Enige weken geleden plukte ik zomaar een cd van ene Mike Felten uit de ‘platenkast’. En wat bleek: er stond er zelfs nog een van Felten pal naast. Wat leerde mij dat? Dat ondanks dat het inmiddels een puinhoop is als het om een beetje handzame volgorde in mijn platenkast gaat, de letter F redelijk op orde is. Goed, Mike Felten dus. De albums van Felten in mijn bezit zijn: Landfill uit 2003 en Tossin’ It Away uit 2008. Opnieuw beluisterd dus. Bijzonder? Ja, maar niet in de zin dat het vergeten wereldplaten zijn, dat dan weer niet. Wel riep deze her beluistering een aantal vragen op, met als belangrijkste: ‘waarom een Tom Ovans en vooral een Malcolm Holcombe wel, zij het natuurlijk met enige mate, aandacht krijgen in de (kleine) ‘rootswereld’ en een Mike Felten niet?’ Ik moet het antwoord schuldig blijven. Of beter: ik verspil maar geen energie aan deze materie die her en der al vele malen eerder aan de orde is gesteld. Echter, toen ik deze vraag op een vrijdagmiddag toch maar ‘ns terloops liet vallen in de enige platenzaak waar je zo’n vraag ook daadwerkelijk met een gerust hart kunt droppen, kreeg ik een vrij onverwachtse repliek: ‘En Michael Kelsh, dan’? ‘Michael wie?’, was mijn repliek. ‘Staat volgens mij nog ergens in de bak hier’, was het vervolg.
En inderdaad, Michael Kelsh (Tarboro, NC). Een album uit 2001 met de titel Well Of Mercy. Een advies van een vriend mag je best wel eens negeren, natuurlijk, maar deze keer toch maar even niet. Aangeschaft derhalve. Na talloze luisterbeurten blijkt inmiddels, dat mijn eerste indruk nog immer standhoudt. Niet dat Kelsh muziek maakt in het verlengde van de eerder aangehaalde Ovans, Holcombe en Felten, maar Kelsh past in mijn ogen wel in het rijtje: ‘waarom de een wel, en de ander niet….?’. Wie is deze Kelsh, dan wel? Een paar opgetekende citaten:
“Michael Kelsh sings in a whisper that makes you want to listen more closely, so you can divine the secret – his songs.”– Steve Earle;
“Michael Kelsh is one of Nashville’s best kept secrets…” – Billy Block;
“Michael Kelsh’s music reflects the quiet poet that he is. Townes Van Zandt and Jackson Browne come to mind when I think about Michael’s particular brand of romantic truism. If you know the music.. you’ll know the man.” – Rodney Crowell.
De laatste, Rodney Crowell, was wellicht wat bevooroordeeld, want hij werkte mee aan Well Of Mercy en hij stelde zijn studio beschikbaar. En de fameuze Bill Halverson tekende voor de productie. Voorts mag opgemerkt worden dat Rusty Young (Poco) en Joy Lynne White ook hun medewerking aan deze schijf verleenden. Voordat Well Of Mercy het levenslicht zag heeft Kelsh naar het schijnt nog twee albums uitgebracht: ‘Ghost Dance’ (1998) en ‘Steel Blue Ballads’ (1993); eertijds ook al goed ontvangen, maar nergens meer te verkrijgen. Well Of Mercy wellicht nog wel en zonder tot overdrijving over te gaan: ik vind het een mooi album, een album dat naar mijn weten kort na verschijning niet echt veel aandacht heeft verkregen; zeker niet hier…. Een verborgen schat? Nou, in ieder geval wel een verlaat cadeautje wat kan bekoren…..een verrijking voor de platenkast. En nu maar hopen, dat ik het faliekant mis heb, en dat er per omgaand een zwikkie reacties verschijnen welke mijn domheid -dat van het niet eerder ontdekt hebben- zal bevestigen. Zo ja, geen probleem! En als er iemand is die weet waarom deze man van de aardbodem verdwenen lijkt, die mag dat dan ook ‘zeggen’….. O ja, en een keer naar Mike Felten luisteren strekt wellicht ook tot een aanbeveling.
14/05/2014 Permalink
Dit Michael Kelsh album behoort al jarenlang tot mijn favorieten.
Ik heb regelmatig gecheckt of er ooit een opvolger is verschenen maar helaas…..
Mike Felten ken ik nog niet maar ga ik zeker eens beluisteren.
14/05/2014 Permalink
Leuk stuk en vooral terechte aandacht voor een vergeten parel.
Volgens zijn website verkoopt hij de CD nog.
14/05/2014 Permalink
Van Mike Felten zijn er nog vier verkrijgbaar bij CD Baby!
11/02/2018 Permalink
Eindelijk…..voor het eerst sinds 2001 een werkelijk FANTASTISCH nieuw album van Michael Kelsh.
Genieten!!!