De prijs voor de mooiste verpakking gaat dit jaar naar Hobo Jungle Fever Dreams (Local Rascal Records) van Corin Raymond. Het karton is voorzien van een waslaagje, waardoor het heerlijk zacht aanvoelt. Het uitklapbare hoesje bestaat uit zes panelen met binnenin de linernotes van Raymond. Een boekwerkje van 80 pagina’s bevat 16 portretten van musici in de stijl van de cover. De teksten van de Canadees zijn hier voor de verandering eens in een leesbaar korpsgrootte afgedrukt. Daarmee is Hobo Jungle Fever Dreams niet alleen voor muziekliefhebbers, maar ook voor de bibliofiel een niet te missen kleinood. Raymond noteerde ook de akkoorden en met wie, waar en wanneer hij aan de liedjes werkte. The Law And The Lonesome is een liedje over het nemen van de verkeerde afslag dat hij schreef met Jonathan Byrd, die het al eens gebruikte voor een gelijknamig album. Ook het eveneens ijzersterke Under The Belly Of The Night kwam tot stand samen met Byrd. Het is het verslag van een autorit in de nacht met zinsneden als ‘Jackie Wilson’s heart is crying on Commercial Drive’. Morning Glories is een liedje met een bijtende toon zoals Terry Allen ze opbouwt. De cd-titel komt uit Two Miles Of Train:’Two miles of train / shootin’ right through my brain / got them hob jungle fever dreams again’. Best Demented Cowgirl Face is bluesy met slidegitaar op een manier zoals Bottle Rockets het zouden doen. I Only Drink A Little is gedreven, waarbij een jazzy rockabillygitaar de dranklucht in onze richting blaast. Na alle hallucinaties eindigt Raymond met Take Me To The Mountain. Dat is een beeld voor de dood. Gelukkig zingt hij: ‘Take me to the mountain but not yet but not yet’.
In 2009 schreven we deze recensie: De Canadees Corin Raymond legt op het titelnummer van There Will Always Be A Small Time (eigen beheer) uit waarom hij zo positief gestemd is: I went down to the record store / the record store weren’t there no more / and though I hate to see it go / I guess that don’t really bother me / I pay my bills and drink for free / I’m sellin’ records of my own / the music’s gone back home again / nowadays we’re playing in the parlours like the way they used to do / oh the big-times they are a changin’ fast / and the only thing that’s gonna last / is that folks like us sing songs for folks like you / there will always be a small time. Het gaat om de liedjes en hoe die hun weg vinden maakt niet echt uit volgens Raymond. Soms vinden liedjes hun weg via internet. Van artiest naar artiest. En van publiek naar publiek. Soms gaan liedjes van de een naar de ander bij een kampvuur of aan een keukentafel, als er iemand een gitaar tevoorschijn haalt. Maar ondertussen heeft deze Corin Raymond mooi wel een cd gemaakt die je als muziekliefhebber niet wilt missen. En het zou zonde zijn om deze collectie songs slechts te downloaden, want de cd gaat gestoken in een prachtig ouderwets kartonnen klaphoesje. In de ene kant steekt een fraai boekwerkje met alle teksten en andere informatie die er toe doet, in de andere kant steekt de cd, natuurlijk in een binnenhoesje. Grappig ook dat Raymond de hoes vierkant houdt en niet toegeeft aan het door de plastic tray ontstane iets bredere formaat van het reguliere cd-doosje. Dit alles is slechts een inleiding tot waar het werkelijk om gaat: de muziek. En die is al net zo eerlijk, positief en uitmuntend. Allereerst de stem van Raymond, die is te situeren tussen Paul Siebel en John Prine. Op Leftover Tears roept hij Narvel Felts in herinnering, terwijl hij op het dronken Paid To Party Todd Snider het nakijken geeft, daarbij een ritme oppakkend alsof hij Johnny Cash of Hank Williams in gedachten heeft. En op The Lonely One, dat in zijn geheel aandoet als cowboysoul uit de sixties en begint als Sam Cooke, heeft hij iets van Chris Isaak. Bovenal blijft alles een organische indruk maken. Alsof het in de keuken opgenomen is. Corin Raymond (zang, akoestische gitaar, hand claps, finger snaps) verzamelde een heel stel begeleiders rondom zich op deze voortreffelijke cd. If Wishes Were Horses wordt gedragen door licht-klassiek pianospel, terwijl de viool daar eenzelfde soort melancholie dat we kennen van Sam Baker aan toevoegt. Blue Mermaid Dress is een fraai liedje over een jeugdvriendin, waarbij de heerlijk ouderwetse mondharmonica een sfeer oproept die je met weemoed terug doet verlangen aan de tijd van het kleine huis op de prairie. Werkelijk.
22/11/2016 Permalink
Ik heb de laatste van hem nog niet gehoord. There Will Always Be A Small Time vond ik prettige muziek, aardige teksten ook, maar ik stoor mij ontzettend aan dat voortdurende gelach erdoorheen. Een soort lach-tic. Hij doet het ook op de live opnames met The Sundowners. Heel storend.