John Prine heeft een stem als een krakende schuurdeur. De keelkanker die twintig jaar geleden bij hem werd geconstateerd heeft daar niet eens zoveel mee te maken. Prine zingt al vijftig jaar als een oude man. Alsof hij tijdens de fotosessie voor zijn titelloze debuut uit 1971, waarop hij poseert op enkele pakjes hooi, op een strootje heeft zitten kauwen dat ergens is blijven steken. The Tree of Forgiveness (Oh Boy Records/Thirty Tigers/Bertus) is zijn eerste nieuwe album met eigen nummers in dertien jaar. Op slotnummer When I Get To Heaven kijkt Prine (71) met humor vooruit. Want in het hiernamaals steekt hij een sigaret op van wel negen mijl lang. Prine is opgeruimder dan ooit. En ongrijpbaar. Op Lonesome Friends Of Science verneemt hij dat de wereld vergaat, maar voor hem maakt dat niets uit. Egg & Daughter Nite, Lincoln Nebraska, 1976 (Crazy Bone) is een hilarisch verhaal over boeren die de bloemetjes buiten zetten, waarmee Prine zijn status als meesterverteller van alledaagse taferelen bestendigd. Dave Cobb produceerde The Tree of Forgiveness; het lijkt wel of die man alle albums die er toe doen voor zijn rekening neemt. Met gastoptredens van Jason Isbell, Amanda Shires en Brandi Carlile.
05/06/2018 Permalink
Ik kende John Prine niet, shame on me. Maar The Tree of Forgiveness is briljant en minstens 5 sterren imho.
En nu ga ik de rest van Prines platen afluisteren
06/06/2018 Permalink
Dan zul je aangenaam verrast worden want zijn oude werk is naar mijn mening vele malen beter dan dit album, alleen al omdat er van zijn stem helaas nog weinig over is.
Ik ben om die reden afgehaakt….