Een gedeukte Pontiac uit een voorbij tijdperk, zonder nummerplaat en met een over de grond slepende achterbumper, dat is het vervoermiddel waarmee de Scud Mountain Boys zich over de highways en byways bewegen van Massachusetts en Connecticut. Als je op basis van de afgetrapte auto en bandnaam een stelletje langharige rednecks verwacht, dan kom je bedrogen uit. De Scud Mountain Boys staan op Massachusetts namelijk garant voor fragiele countryliedjes, weliswaar met een niet al te opwekkende lading, maar altijd voorzien van uiterst sfeervol en diepmelancholiek klankbeeld.
Zanger en gitarist Joe Pernice richt in Northampton, Massachusetts in 1991 samen met gitarist en pedal steelspeler Bruce Tull, bassist Stephen Desaulniers en drummer en mandolinespeler Tom Shea The Scuds op. Het kwartet speelt rauwe punkrock en toert extensief door New England, maar is al snel het rondzeulen met apparatuur zat. Liever speelt de band akoestische countryliedjes rond de keukentafel. Maar al snelt verruilt het viertal de keukentafel voor een podium en gaat opnieuw toeren met een vernieuwd repertoire en een nieuwe, niet van ironie gespeende naam: Scud Mountain Boys. Getrouw aan de vernieuwde –akoestische–formule nemen de Scud Mountain Boys hun eerste twee platen –Pine Box (verschijnt als cassette) en Dance The Night Away op in de keuken van Bruce Tull. Begin 1996, binnen een jaar na de release van de beide platen, worden de Scud Mountain Boys getekend door het fameuze Sub Pop-label en gaan de boys in Mike Demings Studio.45, met hulp van producer Tom Monahan, werken aan de door Joe Pernice gecomponeerde liedjes.
Het resultaat, Massachusetts, is het eerste internationale –en dus ook Europese –teken van leven van de Scud Mountain Boys; overduidelijk geen bebaarde rednecks, maar sensitieve jongemannen, muzikaal gevormd door punkrock en country. De veertien liedjes, alle geworteld in een country- en folktraditie, zijn in de kern kampvuurliedjes die gestuurd worden door de stem en gitaar van Joe Pernice; zijn hese en ijle stem –sterk gelijkend op die van Colin Blunstone –sluit naadloos aan op de akoestische toonzetting van de composities. Daarbij zorgen een jankende elektrische gitaar en een jengelende pedal steel voor rake nuances. Massachusetts is een combinatie van melodieuze pop en verstilde country: countryfiedpop, zoals de toepasselijke Britse benaming luidt. Massachusetts is vanzelfsprekend geen grotestadsmuziek, doch is opgebouwd uit introverte en soms wanhopige liedjes die bij uitstek de rurale sfeer van New England verbeelden. Muziek voor bij een kampvuur, gesitueerd in de eindeloze bossen van Amerika’s oostkust. Nummers als ‘In A Ditch’, ‘Big Hole’en ‘Grudge****’–met priemende gitaarsolo –getuigen van een compositorisch vernuft en worden bovendien aangejaagd door de Weltschmertzvan Joe Pernice. Titelnummer ‘Massachusetts’ is een gracieus popnummer en ‘Knievel’, met daarin ongetwijfeld Evil Knievels levensmotto: I’m only free when I’m flying, is de indrukwekkende afsluiter. Maar het prijsnummer van de plaat is ‘Lift Me Up’, een slepende countryrocksong in de beste Neil Young-traditie die bovendien de algehele atmosfeer van Massachusetts treffend neerzet; die van een roadmovie zonder happy end.
Met Massachusetts hebben de Scud Mountain Boys een van de betere cd’s van 1996 gemaakt en bewijzen ze een welkome toevoeging te zijn aan de ontkiemende alt.countrymovement. Massachusettsis een geladen en tegelijk ingetogen klein meesterwerk en behoort aldus tot het beste dat Sub Pop heeft uitgebracht in het post-grungetijdperk. De internationaal lovende recensies blijken overigens voor Joe Pernice geen reden om voort te bouwen aan het Scud Mountain Boys-bouwwerk: binnen twee jaar verschijnt Overcome By Happines, het debuut van The Pernice Brothers.
In A Ditch / Scratch Ticket / Penthouse In The Woods / Grudge**** / Big Hole / Van Drunk / Lift Me Up / Liquor Store / A Ride / Holy Ghost / Cigarette Sandwich / Massachusetts / Glass Jaw / Knievel
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie