Country met een fikse dosis opgejaagde energie staat er op The Native (State Fair Records) van de Texaanse band Vandoliers. Een spetterende gitaar en een fiddle leiden ons langs Bluebonnet Highway. Op Rolling Out mengen blazers zich ertussen. De band rolt Dallas/Fort Worth uit en de Mexicaanse yell op het eind van het nummer maakt wel duidelijk welke kant ze op gaan. Het is cowpunk met randjes hardrock en dat klinkt schel als een trompet. Dat is leuk, want daarmee roept Vandoliers een heel rijtje bands uit de jaren tachtig in herinnering: Rave-Ups, Rank and File, Scruffy the Cat en misschien wel vooral Walk The West. Op Endless Summer schreeuwen ze de longen uit hun lijf. Een rebel yell in combinatie met een portie wanderlust. Quick To Fire doet het met accordeon, trompet en Mexicaanse gitaar en dus wordt er tequila geschonken. Op Juke Joint Lover vindt een cowboy met liefdesverdriet zich terug bij het neonlicht. Op Pantego staat whisky op tafel. Een fiddle brengt ons naar de saloon. Daar staan ze te schreeuwen met kapotte stem, terwijl zelfs de gitaar schel knettert. Op The Red Dress begint op te vallen dat voor Vandoliers wel het gevaar dreigt dat ze wat cartoonesk uit de bocht vliegen, maar dat hoort misschien ook wel bij het genre. Een Rain Dance brengt ons bij het titelnummer, dat een ode is aan de staat Texas. Terecht, want waar anders kun je je zo verliezen in de combinatie van punk en country. Die samensmelting van heel diverse muziekstromingen is wat Texaanse muziek zo interessant kan maken. Een fiddle slingert als een lasso boven Welcome Home, waarvan de new wave country mede de vergelijking opriep met dat rijtje namen uit de jaren tachtig. Lekker plaatje voor de zaterdagavond, zoveel is zeker.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie