Rodney Crowell maakte in de eerste helft van het vorige decennium indruk met drie albums die dieper gingen dan we van de countryrocker gewend waren. Op The Houston Kid verhaalde hij over zijn jeugd in de oostelijke wijk van die wereldstad, een tijd van armoe en geweld. Op Fate’s Right Hand en The Outsider zette hij die lijn door met persoonlijke bekentenissen en politieke vraagstukken. Daarna bleef hij imponeren op Sex & Gasoline en albums met Emmylou Harris en Mary Karr. Op Tarpaper Sky (New West/Warner Benelux) pakt Crowell het iets te gemakkelijk aan, een probleem dat zich ook altijd voordeed op de albums uit de vorige eeuw. Daarop liet Crowell iets teveel zijn oren hangen naar de platenbazen van Nashville. Daar is weliswaar op Tarpaper Sky geen sprake meer van, het is de keuze van Crowell zelf om dit album uit te brengen zoals het er ligt. Op zich is er niet zoveel mis met deze collectie liedjes, maar erg diep graaft de Houston Kid niet en dat valt dan toch een beetje tegen. De liedjes lijken tot stand gekomen als vingeroefeningen. Dat is misschien ook wel zo, want Crowell wilde weer eens de studio in met de groep begeleiders van het commercieel succesvolle Diamonds And Dirt uit 1988. Wat we te horen krijgen? Een plukje cajun met prominente rol voor viool op Fever On The Bayou en wat rockabilly in jaren-tachtig-stijl op Frankie Please. En verder wel wat vertrouwd werk in de stijl van de laatste albums, zoals bijvoorbeeld Famous Last Words Of A Fool In Love, maar in zijn geheel is het toch teveel een losse verzameling nummers. Fraai is de aan Guy Clark opgedragen The Flyboy & The Kid. De cd wordt afgerond met Oh What A Beautiful World, dat Crowell schreef met John Denver in gedachten. Het begint met een mondharmonica die langs Country Roads blaast.
06/05/2014 Permalink
Er had van mij toch nog wel een sterretje bij gemogen………
10/06/2014 Permalink
Twee zelfs.