Horton Records uit Tulsa, Oklahoma, is een platenlabel zonder winstoogmerk. Met alleen maar vrijwilligers doen ze hun uiterste best om artiesten uit de Amerikaanse staat te promoten. Onder de artiesten die er een onderdak hebben gevonden, zitten veel oorspronkelijke inwoners van de Verenigde Staten. In 2022 verscheen met Anvdvnelisgi een verzamelalbum waarop Cherokee in hun eigen taal zongen. Met Kalyn Fay, Monica Taylor en Ken Pomeroy ook enkele zangeressen die al eens onder de aandacht werden gebracht op deze site. Op die besproken albums zingen ze overigens ‘gewoon’ in het Engels.
Op dat verzamelalbum staat niet alleen maar rootsmuziek. Sommige artiesten spelen metal, hiphop, reggae of pop. Maar toch zeker de helft van de liedjes bestaat uit folk, americana en country. Voordat ze in het Cherokee konden zingen moesten de meesten overigens nog wel een cursus volgen. De taal wordt door nog slechts 2000 mensen gesproken.
Een van de deelnemers was de 21-jarige Agalisiga ‘Chuj’ Mackey. Hij groeide in Oklahoma op met deelname aan traditionele ceremonies en nam die ervaring mee naar zijn roeping als moderne singer-songwriter. Agilisiga heeft zich ten doel gesteld om de met uitsterven bedreigde taal van de Cherokee voor de ondergang te behoeden. Een nobel streven dat hij met overtuiging uitwerkt op het in 2024 verschenen Nasgino Inage Nidayulenvi (It Started In The Woods) (Horton Records). Hij hoopt dat meer oorspronkelijke bewoners van de Verenigde Staten zijn voorbeeld zullen volgen. De songtitels worden vertaald naar het Engels, maar als Agalisiga begint te zingen weet je niet waar hij het over heeft. Toch is het helemaal geen probleem dat je hem niet kunt volgen. De klanken zijn pakkend genoeg. Zo’n vreemde taal heeft juist ook wel extra aantrekkingskracht. In die zin is het album te vergelijken met veel muziek van Hawaii. Verder moet ik ook denken aan een album van de van het Japanse eiland Okinawa afkomstige Shoukichi Kina. Muzikaal past de countryfolk van Agalisiga heel goed op het Horton-label, dat we ook kennen van artiesten als Carter Sampson, Jesse Aycock, Levi Parham en John Calvin Abney. Het album werd geproduceerd door Jared Tyler, die tevens actief was op Weissenborn lap steel. Agilisiga is beïnvloed door countryzangers als Hank Williams en Jimmy Rodgers. Zo af en toe gooit hij er een jodel uit, iets wat heel goed past bij de taal. Van Williams covert hij I’m So Lonesome I Could Cry, dat hier Akisodane Yigatloyiga Sigwu heet.
Fans van Vincent Neil Emerson zullen Agilisiga weten te waarderen. Emerson zong op zijn geweldige albums ook wel eens over zijn afkomst. The Ballad Of The Choctaw-Apache is daarvan een voorbeeld. En er staan op The Golden Crystal Kingdom wel meer liedjes over zijn leven als indiaan. Emerson is een van de beste countryartiesten van dit moment. En er zijn de laatste tijd steeds meer jongeren die behoren tot de inheemse bevolking van Amerika die hun stem laten horen als artiest en dat is een heuglijke ontwikkeling.
Hataalii is net als Agalisiga nog maar begin twintig, toch heeft hij inmiddels al zes albums gemaakt. Waiting For A Sign (Dangerbird Records) is zijn nieuwste en het verscheen eind vorig jaar. Een intrigerende plaat van een bijzondere artiest. Hataalii speelde alle instrumenten zelf, om maar eens wat te noemen. De Navajo uit Arizona komt een beetje over als een slacker. Maar dat klopt natuurlijk niet, want in werkelijkheid is hij een nogal druk baasje. Op opener Alex Jones probeerde hij te zingen als Waylon Jennings, maar dat komt er niet helemaal uit, zo geeft hij zelf ook toe. Het niettemin prachtige nummer heeft qua zang meer van de Australiër Dave Graney en de Canadees Robbie Robertson. En Hataalii brengt met een gitaarboogje ook de sfeer van Chris Isaak.
Brown Fool Eyes klinkt bijna wat bronstig. Zijn zang kun je gerust als croonen omschrijven op dit nummer. Weer erg mooi. Qua stem en ook stijl valt hier vooral aan Lloyd Cole te denken. Op het lichtjes twangende In My Lawn slaat hij een beetje aan het praatzingen. Go Ahead And Try klinkt nogal als Britse new wave met wat soul erdoorheen. De platenmaatschappij heeft het in een poging deze plaat te beschrijven over Pavement, Lou Reed, Blaze Foley en Spacemen 3. Dat zijn nogal uiteenlopende artiesten, toch is het helemaal niet zo raar om met die diversiteit richting te geven aan hetgeen Hataalii heeft klaargespeeld.
Zelf weet hij het ook allemaal niet. Hij is zowel eigenwijs als bescheiden. Hij benadert zijn bezigheden op een kunstzinnige manier, maar neemt het tegelijk ook niet al te serieus. Weliswaar beschouwt hij zichzelf als een spiritueel persoon, maar verder probeert hij gewoon het proces van creëren onder de knie te krijgen. Dat lukt hem aardig, want met Waiting For A Sign heeft hij een rijk album afgeleverd om nog veel meer in te ontdekken.
Van Kyle McKearney verschijnt in april zijn derde album To The River (eigen beheer). Op de streamingplatforms zijn al acht van de dertien nummers te beluisteren, voldoende om er nu al wat over te zeggen. De Canadees maakt soepele americana, die inderdaad als een rivier door het landschap meandert. Met zijn zang zou hij ook op zijn plaats zijn bij een groter, meer commercieel label. Op Tomorrow zorgen vooral banjo en viool voor de connectie met rootsmuziek. Een sterke melodie doet de rest. Op Broken Hearts Hide krijgt McKearney gezelschap van een koortje. Met een enkele escapade van elektrische gitaar. Alberta, Save My Soul krijgt in de vocale voordracht de betrokkenheid die past bij de smeekbede. Ook Hold On Goodbye is aangeraakt door gospel, hetgeen de americana behoorlijk meeslepend maakt. Het album sluit af met Fight This Fire, een bluesy nummer waarop het nogmaals tekstueel om ‘save my soul’ draait. Het vorige album mocht in Canada op veel bijval rekenen. A Traveler’s Lament sleepte meerdere awards in de wacht, waaronder die voor beste album in de categorie alt-country van de Canadian Country Music Association.
McKearney behoort tot de Métis, een bevolkingsgroep die voortkomt uit relaties tussen de oorspronkelijke inwoners van Canada en Europese emigranten. De populatie Métis bestaat uit ruim 600.000 mensen. De Canadese overheid rekent ze net als de First Nations en Inuit tot een van de inheemse bevolkingsgroepen. In Amerika hebben de Métis geen aparte status, omdat ze niet als zodanig worden erkend door de federale overheid.
Met Blaine Bailey zijn we terug in Oklahoma. De singer-songwriter behoort tot de Keetoowah, een stam binnen de Cherokee. Het vorig jaar verschenen Home (eigen beheer) vergelijkt hij op zijn website met de sound van streekgenoten The Turnpike Troubadours. Binnen de krachtige rootsrock krijgen viool en steelgitaar alle ruimte. De jonge twintiger wil binnen de Red Dirt-scene de indiaanse gemeenschap vertegenwoordigen. Met zijn vader was hij regelmatig present bij jamsessies in de stad Lost City. Op zijn dertiende was hij al min of meer voor zichzelf begonnen.
Op Home doet Bailey verslag van de weerstand die de oorspronkelijke bewoners van Amerika nog altijd ondervinden. Zelfs binnen de gemeenschap van alt-country moeten ze vechten voor hun rechten. Net als bijvoorbeeld Samantha Crain is Bailey niet van plan zich stil te houden op dit vlak. Op zijn debuutalbum tracht hij uit te vinden wat zijn plek is.
20/02/2025 Permalink
dit is een mooie gelegenheid om aandacht te vragen voor peter laFarge en zijn ,,ballad of ira hayes,,wat door jan en alleman opgenomen is,van johnny cash tot townes van zandt en vele anderen…peter laFarge is schijnbaar totaal vergeten,dus voor mensen,die hem niet kennen,,spotify,,/youtube…ira hayes was een marinier die op iwo jima vocht en mede de amerikaanse vlag hees (ja,die iconische foto)
21/02/2025 Permalink
Geweldig bedankt heb genoten van alle albums
Fijn dat hier aandacht voor is