De tempoversnellingen op Gotta Make It hebben een frisheid van de betere Engelse hitparadepop uit de jaren zeventig. Maar de singles uit die tijd hadden toch echt niet ook nog eens een mondharmonica als uit een western, alternatieve gitaren en ook nog eens een accordeonsausje. You Yeah Smokin’ Hot (Frogville Records) is dan ook een bijzonder plaatje van labeleigenaar Nathan Moore. Hij heeft een mooie stem waarin een lichte wanhoop schuilt, vormgegeven door wat bibberingen. Maar daarmee slaat hij wel laconiek het pad van de pubrock in. Met andere woorden: hij geniet wel van die licht onzekere toestand. Dat is altijd al de charme van pubrock geweest. De Amerikaan Nathan Moore tovert net zulke fijne tusen pop en rock te situeren liedjes uit zijn mouw als destijds Ian Gomm of Mickey Jupp. En als hij in Gotta Be zingt over hippies en de sixties laat hij het niet na om het liedje wat punky opdondertjes te geven. Daydream In The Real World is een erg fijn liedje voor bangerikken die toch maar al te graag iets willen beleven en 82nd Avenue begint door de toetsen bijna als de begintune van Mash, maar lijkt verder nog veel meer op de melancholieke powerpop van Matt Keating. Verkrijgbaar bij CD Baby.
Omdat ons archief verloren is gegaan een herhaling van de recensie (vier sterren) van de vorige cd (2007) van Nathan Moore: Bij Frogville Records duurt het even voor ze opspringen en in actie komen. Vandaar dat het nogal lang duurde voordat In His Own Worlds (Frogville) van Nathan Moore door de postbode werd bezorgd. En eerlijk gezegd verstreek er daarna ook nog een hele tijd voordat de woorden kwamen voor deze recensie. Dat had niets te maken met desinteresse, integendeel, In His Own Worlds is een prachtige cd. Maar het is zo’n plaat die zich niet zomaar even in wat makkelijke typeringen laat vangen. Nathan Moore groeide op in Virginia en trok in 1992 op op zijn 21-ste naar Austin, Texas. Sindsdien is hij actief in diverse bands en als solo-artiest. In 2002 begint hij het vanuit Santa Fe, New Mexico, opererende Frogville Records, een label dat hier vooral bekend is door het werk van Boris (McCutcheon) and the Saltlicks. Net als Boris heeft Nathan een hese voordracht en doet hij het zonder stemverheffingen. De begeleiders van Moore (op ondermeer toetsen, pedal steel, viool en cello) spelen net als de Saltlicks enigszins loom. Of liever nog, ze laten zich door de wind meevoeren om als de vogel die de hoes siert de wereld van enige afstand gade te slaan. Op die manier weten ze zelfs redelijk complexe songstructuren vloeiend en organisch te houden, waardoor Nathan Moore het briljante werk met de First National Band van Michael Nesmith in herinnering roept. Tel daar nog bij op dat Moore ook in zijn teksten de diepte ingaat en het mag duidelijk zijn dat hier gesproken kan worden van een ijzersterk album dat het verdient om ook in Nederland gedistribueerd te worden.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie