Wat een goed team is dit zeg: de jonge singer-songriter Kasey Anderson en de gelouterde producer en gitarist Eric Ambel. Anderson is zo’n city-slacker van de Amerikaanse noordwestkust, die het blowen en rondhangen in Bellingham, Washington zat was en naar Portland, Oregon trok. Hij verhaalt daarover in de introspectieve opener van Nowhere Nights (Blue Rose/Sonic Rendezvous), Bellingham Blues. Anderson heeft een diep gravel-achtig stemgeluid dat sterkt lijkt op dat van Steve Earle toen die nog wat jonger was. Een schitterende ballad als Home doet in dat opzicht weinig onder voor Earle’s magnifieke Ft. Worth Blues. De Ambel-dimensie daarentegen komt goed tot zijn recht in de rammelende rootsrock-sound waarop deze een patent heeft. Twangende, scheurende en boogiënde elektrische gitaren spelen in dat verhaal een elementaire rol, zo ook op lekkere beukers als All Lit Up en Torn Apart. De jongensachtige Anderson maakt op mij vooral met zijn spannende, gloeiende gitaarballads een stevige indruk. Resumerend: Kasey Anderson heeft met Nowhere Nights een sterke, zelfverzekerde plaat – zijn vijfde alweer als ik het goed heb – afgeleverd.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie