Zo halverwege de jaren tachtig had je enkele artiesten die de gekte een beetje terugbrachten in de rockmuziek. Dat was nodig ook. Je had Mojo Nixon & Skid Roper, Barrence Whitfield & The Savages en The Legendary Stardust Cowboy en dat was de mafste van allemaal. Uit Nashville kwamen Webb Wilder And The Beatnecks die met It Came From Nashville een vliegende schotel lanceerden die nog altijd rondjes draait. Met Mississippi Moderne (Landslide Records/Sonic Rendezvous) is Webb Wilder terug op het label waar hij drie decennia geleden begon. Met Rough And Tumble Guy legt hij zijn geloofsbrieven weer eens op tafel. Hij zal rocken tot de dag dat hij sterft, zo laat hij weten. En vertel hem niet dat hij niet tough enough is. Zo kennen we hem. Het bravoure van iemand die met passie de wereld wil veroveren. Prima, toch blijkt het volgende nummer dat er ook wat hapert. Met If It Ain’t Broke (Don’t Fix It) geeft Wilder toe dat hij toch ook een beetje stilstaat. Tsja, dat krijg je als je direct met de beste plaat uit je loopbaan debuteert. Die overtref je nooit. Ook niet met Mississippi Moderne, dat echter wel degelijk de moeite waard is. Zo is het samen met Dan Penn geschreven Only A Fool prachtig. Tom Comet speelt sitar en vibrafoon op het nummer. Ook Too Much Sugar For A Nickel is een lekker soepel stukje muziek in vertrouwde stijl. Maar het kan nog beter. Yard Dog kan doorgaan voor een stampende cursus rock-’n-roll met een fijne portie gekte. I’m Not Just Anybody’s Fool is geschreven door R.S. Field die destijds niet alleen veel nummers van dat prachtige debuut schreef, maar het ook produceerde. Lonely Blue Boy eindigt met gitaarwerk in een Chet Atkins-achtige jazzy structuur, waarbij Wilder bijna zingt als Elvis op leeftijd. Aan Who Will The Next Fool Be van Charlie Rich weet Wilder niet echt iets toe te voegen, de blues van het door Jimmy Reed geschreven I’m Gonna Get My Baby is net iets aardiger.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie