Met de opkomst van The Birthday Party staat een van de grootste muzikale talenten op van de jaren tachtig: Nick Cave. In de eind jaren zeventig voert hij in Melbourne, Australië The Boys Next Door aan, die na een naamswijziging in The Birthday Party in 1980 naar Engeland emigreren. Aldaar maakt de sinistere muzikantenbrigade naam met shockerende live-optredens, die worden gekenmerkt door een cocktail van dierlijke agressie, morbide duiveluitbannerij, Stooges-punk en Beefheart-gekte. Ditzelfde geldt voor de welhaast muzikale gewelddadigheid op de albums Prayers On Fire en Junkyard, waarna The Birthday Party na nog twee finale ep’s is opgebrand en de maniakale voorganger Cave verhuist naar West-Berlijn. Daar legt Nick Cave het aan met de radicale punkers van Einstürzende Neubauten en richt daar zijn naar een roman van William March vernoemde begeleidingsband op: The Bad Seeds. En met The Bad Seeds en de albums From Her To Eternity en The Firstborn Is Dead verlegt Cave zijn grenzen van meedogenloze noiserock naar het Amerikaanse erfgoed van John Lee Hooker, Elvis Presley, Leonard Cohen en Bob Dylan. Bijbelse mythes, de literatuur van het zondige Amerikaanse zuiden en het zwakke vlees zijn de pijlers waarop Cave, gitarist Blixa Bargeld (Einstürzende Neubauten), gitarist-pianist Mick Harvey (Birthday Party), bassist Barry Adamson (Magazine) en drummer Thomas Wydler (Die Haut) steunen. En meer en meer dringt Nick Cave’s sterk geromantiseerde fascinatie voor country & western door in de muziek van The Bad Seeds. Dat blijkt wel uit zijn volgende project: een plaat vol covers, uitgekozen door Cave omdat hij ze simpelweg mooi vindt. De opnamen beginnen eind ’85 in de AAV Studios in Melbourne, maar slechts met de ritmetandem Adamson/Wydler, waaroverheen Blixa Bargeld in een later stadium zijn onconventionele, maar sobere gitaar-sausje giet. Na het vertrek van de Europeanen zijn het gitarist Hugo Race en de Birthday Party-leden Mick Harvey, bassist Tracy Pew en gitarist Roland S. Howard die hand- en spandiensten verrichten voor Cave, die voor zijn doen zo mooi mogelijk zingt, ja zelfs croont. Dan gaan de basistapes mee naar naar Berlijn, waar in de Hansa Tonstudios The Bad Seeds en de strijkers van het Berliner Kaffeehausmusik Ensemble de opnamen van Cave’s derde solo-album afronden. Eind juli ’85 komt de plaat uit onder de bijbelse titel Kicking Against The Pricks – een titel ontleend aan Handelingen 26:14 – en daarop twaalf voornamelijk goed, en een enkele keer obligaat gekozen covers. Voor de hand liggend zijn het van Jimi Hendrix bekende ‘Hey Joe’, de van Johnny Cash en The Band bekende Lefty Frizzell-compositie ‘Long Black Veil’ en de versie van de Velvet Underground-klassieker ‘All Tomorrows Parties’. Interessanter wordt het met de rauwe met punk ingespoten countryblues ‘I’m Gonna Kill That Woman’ (John Lee Hooker), de gospeltradional ‘Jesus Met The Woman At The Well’ (The Alabama Singers), het folkliedje ‘The Carnival is Over’ van Cave’s landgenoten The Seekers en een mooie ingehouden versie van Johnny Cash’ ‘The Singer (a.k.a. The Folksinger)’. Schitterend is de flood-song ‘Muddy Water’ van de Texaanse Free-toetsenist John ‘Rabbit’ Bundrick, meeslepend ‘The Hammer Song’ van de Schotse dronkenman Alex Harvey en relatief bombastisch het van Gen Pitney bekende ‘Something Gotten Hold Of My Heart’, overigens heerlijk schmierend door Cave gezongen. Ronduit subliem zijn Cave’s interpretaties van de Jimmie Webb-original ‘By The Time I Get To Phoenix’, tot hit gezongen door Glen Campbell en hier onderkoeld neergezet, en de Mickey Newbury-compositie ‘Sleeping Annaleah’, die Nick Cave alleen maar kent in een uitvoering van Mr. Sexy, Tom Jones, en aldus hevig croonend en galmend vertolkt. Al met al is Kicking Against The Pricks een bijzonder liefdevol eerbetoon aan de klassiekers van de populaire muziek. Het laat Nick Cave zien van zijn zachte, romantische kant, waarmee het prachtige liedjesboek van andermans werk een nieuwe fase inluidt in het onvoorstelbare rijke oeuvre van Nicholas Edward Cave.
Muddy Water / I’m Gonna Kill That Woman / Sleeping Annaleah / Long Black Veil / Hey Joe / The Singer / All Tomorrows Parties / By The Time I Get To Phoenix / The Hammer Song / Something’s Gotten Hold Of My Heart / Jesus Met The Woman At The Well / The Carnival Is Over
29/07/2010 Permalink
Met dit album ging Nick Cave naar de goede kant op maar de echte hoogtepunten uit zijn carriere zijn naar mijn mening “The boatman’s call” en “No more shall we part”.
18/08/2024 Permalink
Kicking Against The Pricks 1987 was mijn 1e elpee van Nick cave daarna volgden nog vele cd s Tot op heden luister ik nog dagelijks naar zijn muziek die tijdloos is