Onder hevige invloed van Crosby, Stills & Nash ruilt The Late in 1969 zijn Britse beat en Beatles-covers in voor een countryrock-sound. Onder de nieuwe naam Unicorn brengt het kwartet in 1971 het debuut Uphill All The Way uit, een album met overwegend typisch Britse folkrock. Twee jaar later krijgt Unicorn – dan helemaal op de Westcoast-toer van The Byrds, Neil Young, The Band en C,S&N – van David Gilmour het aanbod om een album op te nemen, dat Blue Pine Trees is getiteld en in 1974 verschijnt. Ook het volgende album – voor het progressieve Harvest-label – wordt door David Gilmour geproduceerd. Too Many Crooks uit 1976 kan worden beschouwd als Unicorns beste, want een melodieuze countryrockplaat met prachtige harmonieën en aanstekelijke melodieën. Voorzien van een transparante, licht-gepolijste productie en een Eagles-achtige sound springen uitstekende liedjes als ‘Ferry Boat’, ‘He’s Got Pride’ en ‘Bullseye Bill’ eruit, al zijn het weemoedige titelnummer – met op pedal steel David Gilmour – en het voortreffelijke ‘No Way Out Of Here’ de ware hoogtepunten van dit sterke Britse countryrock-album, al is deze typering eind jaren zeventig een waar anachronisme. Unicorn is dan ook op slag hopeloos ouderwets.
Weekend / Ferry Boat / He’s Got Pride / Keep On Going / Too Many Crooks / Bullseye Bill / Disco Dancer / Easy / No Way Out Of Here / In The Mood
05/05/2010 Permalink
Ik maak mijn vrouw altijd wijs dat ik nog eens die plaat van Fleetwood Mac ga opleggen en begin dan vanaf track nummer 3 “He’s got pride” en ga verder met nummer 4 “Keep on going” en steeds weer verschijnt een brede glimlach op haar gelaat. Ofschoon die plaat inderdaad eerder countryrock bevat zitten er toch wel een paar uitstekende songs tussen die zo op “Rumours” hadden kunnen staan. En “No way out of here” kreeg in 1978 toch een definitieve uitvoering of de eerste soloplaat van David Gilmour.