Soms is het voldoende om gewoon lekker lui een omschrijving van de artiest over te nemen om een cd te bespreken. Dat kan bij No Match For Greater Minds (eigen beheer) van Painted Saints. Dat luie, dat past namelijk precies bij de aanpak die Paul Fonfara voorstaat. Dat heb ik bij de vorige twee albums ook al uitgelegd (zie hieronder). Dus voor deze ene keer beperk ik me tot hetgeen Painted Saints zelf schrijft op de website: We describe the music as eastern european tinged indie gutter blues / shimmering melancholia / sad bastard chamber country / spaghetti western heroin klezmer. Da’s werkelijk toch voldoende? En als dat niet zo is, lees dan gewoon nogmaals wat we over de vorige platen schreven. Verkrijgbaar bij CD Baby.
Dit schreven we over het in 2006 verschenen Company Town: Paul Fonfara stond met Woven Hand en Jim White al enkele malen op de podia in Nederland. Met zijn eigen band Painted Saints zou hij ook eens deze kant op moeten komen, want met Company Town (Sopping Thursday) heeft hij een eigenzinnig debuut afgeleverd dat zeker aandacht verdient. Helemaal nieuw is de plaat niet, want op kleine schaal werd deze muziek vorig jaar al uitgebracht onder de titel Miles Of Twine. Met een andere titel en nieuw artwork van Paul Fonfara blijft deze fraaie cd hopelijk deze keer niet onopgemerkt. Dat Painted Saints een experimentele vorm van americana maken, zal niet bevreemden, gezien de samenwerking met Woven Hand en Jim White. De americana van Paul Fonfara en zijn zeven bandleden wordt opgebouwd uit woestijnmuziek en oosteuropese zigeunerklanken, waarbij elementen uit de kamermuziek niet worden geschuwd. Het eindresultaat klinkt als filmmuziek voor een spaghetti-western uit Hongarije, als zoiets al zou bestaan, en zou liefhebbers van Ennio Morricone, Calexico, Sixteen Horsepower en Tom Waits zeker aan moeten spreken. Fonfara (zang, gitaren, klarinet, viool en cello) heeft maar liefst zeven bandleden om zich heen verzameld, maar toch blijft het allemaal heerlijk desolaat. Hoor die zingende zaag eens janken! En dat sfeervolle fluiten brengt beelden van een eenzame ziel dolend in een ghost town op het netvlies. Lange tijd maakte Fonfara deel uit van de avontuurlijke scene in Denver, Colorado, die naast Sixteen Horsepower bijvoorbeeld bestaat uit gelijkgestemde bands als Devotchka en Tarantella, maar na een verblijf in Spanje is hij nu actief vanuit Minneapolis, Minnesota. Hopelijk vindt hij daar inspiratie voor een opvolger.
En dit over het in 2007 verschenen tweede album: De band Painted Saints schildert in bruintinten en bordeauxrood. Op The Bricks Might Breathe Again (eigen beheer) onthalen ze de bezoekers in een chique bordeel ergens in de Rocky Mountains, waar cowboys en zakenlui al tevreden zijn als ze er mogen vertoeven in het aangenaam gezelschap van de stijlvolle gastdames. Lekker onderuitgezakt in een bank met brede leuningen, een fijne conversatie voerend, een whisky onder handbereik en een knapperend haardvuur op de achtergrond. Die sfeer heeft deze cd, waarop leider Paul Fonfara en zijn band wederom oosteuropese klanken combineren met woestijnmuziek. Buiten waait het, hoor maar naar die zingende zaag, maar binnen is het behaaglijk. Fonfara heeft een verleden bij Jim White, Woven Hand en Devotchka. Zijn kunstzinnige aanpak zou vooral ook liefhebbers van Andrew Bird moeten aanspreken. Soms fluit hij, zoals in The Kid Rides His Bike In The Snow. Mede door het gebruik van bandoneon, klarinet, cello en viool een aangenaam buitenbeentje in de americana.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie