Onthaastend. Overstijgend. Omfloerst. Teruggehouden. Weloverwogen. Traag. Pastoraal. Die woorden schetsten de eerste contouren van deze recensie. Ghost Of Love (Continental Song City) van Jeremy Nail bestaat uit rustige trommelslagen en voorzichtige gitaarlijntjes op een nummer als Clarksville, waarop hij vocaal gezelschap krijgt van BettySoo. Nail (zang, diverse gitaren, mandoline) gaat te werk als een impressionistische schilder en zijn streken worden omlijnd door het toetsenwerk (waaronder accordeon, harmonium, Farfisa-orgel, Hammond B3) van Bukka Allen. Nail is een Texaan, opgegroeid in een gezin van in kunst geïnteresseerde ranchers. Zijn vorige album My Mountain uit 2016 werd geproduceerd door Alejandro Escovedo. Op die plaat doet hij verslag van de moeilijke tijd waarin als gevolg van een zeldzame vorm van kanker een van zijn benen moest worden geamputeerd. Die achtergrond zet tekststrofen als ‘to make the rivers wash away this pain’, ‘keeping company in the eye of the storm’, ‘like the pain I put to rest’, ‘here I stand on the edge of tomorrow’, ‘alone and forever in this paradise’, ‘when we’re lost in the darkness’, ‘some things ain’t meant to stay broken’, ‘time will wash away the footprints behind me’, ‘through the hard times, another sun will rise’, geplukt uit de opeenvolgende negen nummers van Ghost Of Love, in perspectief. Somber is niet het juiste woord, daarvoor toont de Texaan teveel veerkracht. Dit door Pat Manske (tevens drums en percussie) geproduceerde werkstuk valt te situeren naast albums van David Halley en Michael Hall.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie