De eigenwijze dondersteen Lydia Loveless heeft ongetwijfeld wat butsen opgelopen sinds haar vorige album Indestructible Machine (zie recensie). Een beetje ouder is ze. Een beetje wijzer ook. Ze weet wat het is om op haar bek te gaan. Onverwoestbaar? Dat niet. Onbeschaamd? Dat nog wel. Ze doet op Somewhere Else (Bloodshot Records/Bertus) weer verslag van haar turbulente leventje. Onverbloemd. ‘Don’t stop giving me head’, schreeuwt ze uit op Head. Het gaat vaak over seks bij deze jongedame uit Columbus, Ohio. Dat onderwerp is niet een verplicht nummertje voor haar. De manier waarop ze haar passie en frustratie uit is overdonderend. Het is de basis van rock-‘n-roll, muziek vanuit de heupen. Somewhere Else rockt hard. Wederom opgenomen met haar eigen band met daarin gitarist Todd May. Direct vanaf opener Really Wanna See You krijg je zin in het leven. Het volgende nummer is Wine Lips en dat had van Lone Justice kunnen zijn. Stond op de vorige plaat een nummer met de titel Steve Earle, deze keer heeft ze iets geschreven over Chris Isaak. Op de hoes staat trouwens Chris Issak en op haar website Chris Isaac. Afijn, ze zingt dat ze als 17-jarige wild was van Chris en dat ze in die tijd het liefst haar hoofd in diens kont had gestoken. Ze gebruikt het om duidelijk te maken dat ze die overgave aan haar lusten, die energie, niet graag kwijt wil raken. Ondertussen zingt ze de hele plaat als een losgeslagen Stevie Nicks. Dus ja, ze gaat haar eigen weg, deze Lydia Loveless. Na negen overdonderende eigen nummers eindigt ze met de cover They Don’t Know van de betreurde Kirsty MacColl.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie