Na vorig jaar locaties in de binnenstad als basis te hebben gehad was TakeRoot festival voor haar 24ste editie weer terug in de vertrouwde (al sedert 2007) omgeving van de Oosterpoort.
Zes podia; 24 acts. En ook: 3.200 ‘man’ publiek. Uitverkocht! En dat was merkbaar, want door deze toeloop was het bereiken van de kleinere podia (Basement; Attic; Binnenzaal) er best een van tijdig in de rij staan waardoor er dus minder tijd resteerde om andere optredens volledig tot je te nemen; of ook: de inwendige mens te versterken. Of dit daadwerkelijk een probleem was is weer een ander verhaal, het was dan wel druk, maar gezellig was het ook: geen onvertogen woord opgetekend. Ook niet over de line-up, overigens. Uiteraard zijn het de smaken die verschillen, maar de organisatie had een divers palet aan stijlen uit het brede americana-aanbod (en daarbuiten) op het affiche weten te krijgen. Vreemde eenden in de bijt? Zeker, want Courtney Barnett verwacht je niet snel tussen acts als Watchhouse; Chris Thile; The Cowboy Junkies of Joshua Hedley. Het detoneerde echter niet. Sterker, het was mogelijk mede een oorzaak voor opvallend veel jongelingen tussen het publiek. Niks mis mee. TakeRoot beweegt met de tijd mee, en dat dus al 24 edities lang.
Watchhouse
Emily Frantz en Andrew Marlin kenden we dus al als Mandolin Orange; na zes albums bleek het blijkbaar tijd om van naam te veranderen. Mandolin Orange werd dus Watchhouse en in augustus 2021 zag dan ook het debuut onder die naam het levenslicht. Wellicht mede een reden om ze voor deze 24ste Take Root- editie te programmeren; als begin- act in de kleine zaal. En dat was geen verkeerde keuze, want de echtelieden Frantz en Marlin waren voor dit optreden tot een kwartet gepromoveerd. En waar optredens als Mandolin Orange in het verleden wel mooi waren, vlak was het soms ook. Deze keer daarentegen niet, want dit openingsuurtje was er werkelijk een van hoog niveau. Qua songkeuze en afwisseling, maar zeker qua zang & muzikaliteit. Prima start!
Gregory Alan Isakov
Op weg naar de grote zaal om daar Gregory Alan Isakov te zien, dat betekende iets eerder opstappen bij Watchhouse en zo en passant nog even een flard Neal Francis in de Foyer meekrijgen. En dat gaf direct een eerste gevoel van twijfel: in de Foyer blijven of toch trouw het vooraf gemaakte spoorboekje volgen, want die Neal Francis: het klonk veelbelovend. Toch de grote zaal maar binnen gewurmd voor Isakov. Niet solo, of in een trio-bezetting, maar deze keer met full band met naast de frontman ook Steven Varney (diverse snaren & keys); Joshua Bows (viool) en John Grigsby (bas) & Maxwell Barcelow (drums) als -zo bleek- strakke ritmesectie. En Isakov stelde niet teleur. Soms klein, maar ook bijtijds stevig doch verstaanbaar. Mooie lichtshow ook, maar het gaat om de muziek en de slotconclusie is dat Isakov met band zeker verteerbaar is, maar ook dat een Isakov in een kleinere bezetting toch ook niet te versmaden is.
Aoife O’Donovan
Aoife O’Donovan corrigeert, met een glimlach, presentator Hubert van Hoof: haar naam spreek je uit als Ieffa, niet Effa. Het is ook niet eenvoudig voor de gemiddelde Nederlander, die schijnbaar willekeurige volgorde van klinkers waaruit de voornaam van deze Amerikaanse singer/songwriter met Ierse roots bestaat. O’Donovan laat zich vanavond begeleiden door een drummer en een bassist en een door gitariste Isa Burke (die ook deel uitmaakt van de folkrockband Lula Wiles). Burke valt ook op door de prachtige tweede stem waarmee ze O’Donovan ondersteunt. Ja, en die heeft zelf ook al zo’n mooie stem. Er viel dan ook veel te genieten voor de liefhebbers van de beter gezongen folk. Het zwaartepunt van de set lag op de nummers van het eerder dit jaar verschenen Age Of Apathy, maar de cover van Bruce Springsteen’s Open Al Night mocht er ook zijn.
Riley Downing
Uit Missouri en dan in de best wel warme bovenzaal (Attic) je ding moeten doen: Riley Downing. Met The Deslondes gaf Downing al drie visite- kaartjes af, en in 2021 verscheen zijn eerste solo- product: Start It Over. Een album hetwelk op deze site het volle pond verkreeg: vijf sterren. En live werd de lazy sfeer van dit debuut vrijwel feilloos door Downing en zijn band neergezet. Met zijn lage stem en onthaastende voordracht wist Downing namelijk zeker te overtuigen. Fijn optreden.
Mary Gauthier
Overtuigen deed niet veel later in de kleine zaal Mary Gauthier ook. Samen met levensgezel Jaimee Harris leverde een puike set af. Uiteraard met songs van haar laatste worp Dark Enough To See The Stars (o.a. Amsterdam) maar ook met ‘werk’ van Riffles & Rosary Beads en wat klassiekers uit haar oeuvre zoals Drag Queens In Limousines. Ook tegen het einde van de set ruimte voor Jaimee Harris’ How Could You Be Gone; zeer fraai. Het was mooi, indringend en soms tot kippenvel leidend. Mary haalde nog kort haar recent verschenen boek Saved By A Song aan en schonk in haar korte, verbindende praatjes ook nog -anekdotisch- aandacht aan grootheden als Jimmy LaFave en John Prine.
Band Of Horses
De Amerikaanse formatie Band Of Horses was als een van de headliners in de grote zaal geprogrammeerd. Klaarblijkelijk meenden de vijf mannen dan dat die zaal ten volle gebruikt moest worden, want de jubelrock die de mannen tegenwoordig maken werd op volle sterkte ten gehore gebracht. Zonde en een gemiste kans want daardoor vielen veel nuances, vooral in de samenzang, weg.
Charley Crockett
Er was vooraf wellicht enige discussie of je Charley Crockett & Band niet beter in de grote (of kleine) zaal diende te situeren. Altcountry- scribent John Gjaltema haalde zulks aan in zijn recensie van het recente album van Crockett: The Man From Waco. Album nummero elf in een tijdsbestek van zeven jaar. En: de keuze van de Foyer bleek uitstekend te passen voor deze productieve Texaan uit San Benito. In een uur tijd jaste Crockett en zijn uitstekende band er zo’n 20 songs door. Songs van uiteraard zijn laatste worp, maar ook uit zijn inmiddels rijke songboek. Songs uit eigen pen, maar ook van anderen en dan in het Crockett-jasje. Van country tot blues, van honky-tonk/swing tot soul. Gemene deler: te omschrijven als kwalitatief hoogstaande countrysoul. Fenomenaal optreden en ondanks de snelheid kende dit optreden nergens een spoortje van afraffelen. Klasbak, die Crockett.
Courtney Barnett
We zeiden het al; de vreemde eend in de bijt was dit keer de Australische Courtney Barnett, die anderhalf uur in de grote zaal mocht spelen. Vreemde eend want: totaal geen americana. Wel bekend in de hippe rockwereld en daarmee ook de trekker voor een deel van het opvallend jonge publiek dat dit jaar TakeRoot bezocht. En Courtney was goed. Rock dus, gebracht in een traditionele triobezetting: Barnett zelf (vocals/gitaar), Bones Sloane (bas, backing vocals) en Dave Mudie (drums, backing vocals). Goede teksten, gekruid geluid; ergo geen moment verveeld.
Jeffrey Foucault
Jeffrey Foucault solo. In het warme, kleine Attic. Gelukkige keuze? Gelet op de zeer lange rij wachtende zou je zeggen: nee. Ook Foucault zelf, het optreden begon een kwartier later dan gepland, oogde in het begin misschien wat nurks. Van een eventueel ongenoegen was overigens al snel niets meer te merken. Foucault, deze keer met een mooie Mule Resonator omgegord, kweet zich namelijk zeer gedegen van zijn taak. Prima performer met een hele rits aan prachtsongs. Volgend jaar wellicht terug, althans: in ieder geval naar ons land, en dan met band. Ook niet verkeerd.
The Hanging Stars
In de krochten van de Oosterpoort mochten de vijf mannen van The Hanging Stars het afsluitende optreden aldaar geven. Dat werd met het nodige enthousiasme gedaan. Het Londense gezelschap speelt pakkende melodieuze alternatieve country (zo’n beetje a la Jayhawks) en die kwam live echt goed uit de verf. Twee gitaristen, een bassist, een drummer en een (als enige niet-zingende) pedal steel-speler. Veel werk van het dit jaar verschenen Hollow Heart en als uitsmijter een gloedvolle cover van Mother Of Earth van The Gun Club.
The Sadies
Het was een krachtig beeld, die eenzame microfoon die door niemand gebruikt werd bij het optreden van The Sadies. Die zou normaal gesproken bedoeld zijn voor Dallas Good, maar die was een half jaar eerder overleden. Het leek wel of Travis Good daardoor nog geïnspireerder was om dit optreden fantastisch te maken. De man toverde, voortgedreven door een stuwende ritmesectie, hemelse psychedelische spaghettiwestern-klanken uit zijn gitaar. Na een minuut of twintig vroeg hij Kacy & Clayton, die veel vroeger op de,dag een eigen set gespeeld hadden, om zich bij hem te voegen. Clayton als extra gitarist en Kacy om als zangeres de plaats achter de ongebruikte microfoon in te nemen. Het werd hierdoor nog beter en het beeld van de van het zweet druipende Travis Good naast de wat verlegen glimlachende Kacy Anderson was onbetaalbaar. Een mooie afsluiter.
Foto’s en tekst: Leo Kattestaart en Hugo Vogel
09/11/2022 Permalink
Het was prachtig. Charley Crockett als een van de hoogtepunten. Ik had het wel een beetje te doen met The Sadies. Vooral het doorbeuken door het verdriet heen. Dat zag je er aan af bij de mannen.
10/11/2022 Permalink
Heel hard genoten van deze editie! Al was het soms weer erg moeilijk kiezen voor welke van de vaak tegelijkertijd optredende geweldige artiesten te gaan ….Bij mijn weten het enige festival waar dit luxeprobleem zich als rode draad stelt. Kortom, alweer een heel dikke pluim voor de organisatoren! Door het afhaken wegens stemproblemen van Anaïs Mitchell, genoot ik onverwacht ten volle van het voor mij niet ingeplande optreden van Watchhouse. En om het helemaal top te maken: ik had gisteren alsnog het voorrecht om een fantastisch full concert van Anaïs Mitchell te beleven in de Botanique te Brussel.
10/11/2022 Permalink
Mooi verslag, Leo en Hugo. Jullie hebben met je verslag het festival eer aan gedaan. Ik heb genoten van een goed festival. Positief verrast door de hoge opkomst, ik was in de veronderstelling dat 2.300 tot 2.500 altijd het maximum was.
Mijn route: Alexa Rose (Binnenzaal) was een rustige singersongwriter, variatie had iets meer gemogen. Donovan Woods (Attic) was erg sterk. Zijn liveoptreden was krachtiger dan zijn studionummers. Hij is een leuke verhalenverteller, goede stem, prima vermaker. Wist mij goed te boeien. Chris Thile (Kleine zaal) niet geheel mij smaak, doch intrigeren hoe hij zijn Mandoline beheerst. Een meester van zijn instrument. Band of Horses (hoofdzaal) was goed. Ondanks de stevigheid bleven de nummers goed overeind. Diverse persoolijke favoriete nummers zijn gespeeld. Licht manco wel dat stem van zanger Ben Bridwell niet altijd goed hoorbaar is. Maar dat heb ik ook al bij het afluisteren van de studioalbums.
Eetpauze: lekker eten. Ja, mogelijk prijzig (EUR 10), maar de vegan-eettent in de trap was lekker.
Cowboy Junkies (Binnenzaal): rommelig begin, ik heb maar een paar nummers gehoord. Prachtige stem, maar ik kon de aandacht er niet helemaal bij houden. Die een keer bij een eigen concert bezoeken. The Hanging Stars (kelder) is persoonlijk de ontdekking. Wat een fijne band, mooie eigen stijl waarin CSN&Y/Buffalo Springfield/Israel Nash in terugkomt. 45 minuten boeiend, vrolijk, aanstekelijk en goed. The Sadies (Foyer) een paar nummers gehoord: de ervaring, het groezelige, het film dark noir gehalte, het rockerige droop er vanaf.