Voor Hellfire (eigen beheer) stond Ben Bostick met zijn band in een cirkel in de studio. Zonder koptelefoons werd er gemusiceerd. De microfoons werden door producer John Would door de hele ruimte opgehangen. Die werkwijze resulteert in een lekker rauw geluid zonder uitgekiende stereo-effecten. Dat past deze nummers wel. Voordat ze werden vastgelegd waren ze al talloze malen door Bostick (zang, gitaar), Luke Miller (piano, orgel), Kyle LaLone (gitaar, zang), Cory Tramontelli (bas) en Perry Morris (drums) op het publiek van de ruige bar The Escondite in Los Angeles losgelaten. Het ontlokte de dronken bezoekers kreten als ‘hell, yeah!’. En dat roepen wij ook bij de kakelende gitaarsolo op opener No Show Blues, waarop Bostick het huis ontvlucht waar zijn vrouw hem het leven onmogelijk maakt. Dan dus maar liever ergens dronken aan de bar hangen. Op het titelnummer is het van hetzelfde laken een pak. Om aan de verplichtingen van het huwelijk te ontkomen vlucht hij andermaal met volle overtuiging naar het hellevuur van de alcohol. En wat te denken van No Good Fool. Ze vertelde dat ze van gek was van bad boys, waarop Bostick reageert: ‘I ain’t no bad boy, I’m a bad, bad man’. De drummer tikt op een koebel en de organist slingert door de suburbs. Dit is stoere muziek voor zaterdagavonden: Blow Off Some Steam. Met deze rollende rootsrock raak je alles kwijt, maar je hebt wel de tijd van je leven. Alles gaat met de snelheid van een Tornado. Goed spul voor wie nog graag eens Leroi Brothers of Ted and the Tall Tops uit de kast pakt. Of iets van het Ripsaw-label (Bobby Smith, Billy Hancock, Tex Rubinowitz). Dit Hellfire is trouwens een totaal ander vehikel dan het vorig jaar verschenen titelloze album van Ben Bostick.
30/06/2018 Permalink
Lekker plaatje, maar een organist die door de suburbs slingert???? Een draai-orgel dus