In april 2011 blies een jarenlange traditie, het Blue Highways Festival (toen al in de Rode Doos) in Utrecht, haar laatste adem uit. Voorlopig, zo was althans de indruk. Nu is er dan het Ramblin’ Roots Festival. Ook in Utrecht én op de plek waar in 2000 Blue Highways haar oorsprong kende: Vredenburg. Of beter inmiddels, dit na een jarenlange verbouwing: Tivoli/Vredenburg. Ramblin’ Roots kan, dit met een beetje goede wil dan ook als een ‘verbreding’ van het Blue Highways festival benoemd worden. In de aankondigingen sprak men immers o.m. van: “Ramblin’ Roots zoekt een spannende mix van rhythm ’n blues, americana, roots, soul and alternative country…..”. Dit laatste klopte, want met acts als o.a. Lee Fields & The Expressions, Eric Sardinas & Big Mother en Robert Cray Band werden de wegen van americana en rootsmuziek zeker uitgebreid. Niks mis mee, daar muziek sowieso niet in hokjes dient te worden ingedeeld. Wat de afstand van een Blue Highway gemiddeld betekent moge ook bekend zijn. Dat het afleggen van de afstanden tussen de zalen in Tivoli/Vredenburg veel brandstof vereiste bleek echter ook al snel. Beduidend meer ‘kilometers’ dan in het oude Vredenburg. Van de Grote Zaal naar het hoog gelegen centrale punt Plein 6 en de daar eveneens vlakbij gesitueerde (nog hogere) zalen Pandora en Cloud 9, het vroeg nogal wat energie. Traplopen was dan ook het devies. ‘Duizenden’ treden…..
Een ander minpuntje was Plein 6. De place to be om je ‘benzinetank’ noodzakelijkerwijs op peil te houden. Met drinks & food. Door het plaatsen van een podium onderaan een trap nabij deze ‘voederplaats’ was het daar bijtijds een hels kabaal. Kan anders, denken wij. Maar: het festival mag zich zeker verheugen over een geslaagde 1e editie; een prima start, zo bleek afgelopen zaterdag. De line- up kende de nodige diversiteit (denk aan de huidige opzet van de Rhythm & Blues Night te Groningen) en het gebodene stelde ons van Altcountry in ieder geval absoluut niet teleur.
De aftrap was om 16.00 uur sharp in de Grote zaal met de Noor Thomas Dybdahl. Alleen vergezeld door z’n gitaren en een vleugel had Dybdahl derhalve de taak om het binnendruppelende publiek op te warmen. Lastige opgave, zeker omdat Dydbdahl’s muziek niet direct spettert en klatert. Dat hij vergelijkingen met Nick Drake en Jeff Buckley kan doorstaan bewees hij echter wèl. Een start in een kleinere zaal, het zou hem gegund zijn geweest.
Een korte tussenstop gemaakt bij Gregory Page, en dit zeker niet uit disrespect. Maar Page stond (evenals McGraw & Fer) vijf weken geleden ook al op Take Root, dus dat vergemakkelijkt soms de keuze bij wat te willen ‘zien’. Goede keuze, daar het begin van z’n set overeenkomsten toonde met Groningen. Geen probleem overigens, zeker niet toen bleek (dit op vraag van de beste man zelf) dat velen in zaal Pandora Gregory nog nooit eerder hadden zien optreden. De inleidende verhaaltjes, zoals bijvoorbeeld bij Old Photographs, het was zeker aan het gehoor besteed. Grappige man, die Page, en bovenal een prima performer.
Hij stond al diverse keren op Blue Highways (waar stond deze kleine, olijke performer eigenlijk nog niet?) en nu dus ook op Ramblin’ Roots: Greg Trooper. En wederom was het credo: ‘hij kwam, zag (zong) en overwon’ van toepassing. De sympathieke Trooper wist een meer dan goed gevuld Cloud 9 van begin tot eind te boeien. In de voor hem gekende stijl, en toch elke keer weer goed. Meer dan goed. Dat afsluiter Ireland inmiddels ‘plat gezongen’ is, bleek opnieuw geen bezwaar. Mooie uitvoeringen van o.a. Two Drops Of Rain,They Call Me Hank en Mary Of The Scotts in Queens gingen daaraan vooraf. Topper, die Trooper.
De Reverse Cowgirls, drie mannen, één baard, zitten op een heel laag podium diep onder Plein 6. Het drumstel hebben de gitaristen eerlijk verdeeld en ze spelen ieder een deel, tussen hen in de staande bas. Rauwe rammelende oer-americana brengen de mannen en die klinkt heel aanstekelijk. Het publiek wordt uitgenodigd er op het podium bij te komen, er is tenslotte bier aanwezig. Toch blijft het publiek netjes op de trap zitten en blijft ook de dansruimte voor het podium onbenut. De mannen laten het er niet bij zitten en slingeren nummer na nummer de zaal in. De elf minuten durende afsluiter Stairway To Heaven haalt het door de tijdslimiet niet, maar daar maalde niemand om.
Gelijk aan Gregory Page introduceert ook Otis Gibbs zichzelf ludiek bij het publiek…. ‘From Wanamaker, Indiana…and now East-Nashville, Tennessee’: Otis Gibbs. Voor wie deze bebaarde en steevast met baseballcape getooide man al eerder gezien hebben zijn de begeleidende verhalen al bekend, maar op een of andere manier blijven ze een lach opwekken. Gibbs kent zijn klassiekers als het om het aaneen smeden van zijn songs gaat. En die songs kennen dan immer een verhalend karakter (zoals ‘Joe Hill’s Ashes’) die tot nadenken stemt. Goede keuze om deze man te programmeren, en het afgeladen Pandora was daar wellicht het allerbeste bewijs van.
Zwarte soul uit het diepe Zuiden komt vanavond van Lee Fields & the Expressions. De begeleidingsband warmt het publiek op voor de kleine man die enthousiast het podium op komt dribbelen. Hij laat er geen twijfel over bestaan waarvoor we hier zijn: “We’re here to party”, roept hij. Een feestje moet het worden, meezingen en de handjes in de lucht. Fields blijft een ladies’ man, die de vrouwen voor het podium stuk voor stuk de hemel in prijst. De band speelt loepzuiver en strak en Fields zingt ingehouden maar vol overgave. Hij danst over het podium, draait een rondje om zijn as en het publiek doet vrolijk mee. En zo wordt het inderdaad een feestje.
Waar bij Trooper Cloud 9 een constant volle bezetting kende, daar was het verloop bij Mary Gauthier in negatieve zin wat groter. Het begin van haar set was wellicht wat te braaf, terwijl wellicht ook de struggle met de geluidsman tijdens de soundcheck haar en haar Italiaanse violist Michele Gazich parten speelden. Of was de drang naar Robert Cray voor een deel van de ‘weglopers’ te groot? Zou kunnen. Feit is dat Gauthier’s optreden naarmate haar uur vorderde aan kracht won met als hoogtepunt misschien wel het afsluitende Go In Peace, een song van de door haar zo gewaardeerde Sam Baker. Al met al een solide optreden, een optreden waarbij Mary ook nog een aantal keren vilein de nieuwbouw (en dus bepaalde ‘kinderziekten’, zoals een thermostaat per zaal) van Tivoli/Vredenburg aan de kaak stelde.
Op weg naar Robert Cray Band ontkom je, zoals in feite de gehele middag/avond, niet aan de muziekflarden bij Plein 6. En dat was zo laat op de avond een verrassende verademing: in een inmiddels vrij leeg Plein 6 (een ieder was blijkbaar doorvoed) stond daar namelijk een bandje met de naam Dry Riverbed Trio. En daar stond dan wellicht ook zomaar de beste gitarist van dit festival: Dusty Ciggaar (ook The Rhythm Chiefs; Ian Siegal). Dusty gaf nog maar eens blijk van wat hij op snaren allemaal in zich heeft.
Op zijn teenslippers betreedt bluesman Robert Cray het podium. Hij gespt zijn gitaar om, knijpt zijn ogen toe en speelt de blues. De blues zoals hij hem al bijna 40 jaar speelt, “Low down and dirty” aldus Cray. Bij het begin van zijn carrière werd hij de jonge blues hoop genoemd, en aan deze verwachting heeft hij zeker voldaan. Soepel en nog altijd fris klinkt zijn muziek, al is deze allang niet vernieuwend meer, maar dat hoeft ook niet. Het publiek geniet met volle teugen en natuurlijk wordt verzoeknummer ‘Right Next Door’ niet overgeslagen. Enige smet op het optreden is de tik die de roadie uitdeelt aan de fotograaf van rootstime.be omdat hij foto’s maakt (er waren de fotografen vooraf geen beperkingen opgelegd). Maar ook de fotograaf klaagt niet, hij heeft een mooie foto van Robert Cray gemaakt.
Gemma Ray zet je op het verkeerde been. Het lijkt een lieftallige dame in een vrolijk bloemenjurkje, maar ondertussen tovert ze de meest onheilspellende klanken uit haar gitaar. Begeleid door een stoïcijnse bassist en drummer brengt ze haar pop-noir. Als ze de snaren op haar gitaar dan ook nog te lijf gaat met een mes weten we zeker dat we op moeten passen. Oppassen en genieten van deze toch wel vriendelijke zangeres.
De Pandora zaal is nog goed gevuld als de Blue Grass Boogiemen aantreedt. Een thuiswedstrijd voor de mannen die bluegrass muziek leven. De grappen zijn raak en de muziek is wonderschoon.
De bezoekers verlaten Tivoli/ Vredenburg maar op het podium bij Plein 6 staan nog de leden van Cannonball Johnsons. Gebroederlijk naast elkaar staan de vier jonge jongens uit Leiden met hun gitaren, banjo en mandoline. Hun vierstemmige samenzang is ijzersterk en belooft wat voor de toekomst. En een echtpaar durft het aan en doet een dansje.
Slotsom: zeer geslaagd festival, dit de te overbruggen traptreden ten spijt. O ja, en een Ramblin’ Roots Burger à raison € 6,50, het had wat minder gekund. Zo ook de gevoelstemperatuur in Cloud 9 en bij tijd en wijle de geluidsbrij op en rond Plein 6. Maar ach, een kniesoor die……
Tekst: Peter Hageman en Leo Kattestaart
Foto’s: Peter Hageman
21/10/2014 Permalink
Een leuk en goed verslag. Ik heb het met plezier gelezen. Het is goed om te constateren dat de stad Utrecht ook weer goed bezig is met de programmering van Americana muziek.
Robert Cray zal ik solo met zijn band zien optreden. Zaterdag 1 november speelt hij in de Oosterpoort in Groningen. Ik heb er zin in!
23/10/2014 Permalink
Stairway to heaven?
23/10/2014 Permalink
Yep, werd als grap, toen de tijd bijna op was, genoemd.