Het album dat ik in 2016 waarschijnlijk het vaakst beluisterd heb is het titelloze debuut van Alex Dezen. U snapt, dat is een even mooi als intrigerend album. Waarom heb ik daar dan niet eerder over heb geschreven? Een vier- of vijf-sterren recensie bij voorbeeld. Tsja, daar zijn een paar redenen voor. Allereerst, is het wel americana? Daar kun je over discussiëren. De nummers van Dezen zijn nu eens meer poprock a la Fleetwood Mac en dan weer ingetogen gitaarliedjes, maar dan wel met een americana-inslag. Dat zou me dus niet weerhouden moeten hebben. Maar ik vond ook telkens de woorden niet om het album van deze Amerikaanse singer-songwriter recht te doen. Dat overkomt me soms bij albums die ik erg goed vind. Begin deze maand verscheen echter alweer de opvolger: Alex Dezen II. Wederom zeer de moeite waard. Nu moet u er dus aan geloven.
Eerst maar iets over Dezen. De man was ook de spil van The Damnwells, een indierock band uit New York. Min of meer vast drummer daarvan was Stephen Terry, die ook op Strangers Almanac van Whiskeytown achter de drumkit zat. Maar goed, Dezen heeft na het uit 2015 stammende titelloze laatste album van The Damnwells de stekker eruit getrokken en zich volledig geconcentreerd op een solocarrière.
Wat me zo ontzettend aantrekt aan het werk van Dezen is het volgende. Ten eerste; bijna al zijn nummers hebben een pakkende melodie. Of het nu gaat om ballads of meer uptempo nummers. Het is zonder uitzondering zeer melodieus and catchy. Meezingbaar to the core. Ten tweede heeft Dezen een heerlijke stem. Niet eens zo onwaarschijnlijk bijzonder. Geen mooizanger of zo, maar een stem die uitermate geschikt voor het materiaal dat hij zingt. En tot slotte de teksten. Bij nieuwe muziek let ik met name op de melodieën, maar bij Dezen vielen de teksten me ook meteen op. Hij gebruikt in zijn nummers een hele directe stijl. Hij verbloemt niets en houdt de teksten heel dicht bij wat hij zelf meemaakt. Zo’n titel If You Can Say “I Love You” On A Greeting Card, How Can It Be True, dat vind ik fantastisch. Het nummer gaat over het huwelijk van zijn ouders en dan met name over de rol van zijn vader. Dat het muzikantendom geen vetpot is moge blijken uit This Is The Last Song I’ll Ever Write On This Guitar waarin Dezen uitlegt dat hij zijn Martin D35 uit 1971 verkoopt omdat hij hem zich niet meer kan veroorloven. Het vaderthema komt ook in het nieuwe album terug, zowel in I Had A Band als in The Boys Of Bummer. Op het nieuwe album staat een nummer getiteld I’m A Racist, waarin Dezen de ongemakkelijke waarheid onder ogen komt dat hij eigenlijk een racist is. Dat hij waardevolle spullen verstopt als hij een buitenlandse werkster over de vloer krijgt. En dat hij dan bij thuiskomst een briefje van 100 dollar op de bank aantreft met een briefje erbij dat zij dit onder het bed gevonden heeft. Au! Maar zo is hij opgevoed in het moderne Amerika. Hij ziet het onder ogen en geeft hij aan dat hij zo niet wil zijn, hij probeert te veranderen. Daar moet het namelijk beginnen, bij jezelf. Misschien wel een goede gedachte, zo met de verkiezingen op komst.
Hoe dan ook, beide albums (te koop in de webstore van Dezen) zijn de moeite meer dan waard. En dat maakt dat ik u attent wilde maken op deze artiest die totnutoe onder de radar bleef.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie