Drie jaar geleden schreven we over Cary Morin in de rubriek roundup. Het ging toen over From The Cradle To The Grave. De titel When I Rise (Continental Song City) is dan een mooi vervolg. Die wederopstanding vond overigens al weer een tijdje geleden plaats. Op zijn website staat dat deze plaat van 2018 is, maar in Nederland werd het vorig jaar uitgebracht. Hoe dan ook, de man heeft al weer iets nieuws op stapel staan ook. Later deze zomer komt Dockside Saints uit, maar hier richten we nog even de aandacht op When I Rise. Het titelnummer waarmee Morin aftrapt is heel mooi en diep opgenomen. Die diepte vind je ook in de sfeer. De countryblues is spiritueel zonder zweverig te worden, schreef ik destijds. Dat is niet veranderd. Op Let Me Hear The Music doet hij me wat denken aan Ted Hawkins. Een nummer met klarinet. Van de twaalf nummers zijn er twee een cover. Dire Wolf is van Robert Hunter en Jerry Garcia, het instrumentale Little Martha van Duane Allman. Lay Baby Lay heeft een jazzy cowboysfeer. Naast het uitstekende gitaarspel van Morin zingt hij hier ook nog eens bijna net zo goed als Lyle Lovett. Op Carmela Marie hoor je dan iets van Little Feat doorklinken. Morin is een musicus die zijn eigen weg gaat, maar de wortels van het rootsgenre ook graag blootlegt. En die roots zijn diep gelegen in Amerikaanse grond, iets wat je ook kunt verwachten van iemand die afstamt van de oorspronkelijke bewoners van het continent.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie