Op de hoesfoto van It’ll Be Alright (Cheersquad Records & Tapes) ziet de Australiër Patrick Wilson er een beetje uit als een broer van Jerry Leger. De overeenkomst blijkt verder te gaan dan alleen het uiterlijk. De stem van Wilson komt namelijk ook dicht in de buurt van de zang van zijn Canadese collega. De lichte trilling van zijn stembanden aan het eind van de zinnen die hij zingt, daar hoor je waarom die vergelijking gemaakt kan worden. Luister maar eens naar Coffee Song. Dat hoge van zijn stem, daar zit het hem vooral in. Op Don’t Hurry kun je zelfs aan Marlon Williams denken. Een nummer met een strijkje, nootjes van een mandoline en een zoete sfeer die wordt vervolmaakt met akkoorden op een Spaanse gitaar. Wilson (zang, akoestische gitaar en af en toe drums) schrijft romantische nummers, maar dan wel vooral over zijn eigen tekortkomingen op het terrein van de liefde. Hij kijkt terug waarom het al zo dikwijls mis ging en hoopt dat hij daar wat van kan leren voor de toekomst. Op Leave My Love maakt hij duidelijk dat hij het echt anders wil aanpakken. Other Side Of The Line heeft een twangende countrygitaar van Tommy Brooks (elektrische gitaar, steelgitaar, mandoline, zang). Bathtub Gin komt op smaak door de tikken op de rand van het drumstel. Op All You Can Do klinkt een echo van de dramatiek van Roy Orbison. Naast zijn bezigheden als soloartiest is Wilson al jaren actief als drummer en gitarist in dienst van Australische artiesten als Fanny Lumsden, Henry Wagons en vele anderen die maar sporadisch aandacht krijgen aan deze kant van de wereld.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie