Eergisteren overleed Glenn Frey. Inderdaad een van de dragende leden van the Eagles. Maar ook voor de Eagles was Frey al actief, o.a. bij Bob Seger en in Longbranch Pennywhistle. Een goede reden om het stof van deze Vergeten Klassieker af te blazen. In 2007 schreef Wiebren Rijkeboer op deze pagina’s het volgende over die plaat.
The Troubadour, aan Santa Monica Boulevard in West Hollywood, is aan het eind van de jaren zestig dé ontmoetingsplaats voor singer-songwriters, folkrockers en countryliefhebbers. Zowel arrivés, would be-artiesten als nieuwkomers frequenteren de club, maar ook platenbazen op zoek naar talent. Twee van die nieuwkomers zijn een singer-songwriter uit Amarillo, Texas en een zanger-gitarist uit Detroit, Michigan, die elkaar begin ’69 in Los Angeles ontmoeten omdat de vriendin van de ene de zus is van de echtgenote van de ander. Ze sluiten direct vriendschap en betrekken met z’n tweeën een appartement in Echo Park. Hun voornaamste bezigheid is muziek maken en marihuana roken, en avond aan avond is het duo in The Troubadour te vinden om sterren als David Crosby en Gram Parsons te aanschouwen. Ze besluiten dan een zang-duo op te richten, een soort moderne Everly Brothers: John David Souther en Glenn Frey noemen zich Longbranch Pennywhistle. Van ademloze aanschouwers in The Troubadour transformeren Souther en Frey tot voorprogramma van bands als Poco en The Flying Burrito Brothers. Ze trekken dan de aandacht van labelbaas Jimmy Bowen, die op zijn label Amos de Texaan Kenny Rogers onder contract heeft en ook de Texaanse band Shiloh – met in de gelederen ene Don Henley. Bowen sluit een contract met Longbranch Pennywhistle en regelt een studio en een begeleidingsband voor het duo. In de TTG Studios nemen Souther en Frey live hun zelfgecomponeerde liedjes, daarbij ondersteund door de crème de la crème van de L.A.-muzikanten: Larry Knechtel (piano), Joe Osborn (bas), Buddy Emmons (pedal steel), James Burton (gitaar), Ry Cooder (gitaar,slide) en ‘Louisiana Man’ Doug Kershaw (gitaar). De laatste is onmiskenbaar aanwezig op het countrysoulliedje ‘Jubilee Anne’, dat het gelijknamige album opent met: One, two, rippetah… De tien liedjes op Longbranch Pennywhistle zijn gelijkelijk verdeeld over de beide songschrijvers Frey en Souther. ‘Run Boy Run’, ‘Bring Back Funky Women’ – beide met fuzz-gitaar van Cooder – en ‘Never Have Enough’ vormen de rocksongs van de lp, terwijl Southers ‘Kite Woman’ en ‘Star Spangled Bus’ typische Westcoast countryrocksongs zijn. De afwisseling wordt gecompleteerd door de van gave harmoniezang voorziene ballad ‘Mister, Mister’, het klassiek klinkende ‘Kite Woman’ en de schitterende uitvoering van de James Taylor-compositie ‘Don’t Talk Now’. Longbranch Pennywhistle is bij verschijning in 1969 een van de eerste platen in het later gepopulariseerde mellow countryrock-genre, een eer die Glenn Frey en J.D. Souther zonder meer toekomt. Zelf gaf het duo er al halverwege 1970 de brui aan, al bleven ze vrienden voor het leven. Daarmee is de geschiedenis van Frey en ook Souther natuurlijk niet geheel geschreven; die neemt namelijk een revolutionaire wending als Glenn Frey ene Don Henley ontmoet.
Jubilee Anne / Run Boy Run / Rebecca / Lucky Love / Kite Woman / Bring Back Funky Women / Star-Spangled Bus / Mister, Mister / Don’t Talk Now / Never Have Enough
22/01/2016 Permalink
Mooi stuk over een LP die een collector’s item is. Maar…eigenlijk verwacht ik iets anders van mijn favoriete blog. Een beschouwing of tribute aan the Eagles.
Zoveel artiesten hebben afgelopen week duidelijk gemaakt hoe belangrijk the Eagles waren om er maar een paar te noemen: Bruce Springsteen, Jackson Browne, Linda Ronstadt, JD Souther, Bob Seger, Vince Gill, Gretchen Peters enz, enz.
Ik weet van mezelf dat zonder the Eagles ik deze blog nooit gevonden had. The Eagles brachten mij in aanraking met countryrock. Ik ging naar muziek luisteren in de jaren zeventig. Pas veel later ontdekte ik Gram Parsons, Randy Newman, JD Souther en Bob Seger en nog later Wilco en Jason Isbell.
Kortom The Eagles waren richtingwijzers in de muziek voor mij, voor veel artiesten en veel andere muziekliefhebbers. Heel veel songs van deze groep staan nog als een huis.
Irving Azoff manager van The Eagles en van veel rock artiesten merkte deze week het volgende op:”I don’t think there will ever be another American band [that’s] as successful.”
The Eagles waren “mainstream”, en werden via Nederland wereldberoemd. Ik ben ze nog steeds dankbaar voor heel veel goede muziek en voor het ontdekken van nog veel meer mooie Americana.
23/01/2016 Permalink
Het is inderdaad niet best dat deze site volstaat met het ‘afstoffen’ van de (matige) LP waarop Glenn Frey in 1969 voor het eerst van zich laat horen. Dat was in een periode dat The Byrds en The Flying Burrito Brothers (in 1970 zag ik ze nog optreden in het Concertgebouw) al stevig aan de weg aan het timmeren waren. Vervolgens waren het The Eagles die het countryrockgenre echt groot hebben gemaakt. Dat ze daarna een wat andere richting opgingen en wat gladdere rock gingen maken, doet niets af aan de grote betekenis van de eerste drie LP’s van The Eagles. Iets meer aandacht voor de dood van Frey was dus wel op zijn plaats geweest.
23/01/2016 Permalink
Verwachtingen en oordelen, daar gaat de wereld aan ten onder. Wasted time. Take it easy.
23/01/2016 Permalink
Ik denk dat-ie eerder ten onder gaat aan slappe zwetsers.