Leo Blokhuis is meer dan de popprofessor die alles weet over de Top 2000. Zijn interesse in popmuziek gaat veel dieper. Na een aantal fraaie boeken over veelvuldig gecoverde liedjes en muzieksteden verscheen van hem in 2010 The Sound Of The Westcoast, een soundbook. Die combinatie van een boek met vier cd’s bleek een commerciële voltreffer. Nu is er dan The Sound Of The South (Uitgeverij Ambo/Universal Music). Volgens het beproefde recept gaat Blokhuis in op countrysoul, een tamelijk obscure muziekstroming.
Jawel, er staan ook enkele hits tussen de 97 liedjes op de vier cd’s, goed voor vijf uur luisterplezier. Zoals het schitterende When A Man Loves A Woman van Percy Sledge. Terecht, want het is pure countrysoul, een sudderend stoofpotje waar de dampen het deksel boven de pan laten zweven. Het nummer is elk jaar te horen in de Top 2000. Op 1070 vorig jaar, veel te laag trouwens.
Het huwelijk tussen blanke country en zwarte soul kan op zijn minst opmerkelijk worden genoemd. Temeer daar juist in het zuiden van Amerika deze stroming ontstond. Daar waar de littekens van de segregatie begin jaren zestig nog vers waren. Het weerhield soulzanger Solomon Burke er niet van countrynummers op te nemen. Cd 1 begint met zijn Just Out Of Reach (Of My Two Empty Arms), in het boek overigens abusievelijk vermeld als Just Out Of Reach (Of My Two Open Arms). Klein schoonheidsfoutje. Het is Blokhuis vergeven, want dat het nummer helemaal niet in het zuiden van de VS werd opgenomen maar in New York en dat het toch thuishoort op The Sound Of The South legt hij duidelijk uit.
Maar goed, hoe zat dat met het racisme en die samenwerking? De artiesten hadden blijkbaar geen last van onderbuikgevoelens. Ze begrepen maar al te goed dat het in country en soul om precies hetzelfde gaat. Menselijke emoties waarbij het niet uitmaakt wat voor huidskleur je hebt. De liefde om precies te zijn. En dan vooral de smart en het smachten. De hartstocht spat er werkelijk vanaf op de tussen 1961 en 1976 opgenomen liedjes die op de vier cd’s verzameld zijn.
In het boek reist Blokhuis door het zuiden van Amerika. Hij bezoekt de studio’s in Nashville, Memphis en Muscle Shoals en kleinere plaatsen verder naar het zuiden. Met zijn vlotte schrijfstijl maakt hij inzichtelijk hoe die samenwerking verliep. Blokhuis doet zich in zijn boeken nooit voor als de alleswetende popprofessor. Hij verklaart eerlijk dat hij zich pas sinds 1994 in het genre verdiept heeft, daartoe aangezet door de dat jaar verschenen cd Do Right Man van Dan Penn. En Blokhuis heeft er ook geen moeite mee te vertellen dat een nog zeer jonge Tim Knol, destijds een enthousiaste verkoper in een platenzaak, hem heeft gewezen op de muziek van de tragische zanger Jimmy Donley uit Louisiana. Die ontwapenende bekentenissen maken Blokhuis sympathiek en zijn verhalen winnen aan kracht doordat hij zich niet beperkt tot de kale feiten.
In het tweede deel van het boek schrijft Blokhuis over alle liedjes een pagina vol. Het maakt hem niet uit of het gaat om grootheden als Bob Dylan, Tina Turner, Elvis Presley, Aretha Franklin, Otis Redding, Dusty Springfield, Etta James en Percy Sledge, allemaal namen die vermeld staan op het omslag van The Sound Of The South, of om vrijwel onbekende artiesten als Don Varner (in tegenstelling tot veel van zijn vakbroeders niet van de baptisten- of pinksterkerk, maar katholiek), Kip Anderson (wiens I Went Off And Cried wordt omschreven als onbeschaamd uitgezongen verdriet), Rob Galbraith (zijn elpee Nashville Dirt verscheen alleen in Zuid-Korea in zeer beperkte oplage op cd) en Maxine Weldon (die het wonderbaarlijke talent heeft vat te krijgen op het hart van het liedje, aldus Kris Kristofferson). Blokhuis heeft over iedereen iets te melden.
Niet zonder tragiek is het verhaal van de nog immer actieve Cissy Houston, toch vooral bekend als ‘de moeder van’. Want zo’n imposante loopbaan als haar vorige week overleden dochter Whitney Houston zat er voor haar niet in. Ze nam Midnight Train To Georgia op in 1972, maar het nummer deed niet veel. Een jaar later scoorde Gladys Knight met een vrijwel identieke versie er een enorme hit mee.
Voor de kenners die nog allerlei namen missen in dit verhaal, ja, ook Joe Tex, James Carr, Eddie Hinton, Barbara Lynn, Joe South, Jim Ford, Johnny Adams, Joe Simon, Clarence Carter, Candi Staton, Don Nix, Z.Z. Hill, Dobie Gray, Donnie Fritts, Larry Jon Wilson en Bobby Womack, ze zijn allemaal present. En nog vele anderen.
18/02/2012 Permalink
Opvallend detail: allemaal soloartiesten in deze box, in tegenstelling tot The Sound of the Westcoast, waarop het wemelde van de groepen.
21/02/2012 Permalink
Het lijkt me een mooie box voor iemand die de deepsoul pas heeft ontdekt. Maar als je al een paar van die onvolprezen verzamelaars van het Kent label te pakken hebt (The heart of Southern soul vol 1 t/m 3, The Goldwax Story, Take me to the river – 3cd box en de mooiste serie: Dave Godin’s Deep Soul Treasures 1 t/m 4) dan is deze box wellicht een beetje overbodig. Toch een heel goed initiatief om deze prachtmuziek onder de aandacht te brengen van een breder publiek!