Jon Dee Graham heeft een plan
Een van mijn grote helden, zo zal de regelmatige lezer van deze stukjes niet ontgaan zijn, is de Texaan Jon Dee Graham. Hij heeft een handvol schitterende soloplaten gemaakt die ik graag omschrijf als grote-mensen-muziek. Thema’s die tegelijk persoonlijk en herkenbaar zijn en die naadloos aansluiten bij mijn leeftijd (50+). Veel succes heeft hij er niet mee, maar dat past bij zijn leven dat ook van de ene ramp naar de andere tragedie hobbelt.
Soms heeft hij dringend geld nodig en dan doet hij rare dingen. Zijn nieuwste project is baanbrekend. Binnenkort verschijnt de cd It’s Not As Bad As It Looks. En daar kun je op dertien verschillende manieren op intekenen. Zo is er het 100 dollar pakket: dan krijg je een gesigneerde cd en een T-shirt. Er is het 500 dollar One Moment-pakket; dan krijg je een berentekening van Jon Dee, de cd, een T-shirt en een gesigneerde poster.
Echt prijzig en bijzonder zijn opties 12 en 13.
Het Lucky Day-pakket kost 5000 dollar. Daarvoor schrijft JDG speciaal voor jou, of voor je geliefde of voor wie dan ook, een liedje en dat neemt hij op met zijn groep The Fighting Cocks. Plus de nieuwe cd, een T-shirt en een poster.
En dan is er het Big Sweet Life-pakket voor 7500 dollar. Dan komt hij bij jou of je bedrijf optreden met zijn band. Voor een beetje meer schrijft hij zelfs een bedrijfslied.
Kijk, in drastische tijden moet je drastische maatregelen nemen. Dus wie JDG een warm hart toedraagt en rijk is: steun Jon Dee en beloon zijn hoerige, baanbrekende en noodzakelijke initiatief.
Denvis is een superster
Denvis – een rockroman heet het boek van Leon Verdonschot dat losjes is gebaseerd op het leven van de Brabantse rocker en aanvoerder van The Spades met die (artiesten)naam. Maar omdat Verdonschot zich nogal wat vrijheden permitteerde in vorm en feiten, mocht het van hemzelf niet de naam biografie dragen. Een buitengewoon amusant boekje (het telt slechts 171 niet al te grote en niet altijd even dichtbedrukte pagina’s) en vooral de eerste helft is erg dik voor mekaar.
Maar waar het hier nu even over gaat is Denvis. De zesde cd die collega Robbie K. en ik uitbrachten op ons labeltje Rosa Records was Comin’ Home, het solodebuut van Denvis. De onderhandelingen daarover waren een hoogtepunt én dieptepunt in mijn leven. De eerste keer dat ik Denvis ontmoette, kwam hij de kamer binnenlopen en deed onmiddellijk zijn T-shirt uit. Tien minuten later al had ik het idee dat ik met de grootste rockster ter wereld aan tafel zat. Eigenlijk was de vraag alleen maar of we met het uitbrengen van deze cd miljonair of miljardair zouden worden. Enige probleem was eigenlijk of er wel fabrieken beschikbaar zouden zijn die genoeg cd’s konden persen om aan de niet te stuiten vraag te voldoen. Een paar weken later had hij er een voorschot uitonderhandeld dat we ons eigenlijk in de verste verte niet konden permitteren. We waren gevallen voor zijn uitstraling, zijn allure en zijn praatjes. Ik geloof niet dat je het liegen kon noemen, het was meer een fantasie in zijn hoofd waar hij zelf in geloofde en die hij met een Oscarwaardig optreden aan de man kon brengen.
Comin’ Home is, vind ik, een behoorlijk goede americana-cd waar er onterecht verdomd weinig van verkocht zijn en die als grootste verliespost op de balans van Rosa Records staat. We hebben er nog aardig wat van, dus wie na lezing van het Verdonschot-boek denkt: toch eens luisteren, die kan nog steeds terecht op de site van Rosa Records en hem bestellen. Misschien wordt Denvis dan toch nog de ster die bij zijn allures hoort.
Bloodshot
Mijn favoriete platenmaatschappijtje is Bloodshot Records, gevestigd in Chicago. Dat was een beetje het voorbeeld waarnaar we ons eigen Rosa Records hebben gemodelleerd. Laatst kreeg ik van Jacques Blaauw een interview toegestuurd met de oprichters van Bloodshot, Rob Miller en Nan Warshaw.
Warshaw, die door Miller de optimist van de twee wordt genoemd: ‘If you look at what the future theoretically holds, it’s horribly depressing.’
Vraag: Als je vandaag zou beginnen met het label…
‘Dat zouden we niet doen.’
Maar vanwege de liefde voor de muziek gaan ze door, proberen ze met digitale verkoop genoeg geld te genereren om het hoofd boven water te houden. Maar of dat lukt…
Mijn pleegzoons voorkeur
De reden waarom deze rubriek steeds onregelmatiger verschijnt, is de komst van een pleegzoon in ons gezin. Hij is acht en zwart en ik ben nu langzaam bezig zijn muzikale smaak te leren kennen. Michael Jackson vindt hij geweldig en Thriller draait hij vaak op zijn kamer. Maar zo soms merk ik dat er ook wat van mijn muziek zijn goedkeuring kan wegdragen. Dat maakt me soort van gelukkig.
Dit zijn een handvol van zijn favoriete liedjes uit mijn collectie:
T-99: Drunk (openingsnummer van hun cd Vagabonds, die hij uit de kast haalde omdat hij het zo’n grappige hoes vond, maar het meedogenloze ritme van Drunk vindt hij top)
Frankie Lee Sims: Walkin’ With Frankie (staat op de tweede Ace-dubbelaar met liedjes uit Dylan’s Theme Time Radio Hour en ook hier geldt weer: een monotoon en snoeihard ritme)
Tom Waits: Underground (‘draai nog eens dat liedje van die oude man met dat olifantenritme’)
Roosbeef: Bouwvakkers (dit zingt hij van a tot z mee)
Schoolly D: This Old Man (staat op Rudy’s Rockin’ Kiddie Caravan, een kinder-cd die ik ooit heb aangeschaft omdat Mekons en Waco Brothers, twee van Jon Langford’s groepen, er op te vinden zijn. Schoolly D vindt hij ‘erg stoer’)
Kortom, het zou muzikaal tussen mij en mijn pleegzoon best nog wel eens goed kunnen komen.
Fred’s hoekje
Op de radio hoorde ik Paul Witteman geïnterviewd worden over zijn nieuwste boek over klassieke muziek. Witteman, een fanatiek muziekliefhebber, vertelde dagelijks minimaal anderhalf uur aan het luisteren naar, en het zelf spelen van, zijn favoriete muziek te besteden. Even was ik jaloers op zijn muzikale voorkeur, die allang definitief is afgegrensd. Hij hoeft alleen nog maar te kiezen uit Mozart, of Beethoven (en nog wat andere componisten) en de verschillende interpretaties die er van dat werk bestaan. Zijn dagelijkse plezier bestaat uit het letten op, en genieten van, de detailverschillen die er in die verschillende uitvoeringen zitten. Een overzichtelijk bestaan.
Wat een verschil met de liefhebber van eigentijdse muziek, die voortdurend wordt opgejaagd door wat er allemaal nieuw verschijnt, en nog zelden aan reflectie over wat er al bestaat toekomt.
Recentelijk kocht ik de Ace-4cd-box B.B.King – The Vintage Years, en, ook van Ace, Bob Dylan’s Theme Time Radio Hour Season Two (en natuurlijk ook Bob Dylan Radio Radio Volume 2 van Mischief) – allemaal heerlijke muziek, waar naar mijn gevoel niets hedendaags tegen op kon. Het liefst zou ik ook alleen nog een vaste periode als muzikale voorkeur nemen – de jaren vijftig van de 20ste eeuw bijvoorbeeld. Maar dat lukt me gewoon niet – alles wat aan die periode vooraf ging, en er op volgde, blijft toch ook mijn nieuwsgierigheid oproepen.
De afgelopen maand overleden twee door mij betreurde musici; in beide gevallen betrof het een vrouw. Mary Travers, van de folkgroep Peter, Paul & Mary – in het begin van de jaren ’60 in linkse kringen geliefd door hun politieke activisme, overleed op 72-jarige leeftijd. De groep speelde nog een rol in het begin van de carrière van Bob Dylan, doordat hun versie van ‘Blowin’ in the Wind’ een hit werd. Maar eerlijk gezegd was het nogal zoetsappige muziek, en ik vrees dat de grootste kracht van Peter, Paul & Mary niet hun muziek was, maar eerder de verpletterende schoonheid van Mary Travers. Er bestaan foto’s van haar waar je nu nog zuchtend naar kijkt – zo mooi was ze.
Ook dood: Ellie Greenwich, een van de beste songwriters van de jaren zestig, werd 69. Meestal samen met collega/echtgenoot Jeff Barry schreef zij voor The Ronettes Baby, I Love You, voor The Chrystals Then He Kissed Me, voor The Shangri-La’s Leader of the Pack, voor The Beach Boys I Can Hear Music, en natuurlijk voor Ike & Tina Turner (door Phil Spector geproduceerd) River Deep, Mountain High. Ik ben in het gelukkige bezit van de lp Let It Be Written, Let It Be Sung…, uit 1973, waarop Ellie Greenwich haar beste nummers zelf zingt. Prachtige plaat, die ik de afgelopen weken weer herhaaldelijk heb gedraaid.
Als muziekliefhebber heb ik ook geprobeerd te kijken naar het tv-programma ‘Nacht van de popmuziek’. Wat een verschrikking was dat – merendeels tweederangs artiesten in meestal afzichtelijke derderangs filmfragmenten, aan elkaar gepraat door kwekkende presentatoren. Was dit reclame voor muziek? Verbijsterend. ’s Ochtends opgestaan en om van die avond bij te komen (ik heb het niet uitgezien) de beste cd van de afgelopen tijd gedraaid: Yonder Is The Clock van The Felice Brothers. Nee, me beperken tot een bepaalde periode, dat gaat niet lukken.
Fred Schmidt
Ps: lees ook het foto- en boekenblog van Schmidt op de site van zijn uitgeverij.
Doug Sahm voor weinig
Iedereen was zeer benieuwd waar ik voor zo weinig geld (€17,99) de Complete Mercury Recordings, de als een fotoalbum verpakte set van 5 cd’s met alles wat Doug Sahm en het Sir Douglas Quintet voor dat label opnamen, kon kopen. Nou, bij Fame in de Amsterdamse Kalverstraat dus. Er hebben een of twee dagen een handvol exemplaren gelegen. Dit soort waanzinnige aanbiedingen duiken er regelmatig op en dat is een van de redenen voor mij om altijd binnen te lopen als ik in de buurt ben. Ik heb er overigens wel spijt van dat ik toen niet alle exemplaren heb opgekocht want aan de reacties te merken had ik daar veel mensen een plezier mee gedaan.
Therapie deel 8 & 9
Ik heb een ziekelijke cd-koopdrang. Er zijn, zo bleek, meer mensen die het kopen van cd’s eigenlijk net zo leuk (of leuker) vinden dan het luisteren naar cd’s. En die weigeren te stoppen met kopen. Deze ziekte is slechts te overwinnen door steeds maar weer op te schrijven waarom je iets aanschaft. Net zo lang tot je echt doorhebt dat je gestoord bent. Dit is de augustus- en septemberoogst.
Reageren mag nog steeds: mail naar f.lomans@smm.nl. Zij die deze therapie onzin vinden, kunnen nu ophouden met lezen.
Augustus & september 2009
In augustus en september kocht en kreeg ik 42 nieuwe cd’s (dubbelaars en boxen gewoon als een geteld). Die kostten me 208,94 euro en 90,68 dollar. Dit waren de aanwinsten (+ aanschafprijzen). Een aanschafprijs van €0,00 houdt in dat ik hem heb gekregen, meestal van de betreffende platenmaatschappij of distributeur of gewoon als cadeautje.
The Band Of Heathens: One Foot In The Ether (€0,00)
Hun eerste studioplaat kon me niet bekoren ondanks al die lovende recensies. Deze is een flinke stap voorwaarts. Maar het is nog niet het niveau van hun voorbeelden (Band, Little Feat), en ook tegen een vergelijkbare band als de eveneens uit Austin afkomstige Gourds moeten ze het vooralsnog afleggen. Hoogtepunt is overigens de opener L.A. County Blues, een eerbetoon aan journalist Hunter S. Thompson.
Delia Bell: Delia Bell (€6,30)
Deze plaat verscheen in 1983 en is geproduceerd door Emmylou Harris (de reden voor aankoop) en wordt volgespeeld door haar toenmalige Hot Band. Dell is een ouderwetse countryzangeres uit Texas en vertolkt naast A.P. Carter en Carter Stanley-covers vooral liedjes over scheidingen en overspel. Top.
Dan Bern: Breathe (€7,20)
Een van mijn favoriete nieuwe Dylans is Dan Bern. Live is hij buitengewoon scherp en komisch, sommige van zijn platen zijn meesterlijk. Dit is er een uit 2006, die nog ontbrak in mijn verzameling; hij klinkt hier Dylanachtiger dan ooit.
Scott H. Biram: Something’s Wrong/Lost Forever ($15.67)
Deze Texaan noemt zich de Dirty One Man Band en dirty is het. Uit de bocht gierende blues, country en gospel. Deze derde plaat op Bloodshot (elke plaat die daar verschijnt, koop ik) van hem is voor zijn doen tamelijk beschaafd en afwisselend. Maar nog steeds maakt hij wildere muziek dan wie ook.
The Bottle Rockets: Lean Forward ($14.67)
De Bottle Rockets uit Festus, Missouri zijn een tijdje de beste band ter wereld geweest. Om precies te zijn van 1993 tor 1999. Daarna zakte het in, werden de platen wat experimenteler, minder catchy, volwassener in de verkeerde zin. Maar deze nieuwe, verschenen bij Bloodshot, kan weer in de schaduw staan van Bottle Rockets, The Brooklyn Side, 24 Hours A Day, Leftovers en Brand New Year. Mede dankzij de terugkeer van producer Eric Ambel, maar vooral omdat de liedjes weer poppy, naïef, grappig en meezingbaar zijn. Popmuziek zoals popmuziek ooit bedoeld was.
Boulder Acoustic Society: Punchline (€0,00)
Genreoverschrijdende akoestische plaat van een band die ik niet kende. Waarschijnlijk al hun derde CD. Uitbundige zigeunermuziek, ingetogen folk, freaky jazz, melancholieke overpeinzingen. En goede liedjes. Plus een zeer vreemde driedimensionale knutselhoes. Een van de verrassingen van dit jaar.
Chris Cavacas: Love’s Been Discontinued (€0,00)
Weirde, maar ook verrassend melodieuze popmuziek van de toetsenist van Green On Red en Steve Wynn, die helaas niet kan zingen.
David Crosby: If I Could Only Remember My Name (€4,00)
Onmisbaar voor de Neil Young-fan omdat die aan twee liedjes meeschreef en meespeelde. En eigenlijk, nu ik hem 38 jaar na verschijnen weer hoor, ook als geheel best goed. Misschien wel de ultieme dromerige hippieplaat. Dit was Crosby’s eerste en 18 jaar lang enige soloplaat en verscheen een jaar na Deja Vu, het door hem met Stills, Nash & Young gecreëerde monster.
Fairport Convention: Fairport Convention (€5,40)
Debuutplaat van deze Britse folkrockers uit 1968, nog zonder Sandy Denny. Zeer Amerikaans (twee Joni Mitchell-covers). Bonustracks zijn het aardigst, vooral een fraaie versie van Leonrad Cohen’s Suzanne. Gekocht omdat ik eigenlijk toch wel alles wil hebben van gitarist Richard Thompson.
Fairport Convention: What We Did On Our Holidays (€5,40)
De eerste Fairport-plaat met Sandy Denny. Beetje Jefferson Airplane, beetje stuurloos, soms al tamelijk briljant, maar Richard Thompson strooit nog niet zo kwistig met inventieve gitaarlicks als hij later zou doen.
Fairport Convention: Full House (€5,40)
Het ruim negen minuten durende Sloth is echt een van de allermooiste nummers aller tijden met een van de meest memorabele gitaarpartijen ooit, van Richard Thompson. Sowieso een geweldige folkplaat met buitengewoon scherpe randjes.
Tom Gillam: Had Enough (€0,00)
Rootsy powerpop; weinig origineel, niet slecht, maar ik betwijfel of ik meer dan een of twee liedjes zal onthouden.
Woody Guthrie: My Dusty Road (€23,99)
Vier prachtig in koffertje verpakte cd’s van de legendarische folkie. Top.
Hacienda Brothers: Arizona Motel (€8,00)
Vorig jaar, kort na het overlijden van Chris Gaffney, verscheen de derde en laatste plaat van de Hacienda Brothers, de groep die hij leidde met gitarist Dave Gonzalez. Wederom een zeer traditionele countryplaat met fraaie zang van Gaffney, die ook af en toe de accordeon ter hand neemt. Een fraai slot van een weinig spectaculaire maar bevredigende carrière.
Ha Ha Tonka: Novel Sounds Of The Nouveau South ($14.91)
De reden om deze cd te kopen is dat-ie op Bloodshot verscheen. Verder iets te experimentele muziek voor mijn smaak. Feitje: Ha Ha Tonka heette ooit Amsterband.
Michael Jackson: Thriller (€6,40)
Kadootje voor mijn pleegzoon, die zich op school vijf dagen op rij goed gedragen had.
Elton John: Elton John (€5,40)
Opeens een onbedwingbare behoefte om iets van Elton John te horen. Maar alleen opener Your Song is echt goed. Drie kwartier later heb ik vooral de behoefte nooit meer iets van Elton John te horen.
Rickie Lee Jones: Pop Pop (€2,25)
Vooral gekocht vanwege de prijs en omdat haar eerste plaat een klassieker was. Hier zicht ze zich door covers heen; vooral in de Sinatra-traditie. Maar ook een keer Hendrix (Up From The Skies) en Jefferson Airplane’s Marty Balin (Comin’ Back To Me). Ronduit schitterend is het Cahn/Van Heusen nummer Second Time Around. Jazz in de Tom Waits-zin, niet voor niks haar ex.
Jukebox Zeros: Rock & Roll Ronin (€0,00)
Punk/garage/pop uit Philadelphia met een eerbetoon aan de Ramones: 1-2-3-4 en een ELO-cover (Rockaria)
B.B. King: Mr. Blues (€5,40)
Grappig dat deze niet-bluesplaat van King uit 1963 Mr. Blues heet. Dit is een poging om, met orkest, een groot publiek te bereiken. B.B. goes Sinatra. Zoiets. Curieus.
Jim Lauderdale: The Bluegrass Diaries (€9,00)
Een van de meest onderschatte muzikanten in de americana. Iets te vaak gewisseld van platenlabel, waardoor zijn platen steeds geruislozer uitkomen. Deze, uit 2007, is niet een van zijn allerbeste, maar zelfs een Lauderdale niet in topvorm is nog steeds erg goed.
Little Walter: The Complete Chess Masters (1950-1967) (€27,99)
Alle Chess-opnames van de beste mondharmonicaspeler aller tijden. Vijf cd’s met veel alternatieve takes en dat is, hoe geweldig de muziek ook is, een beetje veel van het goede.
Loretta Lynn: Honky Tonk Girl – The Loretta Lynn Collection (€15,99)
Had van haar alleen de cd met Jack White. Hier schijnt ze op drie cd’s in volle glorie. Wat een feestelijk tranendal.
Corb Lund: Losin’ Lately Gambler (€0,00)
De eerste op een Amerikaans label (New West) verschenen plaat van deze Canadees. Wie houdt van country met oog voor traditie, is hier aan het goede adres.
James McMurtry: Live In Europe (€0,00)
Al de tweede liveplaat van Larry’s zoon, die gezegend is met een van de slechtste stemmen in de muziek. Grotendeels afkomstig van zijn Paradiso-concert eerder dit jaar. Erg goed.
Mooi Wark: Rock & Rodzooi (€0,00)
Mijn werk verhuisde en dan komt er uit alle hoeken en gaten onzin naar boven. Dit is een band in de beste Normaal/Status Quo-traditie. Niet slecht, helemaal niet slecht.
Prince: 3121 (€0,00)
Ook deze, in 2006 verschenen cd, viel bij de verhuizing uit een doos. Tussen al die zeurmuziek waar ik van houd is een funkende Prince best aardig. Zeker niet de slechtste plaat van hem die ik ken.
Red Meat: We Never Close (€6,40)
Geproduceerd door Dave Alvin en dat is de reden om ‘m te kopen. Onderhoudende zeer traditionele country.
Nina Simone: To Be Free – The Nina Simone Story (€15,99)
Prachtig uitgevoerde box met drie cd’s en een dvd. Kadootje voor mijn vrouw, hoewel ik Simone ook goed vind.
The Soft Machine: The Soft Machine (€8,99)
Muziek die je eind jaren zestig mooi moest vinden. Deze plaat, samen met de eerste van Pink Floyd, stond zo’n beetje aan de wieg van veel te veel progressieve en intellectualistische onzin. Maar in mijn herinnering was dit een erg goede plaat. En voor de afwisseling bedriegt mijn geheugen me eens een keer niet. Jazz, psychedelica, maar ook soul en pop. Fijne liedjes en twee geweldige zangers: Kevin Ayers en Robert Wyatt. Extraatje bij deze uitgave: A- en B-kant van de eerste single.
Son Volt: American Central Dust ($14.81)
In mijn muzikale universum staat Jay Farrar zo’n beetje op gelijke hoogte met Neil Young. Met Uncle Tupelo, Son Volt en in zijn eentje; ik vind het allemaal goed tot prachtig tot meesterlijk. Ik vind het ook helemaal geen bezwaar dat sommige van zijn platen van a tot z hetzelfde tempo hebben. Net als The Ramones, mag bij Farrar van mij alles best op elkaar lijken omdat ik zijn klaaglijke zeurende stem schitterend vind. Vraag is dus slechts: is deze nieuwe Son Volt goed of meesterlijk? Ik neig voorlopig naar goed (en redelijk afwisselend).
Gordie Tentrees: Mercy Or Sin (€0,00)
Derde plaat van deze Canadees. Eerste die ik hoor. Het is geen toeval dat Fred Eaglesmith hem regelmatig vraagt het voorprogramma te doen. Het talent druipt eraf. Luister naar Rambling’s Gonna Be The Death Of Me. En hij heeft ballen, luister daarvoor naar Devil Talks en Same Old Blues.
Tony Joe White: Tony Joe (€4,00)
Diep gezakt; een cd gekocht die ik al had. De ouderdom heeft definitief toegeslagen. Wel een goede cd, zoals alles uit White’s begintijd top is.
Wilco: Sky Blue Sky (€7,20)
Omdat ik hun nieuwe bij Amazon had besteld, leek het een goed idee om die ene ontbrekende Wilco aan te schaffen, zeker voor dit luttele bedrag. En jawel, een mooie plaat, een hele mooie. Maar ook wel (te) erg Beatles, en soms Pink Floyd en nu en dan Radiohead.
Wilco: (The Album) ($13.81)
Weer een buitengewone mooie plaat, hoewel ik ook vind dat ze steeds meer op elkaar gaan lijken. Maar Wilco (The Song) en I’ll Fight zijn nummers die er in hun oeuvre bovenuit steken.
Blues On My Radio (€0,00)
Those Lowdown Blues is een radioprogramma van bluespromotor en clubeigenaar Bob Corritore, uitgezonden vanuit Phoenix, waar ook oude en nieuwe bluesmannen optreden. Dit is een selectie uit die optredens, verschenen in 2003, met een geweldige Lowell Fulson, met Lazy Lester en Louisiana Red en betrekkelijke nieuwlichters als de blanke Rick Estrin en Lil’ Ed. Fijne plaat.
Bob Dylan – Radio Radio – Theme Time Radio Hour Volume Two (€16,99)
De tweede vierdubbel-cd met liedjes uit de radioprogramma’s van Dylan, verschenen op het dubieuze Mischief Music-label. Wederom prachtig, met liefst 112 nummers, maar ook met een totaal gebrek aan informatie over de muziek.
Broadcasting The Blues (€0,00)
Net uit: twintig liedjes uit 25 jaar Those Lowdown Blues. Minder dan Blues On My Radio. Erg braaf en beschaafd. Enige dissonant en enig hoogtepunt is polioklant CeDell Davis die flink tekeer gaat en het kampvuurkarakter van de plaat even doorbreekt.
Chico Chism’s West Side Chicago Blues Party (€0,00)
Drie jaar gelden verschenen verzameling met liedjes uit de tweede helft van de jaren zeventig waarop Chico Chism drumt (hij was Howlin’ Wolf’s laatste drummer voordat die stierf) of die op diens label verschenen zijn. Vooral veel Eddie Shaw & The Wolf Gang, de begeleiders van Wolf. Niet slecht, niet bijzonder. En hoorbaar op CD gezet vanaf de plaat, dus inclusief een verdwaalde tik.
Man Of Somebody’s Dreams ($16.81)
Chris Gaffney maakte een paar behoorlijke goede soloplaten, was een gewaardeerd lid van Dave Alvins band en frontman van de straighte countrygroep Hacienda Brothers. Hij is dood en dit is een passend eerbetoon met grote namen uit de Americana (Los Lobos is groots, Calexico en Alejandro Escovedo zijn top, de rest waaronder Tom Russell, James McMurtry, Iguanas en Dan Penn zijn gewoon goed) en een paar minder voor de hand liggende mannen. In die laatste categorie steelt Boz Scaggs (die dus nog wel leeft, ik had geen idee) de show.
Theme Time Radio Hour With Your Host Bob Dylan – Season 2 (€11,25)
Verschenen op Ace en dus voorzien van een prachtig boekje met uitputtende, goed geschreven en originele informatie over deze 50 liedjes die de beste dj ter wereld, Bob Dylan, draaide in het tweede seizoen van zijn Theme Time Radio Hour. Schitterende dubbel-cd, die serieus meedingt naar de titel (verzamel)plaat van het jaar. Oudste liedje stamt uit 1927 (Diamond Joe van The Georgia Crackers), jongste liedje is uit 2004 (Goodbye California van Jolie Holland).
20/11/2009 Permalink
Frans,
Heb je weer gemist bij steven Earle, waarom?
Gr,
Je G.