A.J. Roach maakt geen platen bij bosjes. Hij debuteerde in 2003 met Dogwood Winter, Revelation volgde in 2003 en de opvolger daarvan, Pleistocene (Lucky Dice) verschijnt nu weer 5 jaar later. Dat deze derde schijf dan nog geen 33 minuten duurt, is een kleine tegenvaller. Maar de beperkte speelduur wordt wel goedgemaakt door de kwaliteit van de 10 liedjes. Kort maar krachtig dus. Roach komt oorspronkelijk uit Virginia en maakt Amerikaanse folk. Verwacht echter geen traditionele volksmuziek. In feite herinnert alleen zijn opvallende stem aan de Appalachians: doordringend en soms een beetje schel. Dat is bij elke plaat weer even wennen. Roach gaat met Pleistoscene weer wat verder van zijn roots af. Wellicht komt dat doordat hij tegenwoordig in Brooklyn woont; hij heeft de produktie van Pleistoscene ook in handen gelegd van mede-(import)Brooklynite Matt Bauer. Samen hebben zij gezorgd voor een fantastische muzikale omlijsting van de toch al niet kinderachtige liedjes. Violen en andere strijkinstrumenten, een Wurlitzer, koperblazers en hoor ik daar niet ook een speelgoedpiano? Alles zeer beheerst en niet te overdadig. Een mooie aanvulling op het geluid is ook de tweede stem van zangeres Noe Venable. Centraal thema op deze plaat is de verhouding van de mens tot de machine. Een thema dat Roach, naast muzikant ook database consultant, op het lijf geschreven lijkt. Aanrader!
A.J. Roach treedt begin april op in Nederland. Zie de Agenda
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie