Onder liefhebbers van americana en rootsmuziek werd de teloorgang van het befaamde Utrechtse festival Blue Highways diep betreurd. Maar zij kregen er twee festivals voor in de plaats: Ramblin’ Roots in TivoliVredenburg en Roots In The Park in het Julianapark. Laatstgenoemd festival beleefde zaterdag 27 juni zijn tweede editie. De Amerikaanse singer-songwriter John Hiatt stond als hoofdact geprogrammeerd. En met op de affiche namen als The Dirty Aces, de Ben Miller Band en Joanne Shaw Taylor was van tevoren al duidelijk dat het een dag zou worden waarop de blues(rock) in grote hoeveelheden van het podium gegoten zou worden. Voor een festival dat pretendeert een rootsfestival te zijn is die dominantie van de blues wel wat jammer, want het betekent dat liefhebbers van country en folk wat minder aan hun trekken komen.
Die konden echter met volle teugen genieten van de openingsact Brock & the Brockettes. Het bluegrass-gezelschap rond de Terneuzense Herman Brock Jr. trof een nog vrijwel lege festivalweide aan, maar dat belette het vijftal niet om kwistig te strooien met vlotte versies van de liedjes van Brock Jr.’s recente album, The Old World. Staand rondom een microfoon soleerden de individuele leden (met banjo, bas, mandoline, gitaar en fiddle) er kort maar krachtig op los.
De Engelse Dirty Aces lieten als eerste de grond trillen. Vroeger, toen een deel van het publiek nog jong was, werd dit gewoon hardrock genoemd. Hardrock met een bluesrock-ondergrond, zoals bands als Foghat het deden. Nu werd het gebracht als stevige rhythm & blues en dat is iets heel anders dan arrenbie. The Dirty Aces beschikken met zanger Giles Robson over een charismatische voorman die het lukt het inmiddels langzaam aangroeiende publiek bij de les te houden.
De enthousiaste presentator van de dag Jaap Boots gaf het al aan: het was gedurfd om Dayna Kurtz midden in de line-up te programmeren. Maar het ging goed. Uitstekend zelfs. Het was de pure klasse van deze Amerikaanse folkartieste die het publiek stil en aandachtig naar haar liedjes liet luisteren. Begeleid door meester-gitarist Robert Mache bracht zij een dwarsdoorsnede van haar werk, met een lichte nadruk op de nummers van haar laatste album Rise & Fall.
Twee blazers, een organist, een drummer, een bassist en een zanger-gitarist; dat is de samenstelling van de James Hunter Six. In principe genoeg voor een dampend potje Engelse soul en rhythm & blues. Maar hoe Hunter ook strooide met felle gitaarsolo’s, het lukte maar niet om de vonk te laten overslaan. Wellicht dat zijn onsamenhangende gebrabbel tussen de nummers door daar debet aan was.
Vreemde eend in de bijt zaterdag was Marc Broussard. Het was, eerlijk gezegd, volstrekt onduidelijk wat een wegwerp soulpop van deze 33-jarige Amerikaan met roots te maken had. Dieptepunt was het duet Another Day met Lisa Lois dat meer leek weg te hebben van een Idols-inzending dan van een serieuze poging om Bill Medley & Jennifer Warnes naar de kroon te steken.
De geblondeerde Joanne Shaw Taylor is maar voor een ding gekomen: het publiek vermaken met opwindende gitaarsoli. Daarvoor moeten, met behulp van een drummer en een bassist, even de contouren van een liedje neergezet worden, maar als dat eenmaal zo ver is, dan kan ze los. Het is eenvoudig en elke keer hetzelfde, maar potdomme, het werkt. Achteroverhangend of krom over haar gitaar gebogen laat ze de licks, riffs en soli uit haar vingers komen. Echte mannenmuziek waarop het goed drinken is.
Nee, dan de Ben Miller Band. Die zetten Joplin, Missouri weer even op de kaart als plaats waar je interessante akoestische countryblues kunt tegenkomen. Een onverstoorbare one string washtub-bassist, een drummer die het ook kan met twee lepels op zijn broek (en op trombone en wasbord) en een zanger die heerlijk slidegitaar kan spelen. Het drietal wisselde eigen materiaal af met covers van klassiekers als The St James Infirmary Blues en Will The Circle Be Unbroken. Hoogtepunt is de opwindende medley van Black Betty, John The Revelator en Babylon Falling.
“Marriage, it takes courage”, met die woorden en een felicitatie besteedde John Hiatt halverwege zijn set aandacht aan een echtpaar dat op het festival met 43 vrienden en bekenden hun 40-jarig huwelijk viert. En daarna zet hij speciaal voor hen ‘Real Fine Love’ in. Een prachtig gebaar dat paste in een fantastisch optreden van Hiatt, die in het Julianapark begeleid wordt door The Combo met daarin een uitblinkende Doug Lancio op gitaar en mandoline. Het was duidelijk dat een groot deel van het publiek speciaal voor Hiatt naar het festival waren gekomen. Zij kregen waar voor hun geld. De jaren gaan voor de 62-jarige Hiatt misschien wel tellen, maar op zijn retour is hij nog lang niet. In anderhalf uur putte hij uit zijn rijke catalogus om uiteindelijk af te sluiten met een ijzersterk ‘Have A Little Faith In Me’. Euforie alom.
Precies om elf uur is het afgelopen. Een heerlijke dag met perfect festivalweer, vaak fijne muziek en prima eten in een lommerrijke omgeving. Volgend jaar doen we het weer.
Roots In The Park, Utrecht 27 juni 2015
foto’s: Rob Sneltjes
01/07/2015 Permalink
Mooi verslag van een heerlijk festival.
Muzikaal van een zeer hoog niveau.
Complimenten voor de mensen van het geluid,in een woord geweldig!(geen oordoppen nodig)
Kortom ,een topdag!
02/07/2015 Permalink
Fijn verslag van fijn festival.
Maar ik liep vrijwel de hele dag met oordoppen, zelfs achterin vond ik het erg hard.
Wel erg lekkere puntzak bio-patatjes trouwens.