Mike Kinane – Brad Reiman – William Fitzsimmons – Pi Jacobs – Esmé Patterson
Mike Kinane is een jonge artiest uit Philadelphia die debuteert met het vijf songs bevattende Wait + Hope (eigen beheer). Zijn melodieuze liedjes verraden een liefde voor ambachtelijke popmuziek. Met een songtitel als het door een mandoline aangespoorde Down Down Down is hij dus op het goede pad. The Byrds gingen hem immers voor met Turn Turn Turn. Silver Turns To Gold is ook een prima titel voor iets dat enigszins doet denken aan Paul Westerberg. Lekker gitaarwerk trouwens. Op Count On Me mengt hij wat folk door zijn pop, terwijl Buckle Up Virginia neigt naar een softe versie van Replacements. Fijn hoe een gitaar scheurt door de poppy structuur van het titelnummer Wait And Hope.
Ook Brad Reiman debuteert met een ep. Walking In The Unknown (eigen beheer) bevat zes liedjes. Op direct al het eerste liedje laat hij zijn zorgen achter zich op A Vacation From My Mind, een vlotte deun met fijn gitaarwerk. It’s Always Been You heeft een nogal dunne melodie. Op People Everywhere doet de uit de Amerikaanse staat Iowa afkomstige Reiman verslag van een bezoek aan Londen. ‘It hits me in all my senses’, laat hij weten, maar dat kunnen we van deze eerste kennismaking met Reiman nog niet zeggen. Zo’n nummer als On A Rainy Day In June wordt veel te gevoelig gebracht voor zoveel onbezorgdheid. Gelukkig is Another Day daarna gewoon lekker zonnig en opgewekt.
William Fitzsimmons komt uit Pittsburgh, een stad die ooit bekend stond om de zware staalindustrie. Fitzsimmons keerde vorig jaar terug naar de stad van zijn jeugd nadat zijn oma overleed. De zeven nummers op de ep Pittsburgh (Grönland/Munich) zijn in haar nagedachtenis geschreven. De fluisterende Fitzsimmons heeft een stem die geknipt is voor dit soort stemmige liedjes. Zijn folkliedjes worden af en toe aangeraakt door wat elektronica. Zonder die toevoegingen zou dit wel erg kaal worden.
Hi-Rise Ranch (eigen beheer) van Pi Jacobs bevat zes liedjes. Jacobs is een singer-songwriter uit Los Angeles die hier werkt met Eugene Toale, producer van Kanye West. Drummer Fredo Ortiz (Beastie Boys) is ook niet een naam die we hier vaak zullen aantreffen. De plaat begint aardig met Want To Want To, dat het midden houdt tussen Fleetwood Mac en Carly Simon. Starting Now is lekker poppy. Cowboys komen we overigens op deze ranch niet tegen. Het zijn vooral de jaren tachtig die doorklinken in de liedjes van Jacobs.
Het aardigste album van dit overzichtje is van Esmé Patterson uit Colorado. Woman To Woman (Xtra Mile/Bertus) is met tien nummers en bijna 30 minuten speeltijd eigenlijk geen ep meer, maar gewoon een korte cd die ijzersterk begint met de new wave van Valentine. Patterson houdt wel van wat zangcapriolen, maar haar voordracht past altijd bij de eigenwijze uitvoering van de liedjes die ze brengt. PJ Harvey en B-52’s zijn enkele namen die door het hoofd schieten. Never Chase A Man heeft een lekker felle melodie en het gitaarwerk op het hele album is ronduit heerlijk. Hakkende gitaartjes en twinkelende percussie voeren Oh Let’s Dance naar de Cariben. Tumbleweed is spannende muziek met een enorme drive, waarna What Do You Call A Woman? het geluid van de underground van New York verkent. The Glow heeft daarna een slidegitaar en treurige fiddle. Zo is er volop afwisseling. A Dream is vanaf de eerste seconde gloeiende countrysoul.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie