De karakters in de liedjes van Ken Will Morton op Contenders (Ghostmeat Records) doen hun best om succesvol te zijn, maar falen is toch echt veel makkelijker. Dus leven ze in woningen met kapotte ruiten (Broken Windows). Morton zingt erover met compassie. Die warmte gaat door het stoflaagje dat op zijn stembanden ligt. Morton is ouder en soms wijzer en hij heeft zijn vrijheid, het leven is niet makkelijk, maar hij is Happy Enough. Op zijn zesde album houdt de singer-songwriter uit Athens, Georgia, het akoestisch. Niettemin zit er volop leven in Rough & Tumble met banjolin (!) van Russ Hallauer die verder in het nummer ritmitsch in de weer is met washboard en shaker. Powder Keg doet het met een fiddle van Adam Poulin, terwijl de mondharmonica van Morton over de rollende drums van Dean Johnston helemaal fraai is. Na de prachtige cover van Strangers (geschreven door Dave Davies) speelt Morton in Swan On The River wat met de tekst van Ballad Of The Gliding Swan van Bob Dylan. Het wisselende instrumentarium voorkomt eenvormigheid. Zo is Too Soon door de piano van Scotty Nicholson en de naar doowop neigende backing vocals van Rob Keller heel anders van sfeer dan het daarop volgende Change, dat heerlijk wordt losgetrokken door de mondharmonica van Morton.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie