Ze wonen op een boerderij in het Zuidwesten van Engeland, maken muziek en runnen een platenwinkel. Ze zijn met z’n vijven, kleden zich alsof de tijd 80 jaar heeft stil gestaan en hebben zich vernoemd naar bandleider Rupert Morrison. En o ja, een niet onbelangrijk detail: The R.G. Morrison maakt prachtige muziek; ergens tussen Britse folk en americana; tussen dromerige, akoestische singer-songwritersliedjes en country noir. In de meerstemmige zang vindt The R.G. Morrison bovendien aansluiting bij de huidige generatie neo-folkies, zoals bijvoorbeeld hun landgenoten Mumford & Sons. Pastorale, beeldschoon vormgegeven liedjes als Beckett, Grampher Kelly en de droeve pianowals I Won’t Waltz roepen dezelfde sfeer op als Hobotalk met zijn folkliedjes doet. Maar The R.G. Morrison tovert op Farewell, My Lovely (Loose) ook boeiende, complexe vergezichten tevoorschijn met schitterend opgebouwde songs waarin reverb-gitaren fraai samenvallen met spannende strijkers (… Introducing Diamond Valley) en epische panorama’s met een climax van overstuurde gitaren (Songbird, Broken Hands). In It’s Not How You Love komt alles nog eens schitterend samen als de aanvankelijk sluimerende elektrische gitaren tot leven gewekt worden in een grootse finale. Een formidabel album, dit Farewell, My Lovely.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie