsten bestempelde. Gene Clark heeft de artistieke triomf van No Other nimmer geëvenaard. Hoewel een cult-hero, Clarks verdere leven speelde zich in de marge af met nauwelijks herkenning van zijn grootheid. Op 24 mei 1991 werd Gene Clark, 46 jaar oud, dood gevonden in zijn woning in Sherman Oaks, Californië.
Life’s Greatest Fool / Silver Raven / No Other / Strength Of Strings / From A Silver Phial / Some Misunderstanding / The True One / Lady Of The North
24/01/2022 Permalink
Hieronder Leland Sklar over No Other, wat hij zelf als een van zijn finest hours beschouwd en over de papagaai van Joe Lala en waarom Gene Clark Joe Cocker te lijf wilde gaan.