Hal Ketchum behoorde in de tweede helft van de jaren tachtig met mensen als Steve Earle, Dwight Yoakam, Lyle Lovett en Randy Travis tot de nieuwe traditionalisten. Dat waren jonge artiesten die genoeg hadden van de gladde pop uit Nashville. Ketchum werd echter al snel ingelijfd door Curb Records, dat hij bediende met enkele grote countryhits. Het zou onzinnig zijn om te stellen dat hij een knieval maakte naar de commercie. Zijn soepele stem is namelijk gemaakt voor de naar easy listening neigende deunen waar hij zo succesvol mee was. Na zes jaar stilte verschijnt met I’m The Troubadour (Music Road Records) eindelijk weer eens een nieuwe cd van hem. Ketchum werd ernstig ziek en laste een lange pauze in. De singer-songwriter heeft Nashville verlaten en is teruggekeerd naar Texas waar hij zijn muzikale carrière ook begon. Daar heeft hij onderdak gevonden in de stal van Jimmy Lafave, die hem stimuleerde de draad weer op te pakken. Zonder enige druk ging Ketchum aan het werk. Volkomen ontspannen klinkt zijn cowjazz. ‘Sitting in Terlingua, nothing much to do’, horen we hem zingen op Sweet Lorreen. Fans van Walter Hyatt of Bill Morrissey hebben een goeie aan Hal Ketchum.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie