Bex Marshall – Dani Wilde – Girls With Guitars – Erja Lyytinen – Janiva Magness – Ruthie Foster – Heritage Blues Orchestra
Niet zomaar een bluesalbum, dit The House Of Mercy (House Of Mercy/Munich) van Bex Marshall. Op het titelnummer waarmee wordt afgetrapt ontstaat een uiterst geslaagd mengsel met country. De resonator en electric lady guitar (zo staat het echt op het hoesje) van Marshall krijgen vaker gezelschap van dobro, viool, banjo en mandoline. De in Londen residerende Marshall overtuigt volledig met elf eigen composities waarmee ze de broeiende gospel van The Staple Singers in herinnering roept, terwijl ze verder aardig in de buurt komt van Sass Jordan en Janis Joplin. Naast de countryklanken van BJ Cole en leden van Hayseed Dixie vormen bluespatronen de basis, vorm gegeven door de ritmesectie en toetsenist Toby Baker. Eigentijds klinkt Marshall ook, luister maar naar het zich in New York afspelende Rent My Room.
De eveneens Britse Dani Wilde heeft ook al een heerlijk plaatje afgeleverd met Juice Me Up (Ruf Records/Munich). De noten die ze op Don’t Go Making Me Cry uit haar gitaar perst neigen naar het icepickin’ van de betreurde gitaarreus Albert Collins. Op Mississippi Kisses doet ze dat nog eens. IJskoud de beste, kortom, deze roodharige dame. Dat wisten we overigens al sinds haar twee jaar geleden verschenen cd Shine. Wilde verdient het te profiteren van de huidige belangstelling voor soulmuziek, schreven we toen. Dat vinden we nog steeds. Zo is Crazy World een gewaagde oefening in het soort symfonische hogeschoolsoul waarmee Curtis Mayfield ooit naam maakte. En op Who’s Loving You van Smokey Robinson, een van de twee covers, brengt ze glorieuze rhythm and blues waar geen liefhebber van Irma Thomas omheen kan.
Dani Wilde komen we ook tegen op Girls With Guitars Live (Ruf Records/Munich). Dat is de weerslag van een optreden op 11 februari 2011 in Worpswede, Duitsland. De andere vrouwen zijn Victoria Smith, net als Wilde afkomstig uit Brighton, en de Amerikaanse (Kansas City) Samantha Fish. De girls with guitars zijn Wilde en Fish, want Smith speelt bas. Ze zingt trouwens wel, dus dat haar naam groot op de voorkant van de hoes staat is terecht. Daar zal ook drummer Denis Palatin geen moeite mee hebben. Het gaat immers om de dames en die winden er geen doekjes om en openen met een bak bluesherrie in de vorm van de Stonescover Bitch. Met een geweldige versie van I Put A Spell On You veroveren ze alle aanwezige Duitsers. Met dvd met iets meer en wat andere nummers.
Ook de liveplaat Songs From The Road (Ruf Records/Munich) komt met als bonus een dvd. De Finse gitariste trad op 16 november 2011 met haar band op in Helsinki. Voordat ze echt beginnen bouwen ze een imposant geluidsdecor op dat ze The Road Leading Home hebben genoemd. Daarna zetten ze met Voracious Love echt in, het titelnummer van de vorige studioplaat. De Finse slidegitariste bereikt met haar bluesrock alle hoeken van het Savoy Theater.
Op Stronger For It (Alligator/Munich) van Janiva Magness staan drie eigen nummers die ze schreef met haar producer Dave Darling. De covers zoekt ze grotendeels in de americana, zo treffen we nummers aan van Buddy & Julie Miller, Shelby Lynne, Ray Wylie Hubbard, Grace Potter, Paul Thorn alsmede Tom Waits en Matthew Sweet. Ze komt uit Detroit, dus het zal niemand verwonderen dat haar blues komt met een portie soul. Iets aardser dan hetgeen we van Motown kennen. Op haar eigen I Won’t Cry zorgt het koortje voor (wederom) een fraaie verwijzing naar Staple Singers, terwijl haar gitaarwerk lonkt naar Robert Cray.
De waarheid omtrent Ruthie Foster is dat ze met haar albums soul, blues en folk uitstekend weet te combineren. Met haar vorige album The Truth According To Ruthie Foster werd ze genomineerd voor een Grammy Award in de categorie blues, maar dat is in haar geval veel te beperkt. Op Let It Burn (Blue Rose Records/Sonic Rendezvous) brengt ze liedjes die we kennen van Adele, Black Keys, Los Lobos, Johnny Cash, The Band, Pete Seeger, Crosby, Stills & Nash en nog wat anderen. Zelf leverde ze slechts enkele nummers waaronder Welcome Home dat ze doet met The Blind Boys Of Alabama. De in Austin, Texas, gevestigde Foster nam Let It Burn op in New Orleans met de ritmesectie van The Meters (George Porter Jr. en Russell Batiste), toetsenist Ike Stubblefield, saxofonist James Rivers en steelgitarist Dave Easley. Het is niet haar meest indrukwekkende album, daarvoor heeft Ruthie Foster teveel gekozen voor de rol van vertolker. Neemt niet weg dat haar versie van Ring Of Fire beslist bijzonder is.
Heritage Blues Orchestra duikt nog dieper in de materie op And Still I Rise (Raisin’ Music Productions/Munich). De materie? Nou ja, de roots bedoelen we dan gewoon. Daarvoor gaan we naar het zuiden van de Verenigde Staten. Om te beginnen naar Clarksdale Moan van Son House. Oude blues. Oude jazz. Springlevend in de handen van Heritage Blues Orchestra. Klappende handen, twee gitaren, drums, percussie, tuba, trimpet, trombone, saxofoon en mondharmonica. Van Big Legged Woman naar Catfish Blues en meer. Hard Times. And Still I Rise. Ooh. Aah. Howl. Howl. Howl.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie