In de recensie van Indestructible Machine van Lydia Loveless hebben we het al eens gehad over Todd May. Als gitarist op die plaat maakte hij op een van de nummers indruk met een geluid dat veel weg heeft van Richard Lloyd van Television. Dat we hier te maken hebben met een gitaarman die houdt van catchy liedjes blijkt wel uit de titel Rickenbacker Girls (Peloton Records). Het is een perfect etiket voor een plaat waarin de liefde voor pure popmuziek (alles van The Byrds tot new wave zullen we maar zeggen) duidelijk doorkomt. En wat schrijft deze May goede liedjes. Van die pareltjes die haakjes blijken te bevatten. De in Columbus, Ohio, zetelende artiest kreeg voor zijn songschrijverskwaliteiten al lof toegezwaaid door collega’s als Patterson Hood (Drive-By Truckers) en Robert Ellis. Bovendien beschikt May over een prachtige stem die zachtjes schuurt tegenover gloedvolle klanken uit een orgel. Josephine Calling is grotestadssoul, terwijl Mercy eerder droge desertrock is met tegen het vals aanhangende koortjes en een gitaar die zijn eigen weg zoekt langs het toetsenspel. Opener St. Albans Girl valt nog het meest onder de noemer van altcountry. Het met kleine gitaarnootjes opgebouwde Why Don’t You Come Out Lately is onweerstaanbare witte soul. Al met al biedt Rickenbacker Girls elf uitstekende liedjes. Van deze Todd May blijkt er ook nog een nieuwe cd uit te zijn met de band Fort Shame, waarover hopelijk later meer.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie