Met Harvest Breed zetten de Canadezen C-Antoine Gosselin en Philippe Custeau iets steviger aan dan ze deden in hun vorige band Jake and the Leprechauns. Everything Changes (Landlocked) heet het debuut dan ook. De van Arcade Fire bekende producer Mark Lawson werd ingehuurd om deze verandering mede vorm te geven. Toch is er van een echte stijlbreuk geen sprake. Dat Harvest Breed niet helemaal een andere richting is opgegaan blijkt al uit de songtitel van pianoliedje After Dinner Meditation. Maar toch, iets minder traag zijn de liedjes beslist. Met de bijzondere stem van Gosselin moet het mogelijk zijn om een breder publiek te bereiken. De samenwerking met Lawson zal daar zeker toe bijdragen. Het album opent met Don’t Give Up On Me, een pianoliedje met enkele versnellingen. Het titelnummer begint uiterst sfeervol met kerkorgel en We Cannot Hold doet het met steelgitaar om te eindigen met handgeklap en natuurgeluiden. Het uiterst korte Haiku heeft samenzang als Beach Boys. Nog altijd schrijft Custeau de teksten die Gosselin voorziet van arrangementen, ook al bestaat Harvest Breed uit zes personen.
De recensie van het derde album At Midnight, The Birdsong van Jake and the Leprechauns is nog op deze site te vinden, de bijdragen over de eerste twee cd’s van die band gingen verloren nadat onze provider enekele jaren geleden werd gehackt. Dit schreven we over het debuut: Het titelloze debuutalbum van Jake and the Leprechauns (eigen beheer) heeft een bijzondere ontstaansgeschiedenis. Tien jaar werkten de Canadezen Philippe Custeau (pedal steel, gitaar, piano, ebow, zaag en zang) en C-Antoine Gosselin (zang, gitaren, mandoline, banjo, bas, dulcimer, glockenspiel en synthesizer) aan de nummers op deze cd. Custeau verbleef om studieredenen in het Amerikaanse Iowa en vandaar stuurde hij ideeën voor nummers naar zijn maatje Gosselin die er in Sherbrooke, Quebec, mee aan de slag ging. Pas toen Custeau terugkeerde naar Sherbrooke was het mogelijk om de ideeën werkelijk in een studio vorm te geven. De in folk en country gewortelde muziek is betoverend. Enigszins traag zijn de liedjes, met lange gitaarlijnen op de achtergrond. Gosselin is de belangrijkste zanger. Hij heeft een heldere stem, soms licht omfloerst, maar hij blijft altijd goed verstaanbaar. Op Thoughts On A September Morning klinkt hij nogal als Adam Duritz van Counting Crows. Maar waar Duritz de neiging heeft tot maniërisme, blijft Gosselin naturel. Jake and the Leprechauns benaderen de sfeer van het hoesje, een detail van een schilderij van Rafael Sottolichio. Zelf refereren ze ondermeer aan Lullaby For The Working Class en Scud Mountain Boys. En wees niet verbaasd als het sfeervolle Silence Sinks eindigt met een geweldige naar southern rock buigende gitaarsolo die net als je verwacht dat die nog een hele tijd voort zal duren abrupt tot een einde komt.
En dit over de opvolger: A Long Dash (Followed By Ten Seconds Of Silence) heet de tweede cd van Jake and the Leprechauns. Zo’n titel heeft iets hoogdravends. En dat klopt ook wel een beetje. De Canadezen Philippe Custeau en C-Antoine Gosselin hebben beslist pretenties. Het goede nieuws is dat ze die pretenties ook helemaal waarmaken met een schitterend album vol muzikaal avontuur. De cd begint met From An Attic Window In Amsterdam, waarin ze zingen ‘maybe we should find a house on the beach, maybe we should move to Greece’, waarmee ze – wellicht onbedoeld – een rake typering geven van een Nederlands levensgevoel. Custeau (pedal steel, dobro, elektrische gitaar, accordeon, tapes and noises, zang) schrijft alle nummers, waarbij Gosselin (zang, gitaren, piano, banjo, accordeon, melodica, Rhodes, mandoline, harp, lap steel, glockenspiel en orgel) de woorden tot een compositie vervolmaakt. Meestal houden de twee, die overigens ook nog vele gasten in de studio hebben verwelkomd, zich op in eenzelfde soort muzikaal wonderwereld als Hobotalk. Ze werken iets meer toe naar climaxen dan de Schotten, maar heel vaak houden ze net voordat die bereikt worden toch weer in. Dat maakt het alleen maar spannender. In A Better Day Here komt een laag overvliegende elektrische gitaar voorbij en klinkt nanananana-zang. Non Sequitur heeft de sfeer van A Sentimental Mood (Duke Ellington), waardoor je opeens Simon Carmiggelt weer voor je ziet. Een prachtige opvolger van het ook al heel bijzondere debuut.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie