Wat mij direct en opnieuw opvalt aan Souther Stills Great Wild Street (Feed Dog Record) is de grote gelijkenis met Grant Lee Buffalo. Die conclusie trokken we ook al bij het volwaardige debuut uit 2006, Dizzyness And Darkness. De Londense band trekt wederom tamelijk fel van leer in slepende gitaarsongs, die soms flink schroeien, soms louteren. Voorbeelden daarvan zijn aan de ene kant het schurende, countryrockende Geraldine And The Highway One en aan de andere kant de met akoestische slide opgetuigde ballad Caroline. Maar altijd hangt de schaduw van Grant Lee Phillips’ americana zwaar over de sound van het Britse Souther Still. De Britten hebben niettemin een voldoende eigen indie-countryrock geluid, wat voorkomt dat ze al te zeer kunnen worden beschuldigd van epigonisme. Op eigen kracht heeft Southern Still dus wederom een tamelijk sterk Brits americana-album afgeleverd.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie