Lekker droog klinkt Tracks In The Sound (eigen beheer) van Matt Cox. De Amerikaan zingt als een cowboy zonder zakdoek in een stofstorm. Met het stof op de stembanden dus. Het album begint met Let’s Take It Home, een liedje in de stijl van Mark Germino. Three Rounds Down vangt aan als een trage cowboysong, totdat een piano een tempoversnelling brengt. Met het derde nummer July Sun wordt al duidelijk dat dit een bijzonder album is. Het duurt zes minuten en het verhaal over een verbroken relatie zou zo op de plaat Border Affair van Lee Clayton hebben kunnen staan. Een prachtig liedje dus, voor wie dat nog niet begrepen had na deze vergelijking. Cox woont in Omaha, Nebraska, en heeft een voorliefde voor het zuidwesten van de Verenigde Staten hetgeen zijn droge sound verklaart. Een geluid dat mede wordt vormgegeven door de warme bries van Ben Zinn op elektrische gitaren en pedal steel. Stond op My Last Dollar slechts de naam van Matt Cox, op Tracks In The Sound gaat het om Matt Cox Band. Een terechte toevoeging op deze cd. Down To The Station is een beetje als Harvest Moon van Neil Young, vooral door de mondharmonica van Cox. Op het afsluitende Riches To Rags brengt een trompet het zuidwesten van de VS dichtbij en het vertragende midtempo is weer helemaal als Lee Clayton. Verkrijgbaar bij CD Baby.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie