Voor de 20ste editie was alles uit de kast getrokken om een fantastische line-up te kunnen presenteren in de Groningse Oosterpoort. En dat betaalde zich uit, want gedurende de dag bleek dat het festival uitverkocht was. Gelukkig maar voor de organisatie, maar al die bezoekers konden zich ook gelukkig prijzen, want de aangekondigde artiesten maakten hun faam waar. Vaak kunnen we na afloop van het festival constateren dat “die” en “die” de kersen op de taart waren. Deze keer bleek TakeRoot echt een taart vol kersen te zijn.
The Americans is een fijne band om TakeRoot mee te beginnen. Het festival dat verleden, heden en toekomst van de americana wil presenteren, voldoet met het programmeren van deze nieuwe naam aan alle doelstellingen. Vier jonge gasten uit Los Angeles die fijne, melodieuze liedjes loslieten op het publiek in de foyer. Met een sound die het gapende gat kan vullen dat ontstond bij het opdoeken van Creedence Clearwater Revival. De stem van Patrick Ferris is heel bepalend voor de rootsrock van The Americans. Precies waar veel mensen weer behoefte aan hebben. Americana is duidelijk bezig aan een opmars. Het was direct om vier uur al lekker druk. Later op de avond bleek het festival uitverkocht te zijn.
De Amerikaanse Tift Merrit gaf met het uitstekende Stitch Of The World haar een beetje in het slop geraakte carrière net weer het zetje dat nodig was. En ook het zetje dat haar na lange tijd weer eens op de Nederlandse podia bracht. Na een optreden eerder dit jaar in de Melkweg mocht nu in de Kleine Zaal het festival openen. In 2006 was ze, begeleid door de mannen van Stillhouse, ook te zien op Blue Highways. Hier in Groningen doet ze het met begeleiding van de Gentse gitarist Bart Vervaeck. Die kwijt zich bekwaam van zijn taak, maar het is toch solo dat Merritt het meeste indruk maakt. Achter de piano of op elektrische gitaar bij een mooi rauwe uitvoering van Traveling Alone.
Er stond een lange rij voor de ingang van het keldertje waarin Baptiste W. Hamon optreedt. De jonge Fransman kwam vorig jaar zo opvallend uit de hoek met zijn debuut L’Insouciance en dat heeft klaarblijkelijk veel mensen nieuwsgierig gemaakt. Hamon heeft twee gitaristen meegenomen en een van hen heeft ook een belletje op zijn schoen zitten waarmee er extra ritme in de vertolkingen komt te zitten. Hamon steekt zijn liefde voor Townes Van Zandt niet onder stoelen of banken. Hij heeft er een heel nummer aan gewijd en covert Waiting Around To Die. Heel mooi, maar ook nieuw werk, Soleil, Soleil Bleu, imponeert.
Americana houdt niet op bij de grenzen van de Verenigde Staten. Een uitstapje south of the border is heel gebruikelijk. Deze keer werd een Caraïbische wind door de grote zaal geblazen. Hurray For The Riff Raff zorgde daarmee voor wat variatie. Alynda Segarra oogde als een Puerto Ricaanse Amy Winehouse, maar met veel meer pit. Ze wervelde over het podium. Energiek en strijdbaar. De Latijns-Amerikaanse klanken werden gecombineerd met oude rock-’n-roll en dat alles kreeg een veeg vuil mee uit de straten van New York. Te situeren ergens tussen Patti Smith en B-52’s, dat laatste vooral dankzij het ijle orgeltje.
Ook Cordovas uit Nashville doken in het verleden. De jaren 70 herleven met de knappe mix van southern rock en countryrock. Met de samenzang van liefst vier zangers was het genieten, ook al lieten ze gaandeweg het optreden hier en daar wel wat steekjes vallen. Liefhebbers van bands als The Band of Grateful Dead kwamen volop aan hun trekken. De southern rock kwam tot uiting in lange gitaarpassages, die soms jazzy zoals in de glorietijden van het genre. Blijkbaar was het met twee gitaristen nog niet mooi genoeg, want tijdens de slotnummers kwam Sadler Vaden uit de band van Jason Isbell alvast even wat puntjes scoren.
In de binnenzaal traden misschien wel de minst bekende artiesten van het festival op: de Como Mama’s uit Como, Mississippi. Het trio is een van de laatst getekende acts op het uberhippe DapTone-label. En vantevoren zouden ze misschien ook wel gezien moeten worden als een buitenbeentje. Maar hallelujah, wat pakte dit goed uit! De drie dames waren voorbij de middelbare leeftijd, maar hun gospel was tijdloos. En geweldig. Angela Taylor en de zusters Esther Mae Smith en Della Daniels, sober begeleid door een drummer en een gitarist, brachten de zaal in vervoering met hun rauwe gospel. Een beetje opgetild worden, kom daar nog maar eens om in de americana-kerk!
Ook een rij om in de kelder te komen bij het enige optreden van een artiest van eigen bodem. Joost Dijkema is maar wat blij dat hij op TakeRoot staat. Zo blij dat hij rustig de tijd neemt om zijn A4-tje met alle namen die hij wil bedanken uitgebreid voorleest. Maar man, man, wat speelt hij toch fraai, met zijn behendige vingers pickt hij de mooiste noten uit zijn gitaar. En als violiste Heta Salkolahti aanschuift kunnen we heerlijk wegdromen en vergeten we alle drukte om ons heen.
Margo Price nam bezit van het grote podium in een lange openvallende jurk (of was het een jas?) en een kort broekje van dezelfde stof. Maar het ging natuurlijk om haar benen die daar uitstaken en de tatoeage van een koeienschedel onder haar linkerheup. Ja, in country houden ze wel van wat show. Haar band oogde overigens nogal vermoeid. De steelgitarist kreeg gelukkig alle ruimte. De lelijk klinkende toetsenpartijen bedierven veel. Het kindstemmetje van Price is een kwestie van smaak. Haar liedjes deugen, maar met dit optreden lijkt de hoop die op haar gevestigd is als toekomstige grote ster nogal overdreven.
Elk festival kan een uurtje Chuck Prophet gebruiken. De gitarist die zijn debuut op de internationale podia maakte in de jaren ’80 als gitarist van Green On Red hoef je echt niet meer te vertellen hoe je het publiek kan vermaken. De nadruk van deze set met zijn Mission Express ligt op de laatste twee albums Night Surfer en Bobby Fuller Died For Your Sins, waarvan ook het titelnummer voorbij komt. Geen opsmuk maar dat hoeft ook niet als het allemaal zo soepel en makkelijk gaat. Vakman, hoor.
Jim Lauderdale switchte moeiteloos van soul naar bluegrass. En eigenlijk maakte het helemaal niets uit. Wat een klasse straalt die man uit. Wat gaat het hem gemakkelijk af. Het maakte helemaal niets uit dat hij zijn perfectie liedjes alleen moest vertolken. Zijn zang is geheel zuiver, zowel in fluisterzachte passages als met een normaal volume. Hij vertelde over zijn helden George Jones en Gram Parsons en over alle grootheden waarmee hij samenwerkte. Van Ralph Stanley tot Solomon Burke, ze klopten allemaal aan bij Lauderdale. In 1992 was hij voor de eerste keer in Nederland met Emmylou Harris. Hij nam Buddy Miller mee, die daarna snel carrière zou maken. De uitvoering van Lost In The Lonesome Pines was verbijsterend goed, zoals eigenlijk alles wat hij deed. Enige minpuntje was misschien de ietwat gladde presentatie, maar met de komst van Jesse Dayton als extra gitarist was daar geen sprake meer van.
De absolute klapper van het festival was natuurlijk Jason Isbell, die op primetime in de tot de nok gevulde Grote Zaal anderhalf uur de tijd kreeg om met zijn 400 Unit te bewijzen dat hij die verantwoordelijkheid aankon. Het antwoord was een overduidelijk “ja”. Bijna alle nummers van het laatste album The Nashville Sound kwamen voorbij, gespeeld met een superioriteit die alleen de grootsten kennen. De 400 Unit is een volledig op elkaar ingespeelde band, waarin vooral gitarist Sadler Vaden alle gelegenheid kreeg zich in de kijker te spelen. Prachtig gitaarduel tussen hem en Isbell in het Drive-by Truckersnummer (van Isbell’s hand) Never Gonna Change. Mooi ook dat ze Room At The Top, een cover van Tom Petty, speelden.
Curse of Lono trekt samen met Chuck Prophet door Europa. Vanavond strijkt de band neer in de kelder van de Oosterpoort. Puike rock met scherpe randjes in nummers met een kop en een staart, upcoming American music uit Engeland. Doordat Jason Isbell gelijktijdig in de grote zaal, deze keer geen rij om binnen te komen maar degene die de weg naar beneden vonden genieten volop, een lekker potje rock and roll met stampend orgeltje.
Voor de gitaarliefhebber was het nog niet afgelopen want de 51-jarige Jesse Dayton mocht het massaal opgekomen publiek uitwuiven in de foyer. Door middel van moddervette rock ‘n roll, met een klodder country. Het trio – Dayton wordt begeleid door een drummer en een bassist – haalt alles uit de kast om de vermoeide americanisten in beweging te krijgen. Dat lukt moeiteloos. Nog een keer krijgt hij de toeschouwers aan het zingen in het heerlijke I May Have To Do (But I Don’t Have To Like It). Zo komt er met een brede glimlach een einde aan een fantastische editie van TakeRoot, dat werkelijk alles had.
Foto’s: Peter Hageman
Tekst: John Gjaltema, Peter Hageman, Hugo Vogel
06/11/2017 Permalink
En dan heb je de rest nog niet genoemd en gezien. Het was echt een topeditie.
07/11/2017 Permalink
Eens! Topeditie! Volle teugen genoten! De optredens die ik heb kunnen en willen zien: goed! Hulde aan Cordovas, wat een waanzinnig goede en enthousiaste band! Steve Gunn is een meestergitarist! De drie kwartier was te kort! Andrew Combs kreeg prachtig de kleine zaal stil! Curse of Lono was leuk!
Uitroeptekens, uittoeptekens, uitroeptekens!
07/11/2017 Permalink
“het laatste album Something More Than Free” moet natuurlijk zijn: “het voorlaatste album Something More Than Free” 😉
07/11/2017 Permalink
De Como Mamas waren geweldig! Grappig dat je de uitdrukking ‘opgetild worden’ gebruikt, want dat gebruikte ik zelf ook in relatie tot het concert. ‘I’m high in the spirit’ zei één van de dames tijdens het optreden en zo was het precies. Ik voelde me na afloop schoongewassen. Concert van het jaar voor mij!
07/11/2017 Permalink
Hartelijk dank voor de mooie woorden, Hugo.
Het is een mijlpaal in m’n muziekcarrière, vandaar dat halve A4’tje aan bedankjes. Groet, Joost
07/11/2017 Permalink
“The Nashville Sound” wordt bedoeld, Hans! Aangepast.
07/11/2017 Permalink
Sam Outlaw, de perfecte afsluiter en tevens hoogtepunt van de dag!
07/11/2017 Permalink
De Cactus Blossoms waren voor mij een van de revelaties. Had er nooit van gehoord, maar hun album staat momenteel onophoudelijk op repeat.
Overdreven dat Margo Price een toekomstige ster wordt genoemd? Absoluut mee oneens. Een van de beste shows in de Take Root geschiedenis. Wel mee eens dat de band beter had gekund, maar Price zelf vind ik toch echt wel een fenomeen hoor.
De CD’s van Isbell vind ik altijd wat soft en daarom was ik ontzettend blij met zijn show. Opvallend dat er aan de linkerkant nog plek zat was om te staan. Ik had alle ruimte. Ik dacht van tevoren dat wordt dringen. Niets van dat alles.
Eigenlijk gewoon een perfecte avond gehad. Jammer dat ik Merritt (te laat), Hamon (vol) en Jewell (gelijk met Isbell) moest missen. Maar dat is een luxeprobleem.
07/11/2017 Permalink
Mooie editie weer van dit babyboomer festival. Vooral genoten van Isbell, Price en Sam Outlaw. Geen act in de kelder of binnenzaal kunnen zien helaas.
07/11/2017 Permalink
Mijn hoogtepunten waren de speciale bieren ! 😉
Kwa muziek kreeg ik tranen in mijn ogen van The Como Mama’s……..echt ge-wel-dig!
Ik baalde van de volle kelder……….helaas maar 1 liedjes Baptiste kunnen meepikken.
En Chuck Prophet was zoals atijd fantastisch. Wat een held!
Jason Isbell maakte het mooie dagje helemaal af ! Super mooi, ook het geluid. Bij Hurray vond ik het geluid echt zeer matig eerder die dag. Jesse Dayton vond ik ook wel goed. Was me alleen te arrogant soms. Maar die sound kon de dag wel gebruiken, zeker na wat Kleintjes en IJtjes. 🙂
10/11/2017 Permalink
voor mij waren sam outlaw, the cactus blossoms en andrew Combs de hoogtepunten.
ook jason isbell was goed en secret sisters waren ook zeer indrukwekkend.
eilen jewell vond ik dan weer vreselijk(goede muzikanten,niet mijn muziek)
Prachtig festival en zeer geslaagd!!
12/11/2017 Permalink
Mooi, we zijn het er over eens: Dit was een TOPeditie. Het mooie daarbij is dat de reden waarom per persoon sterk verschillend is. Concluderend kun je dus stellen dat de programmeur(s) het meer dan uitstekend hebben gedaan. HULDE! Het genre binnen ons muzikale verwantschap (alt-country; wat het ook moge zijn) was prima per zaal verdeeld. Voor mij had een dagje FOYER al voldoende geweest, ondanks het feit dat ik Prophet en Cordovas dit jaar al had gezien. Voor wie het weten wil, mijn lijstje: 1.Prophet, 2. Cordovas, 3. Parham 4. Isbell / 4. Americans 6. Hurry (nog steeds een zeventje…). Wat ik al wist, maar werd bevestig…. Combs vind ik echt te zoet….
Mooiste concertdag van 2017!!