Simon Stanley Ward is een 28-jarige cowboy uit Londen met een bijzondere stem. Nogal hoog. Nogal dun. Nogal scherp. Het is een stem die vertrouwd klinkt. Kennen we hem? Nee, nog niet. Toch zou je zweren dat je een bekende hoort op dit titelloze debuut. Simon Stanley Ward (eigen beheer) doet tien nummers lang heel erg denken aan zowel Jimmy LaFave als Spanic Boys. Is dat erg? Nee, helemaal niet. Ward doet namelijk nergens iemand na. Hij heeft gewoon zo’n stem. Eigenheid, beslist. De liedjes van Ward zouden trouwens zo passen tussen het oeuvre van zowel Lafave als Spanic Boys. Monster Song is een fijne opener met baritongitaar. Het rockertje 100 Days In Heaven heeft een heerlijk spetterende elektrische gitaar. Paul Lush (Danny & the Champions Of The World) is de man die strooit met al die fijne licks. Alleen op afsluiter Overhere gespt Ward zelf de elektrische gitaar om. Klinkt anders, maar bepaald niet slecht. Dat laatste nummer gaat iets meer richting bluesy classic rock, terwijl de ritmesectie een toefje reggae toevoegt. Voor de rest is het vooral honky tonk en lichte rockabilly op dit album. Kan een Engelsman dat een beetje? Op American Voice stelt hij de vraag zelf aan de orde. Het antwoord: ja, hij kan het. De site Americana UK noemde hem nogal chauvinistisch de toekomst van countrymuziek. Dat is een beetje overdreven, maar als Ward zich als songschrijver blijft ontwikkelen kunnen we ongetwijfeld nog wel wat fraais van hem verwachten. Please Excuse Me (While I Feel Sorry For Myself) is natuurlijk al een prachtige titel voor een countryliedje. Fans van Daniel Romano moeten eigenlijk ook maar even luisteren naar deze plaat.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie