Bijna tachtig minuten experimentele cowboymuziek biedt Dust And Aether (eigen beheer) van The Law. Direct al op het donkere Some Say wordt duidelijk dat yeehaw ook gemeen en gevaarlijk kan klinken. The Law is een hard rockend collectief van zeven personen uit Atlanta, Georgia, waarin we Trappers Cabin (zie hieronder) tegenkomen. Chandler McGee (zang, mondharmonica) is de belangrijkste man hier. Hij stuurt het bijzondere Cold Beer naar het territorium van Helldorado. Twang en toetsen, op het einde zwaar en gedragen. I Have Also Found begint als een mysterieus stukje Ennio Morricone, waarna vreemde stemmen de diepte ingaan. Wie kent Buddy and the Huddle nog? Want aan die Duitse groep die briljante platen maakte op Glitterhouse doet dit denken. Big Game heeft een spannende opbouw als het beste werk van Junkhouse. Vioolgefiedel, tempowisselingen en noise. Crazy Lonesome pakt met akoestische gitaar en een blije fiddle de energie van The Pogues. Het instrumentale Bantaro klinkt als wereldmuziek uit India, waarna Country Boy hardrockend yeehawgebrul biedt en ook het westerngeluid van zo´n mouthbow. Hell Ridin´ Demon is een combinatie van de melodie van House Of The Rising Sun en de donkerte van Mark Lanegan. Maar wel met kwistig kwetterende gitaartjes op het eind. Bloody Boots heeft een mooi kaal gitaargeluid en is rustig en slepend. Op het eind hoor je wat gerommel van onweer en een gitarist die nog wat doorspeelt. Passenger is typisch altcountry met die huppelende banjo en heerlijke samenzang. Trucker Reborn is cowpunk. De twangende gitaren van Howlin´ komen tot rust en zetten dan weer aan. Rain And Sand is pure spaghetti western en Joe Cooper zwaar psychedelisch. Veel ruimte en slidegitaar. Trappers Cabin die in de huid kruipt van Skip Spence, zoiets. Maar het nummer eindigt met bluesrock die overgaat naar de kracht van Masters Of Reality of zelfs Soundgarden. Met Fire And Light is The Law aan het eind gekomen van deze bijzondere trip. De stem van dat slot is donker als Johnny Cash.
Dit schreven we in 2008 over de albums Trappers Mind en For My Friends van Trappers Cabin: Avant-americana is een van de vele subgenres waarmee de internetwinkel Cd Baby orde in de chaos van het overstelpende aanbod probeert te scheppen. Het loont de moeite om af en toe eens te grasduinen in een wat minder voor de hand liggend genre. Voor de avant-americana moet je bijvoorbeeld eerst naar de avantgarde. Daar kun je een artiest vinden als Trappers Cabin, een diep in de bergen van Georgia verstopte tamelijk excentrieke jongeman die bijzondere plaatjes maakt. Trappers Mind (eigen beheer) is zijn nieuwste cd. Het is een plaat waarop interessante momenten worden afgewisseld met zo af en toe wat al te onzinnig experiment. Maar als Trappers Cabin het wil dan komt hij met zeer aanstekelijk werk aanzetten. De experimenteerdrift van Beck paart hij dan met melodieën en zanglijnen van de Beach Boys. Ook de bijzondere samenzang van Barefoot Jerry is op een nummer als Tortured Vows te horen. Trappers Cabin treedt met zijn aanpak ook in de voetsporen van Skip Spence, wiens plaat Oar op moment van verschijnen totaal niet begrepen werd. De cd Trappers Mind biedt een psychedelische diashow in een afgelegen berghut. Bonnie ‘Prince’ Billy zou zich er wel thuisvoelen. De late Beatles trouwens ook. Met de mededeling dat verder Neil Young ten tijde van After The Goldrush hier moet worden genoemd zal duidelijk zijn dat dit een bijzonder plaatje is. For My Friends (eigen beheer) dateert van 2006. Op deze conceptplaat waarin de dieren de macht overnemen is de invloed van oude country en folk iets groter. In het sixties-achtige liedje Yellow Llama duikt de Dalai Lama even op. Trappers Cabin verdient met deze twee avontuurlijke platen veel bezoek.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie