Achter de naam T.S. Eliot Appreciation Society gaat de Utrechtse singer-songwriter Tom Gerritsen schuil. Dat pseudoniem is niet toevallig gekozen. Gerritsen, een voormalige straatzanger die ook een paar jaar in Canada heeft doorgebracht, bewondert de Amerikaanse/Britse dichter vanwege diens fragmentarische manier van schrijven. Dat probeert hij zelf ook met de indiefolkyliedjes op zijn debuut, A New History (V2), zodat iedere luisteraar er iets in kan horen. Fragmentarisch? Je zou het ook onsamenhangend kunnen noemen. Kwestie van optiek. Gerritsen doet in zijn voordracht sterk aan Dylan denken; hij zingt ook met van die laaange uithalen. Verder is zijn stem niet echt pakkend. Eerder het tegenovergestelde, en dat komt vooral doordat hij regelmatig over het valse lijntje gaat. Dat hoeft niet erg te zijn – velen zijn er groot mee geworden, denk Will Oldham, Neil Young – maar als de liedjes niet erg sterk zijn, dan houdt het op. Een uitzondering moet gemaakt worden voor de eerste 3 nummers en vooruit, het slotnummer, die best leuk zijn. Met name de koperblazer in The Conversation is een goede vondst. Jammer genoeg is de inventieve koek daarna op waardoor dreinende (akoestische) gitaarliedjes overblijven. Zingen is echt een kunst, zelfs vals zingen.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie