Wie: William Elliott Whitmore
Waar en wanneer: Paradiso, Amsterdam, 17 september
Tekst en foto’s: Peter Hageman
Mannen met baarden, armen vol tatoeages en stemmen als een boze dondergod boezemen angst in. Zeker als ze ook nog eens een donkere zonnebril dragen. Maar niet William Elliott Whitmore. Als hij bij de Amstelkerk komt aan wandelen lacht hij je vriendelijk tegemoet van onder zijn donkere zonnebril. Met zijn stem als een boze dondergod zegt hij vriendelijk “yeah sure” als een fan met hem op de foto wil, en poseert hij even.
Dan gaat hij de Amstelkerk binnen. Deze alternatieve lokatie van Paradiso is bij uitstek geschikt voor de muziek van Whitmore. Rond het kleine podium staan de rode stoeltjes netjes op een rij, wordt koffie geserveerd in een kopje met een schoteltje en bier in echt glas. Genietend van de fraaie entourage wacht het publiek rustig op wat komen gaat.
De zaal is goed gevuld als Whitmore zijn banjo pakt en op zijn kruk plaatsneemt. Rustig tokkelend opent hij met Dry van Song Of The Blackbird uit 2006. En hij vertelt over de twee fans die hij in Ramsey ontmoette. Ze gaven hem een fles whisky en die is zo lekker, dat hij gewoon tussen elk nummer een slok moet nemen. “Share it” roept iemand, en natuurlijk is Whitmore de beroerdste niet en gaat de fles de zaal rond.
Net als je denkt dat je je oude opoe nog wel had kunnen meenemen, introduceert Whitmore zijn makker Whitney ’the animal’ Teska. Deze neemt plaats achter de drums en hanteert zijn drumstokken als waren het mokers. Whitmore laat zijn stem donderen om er bovenuit te komen en de 300 jaar oude kerk trilt op zijn grondvesten.
Halverwege het optreden komt Whitmore even van zijn podium af om de mensen op de eerste rij de hand te schudden. Dat maakt gelijk van de gelegenheid gebruik om verzoeknummers bij hem in te dienen. Daar voldoet Whitmore graag aan. Vooral The Old Devil krijgt de nodige bijval, achter de stoeltjes wordt er gedanst.
Na nog een slokje Jamison dat Whitmore krijgt aangereikt van een fan, neemt hij voor nog één nummer plaats op zijn kruk. Our Paths Will Cross Again dat klinkt als een gospel is een passend slotakkoord. Dan vindt Whitmore het wel mooi geweest en loopt rustig langs het publiek naar buiten.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie