Op vrijdagavond 2 mei vond de eerste editie van het Heartland Festival plaats. De winnaar van onze prijsvraag, Koos Reitsma, deelt zijn bevindingen met ons.
De locatie was poppodium Metropool in Hengelo, ‘de’ plek voor rootsmuziek in Twente. Bluesman Guy Forsyth heeft er zelfs zijn livealbum High Temperature opgenomen, nadat hij rond een uur of vijf in de ochtend toch echt door zijn nummers heen was. De organisatie van het Heartland festival wilde het niet zo laat maken. Het festival begon om 18 uur en eindigde iets na 24 uur.
Metropool heeft op de begane grond een restaurant met een klein podium. Op de eerste etage bevindt zich de hoofdzaal (Jupilerstage) met direct ernaast een kleinere zaal (het Paradijs). De opzet van het festival was herkenbaar aan en vergelijkbaar met het Take Root festival, maar dan kleinschaliger: de hoofdacts speelden een uur in de hoofdzaal en daarna begon een band in de kleinere zaal. Dat zorgde wel voor een klein manco: het Paradijs kan ongeveer de helft van de bezoekers van de Jupilerstage herbergen, waardoor diverse bezoekers de bands in het Paradijs maar voor de helft of helemaal niet hebben meegekregen. De bands in het restaurantgedeelte overlapten deels de andere bands. Aankleding in de vorm van banners, kleden etc was er niet, wellicht een idee voor volgend jaar.
Marc Ford mocht om 18 uur in de Jupilerstage aftrappen met zijn 6-mans band (bestaande uit de voormalige leden van het inmiddels ter ziele gegane Phantom Limb): twee gitaristen met elektrische gitaar, een gitarist met akoestische gitaar, drummer, bassist en toetsenist. Gedegen speelde de band zich door de nummers zonder dat er sprake was van een echte uitschieter. Stevige rootsrock, maar niet te ruig, zeg maar een iets mildere versie van Jason Isbell tijdens zijn Drive-by Truckers periode. Erg prettig om te horen was de zuiverheid van het geluid. Ford is een technisch goede gitarist: geen missers, geen valse noten, helder.
De Blue Grass Boogiemen mochten het publiek in het restaurant verwarmen. Dat ging hen goed af en het deed denken aan de kwaliteit van Chatham County Line. Vier mannen gebruik makende van een staande bas, een of twee violen, akoestische gitaar en een banjo , al dan niet gezamenlijk zingend rondom een microfoon. De bas en de gitaar trokken de band vlot door de setlist van eigen nummers en covers. Het leverde een Nederlandse band op die totaal niet Nederlands klinkt. Het blijkt dat we voor goede bluegrass ook terecht kunnen bij deze mannen, geplukt van de Nederlandse akkers in de stad Utrecht.
Tijdens deze bluegrass-set kon voor de inwendige mens gezorgd worden. Voor de volgende editie mag de organisatie daar trouwens iets meer zorg aan besteden. Met een openingstijdstip van 17:30 uur kan het niet anders dan dat vele bezoekers tijdens het festival willen eten. Het menu bood hamburger, ribs, mixed grill en sticky chicken, allen voor € 7,50. Binnen een uur was een groot deel van het aanbod al op terwijl nog meer dan genoeg mensen wilden eten. De doorstroom ging gezien de gebrek aan ruimte naar omstandigheden nog goed. Ondanks dat, de ribs en de sticky chicken hebben goed gesmaakt, en – in de vorm van voorverpakte natte handdoekjes – er was gedacht aan de vette vingers.
Band of Heathens was de volgende band in de hoofzaal: degelijke rootsrock verweven met een vleugje populaire popmuziek. Ze speelden braaf, netjes en geordend, niet in een al te hoog tempo. Even leek het er op dat zelfs het meest rock ’n roll-achtige nummer braaf zou worden gespeeld, waarbij de drummer nog voor het meeste spektakel leek te zorgen. Gelukkig had de band een verrassing in petto in de vorm van een versnelling, waarmee ze de set prima afsloten.
De twee-mans-een-vrouw formatie Handsome Family zorgde voor de donkere kant op het festival met zwaardere nummers en diepere muziek. De gitaar was iets te hard afgestemd. De stem van de Rennie Sparks zorgde voor een beetje licht in het donker.
De broer van de zoon van god? Bijna. Nog even en de allervriendelijkse Israel Nash kan met zijn lange haar en weelderige baard inderdaad voor diens broer kunnen uitgaan. De muziek was in ieder geval verlichtend. Tel daarbij op dat Israel Nash speelde op een prachtige witte Gretsch gitaar, inclusief krulsnoer! Getooid in een jaren zeventig outfit en ondersteund door een steelgitarist speelden de bandleden nagenoeg het gehele, vorig jaar verschenen album Rain Plains. Deze nummers werden aangevuld met een paar liedjes van zijn eerdere albums, waaronder het sterk opzwepende Goodbye Ghost. De nummers van Rain Plains zijn door door het uitgesponnen karakter ervan niet de meest makkelijke nummers om live ten gehore te brengen, waardoor het gevaar bestaat dat zo’n set als vlak gaat overkomen. Israel Nash weet dat gelukkig te voorkomen. Hij liet alle gitaarsolo’s over aan Joey McClennan. Het was goed. Had de band een of twee iets meer rockende nummers toegevoegd en een enkele southerrock gitaarduel toegevoegd, dan was het zelfs meesterlijk geweest.
De Black Marble Selection (uit Tilburg) pakte het vervolgens in het Paradijs energieke aan. Vanaf het openingsnummer zat de vaart er goed in met snelle, rockende nummers. Een vleugje soul, een toefje rockabilly, een scheut rock (’n roll) met een kruidig stukje blues aangevuld. Met het nodige enthousiasme gebracht zodat bijna niemand de kleinere zaal van het Paradijs verliet.
Wellicht dat het geen rootsrock is. Wellicht dat het ook geen country is. Sommigen verfoeien hem om zijn gelikte soul in de stijl van de jaren vijftig en zestig. Anderen zoals ondergetekende waarderen dat juist, vooral als er een hele goede stem aan te pas komt. We hebben het over Eli ‘Paperboy’ Reed. Als je met de ogen dicht luistert, zou je zweren dat je te maken hebt met een afro-americaan van in de zestig. Echter, we hebben te maken met een blanke jongeman van begin 30. Reed heeft net zijn derde album Nights Like These uitgebracht en is in West-Europa voor een promotietour. Hij zorgt er voor dat zelfs de meest nuchtere Twentenaar, Achterhoeker, Fries, Drent of Groninger in de zaal een glimlach op zijn mond krijgt en automatisch met zijn heupen begint te bewegen. Reed heeft op zijn nieuwste album diverse gekke geluidjes verwerkt, die ook live naar voren komen zonder al te storend te zijn. Een volle, uitstekende stem, een swingende soul band met een stuwende ritmesectie en blazers: Eli ‘Paperboy’ Reed weet het Heartland swingend en energiek af te sluiten.
Tekst en foto’s: Koos Reitsma
08/05/2014 Permalink
Aangenaam festival zo te lezen, leuk.