Maniakale zang. Morbide teksten. Een marimba. Een piepende sax. Een ronkende gitaar. The Flesh Eaters zijn terug. Het eind jaren 70 opgericht collectief uit Los Angeles rond punkdichter Chris D. (Desjardins) presenteert I Used To Be Pretty (Yep Roc/V2) in de bezetting van A Minute To Pray, A Second To Die, een album uit 1981 dat als hoogtepunt wordt beschouwd. Dood zijn ze nog niet! Dus scharen Dave Alvin, Bill Bateman (beiden Blasters), John Doe, D.J. Bonebrake (beiden X) en Steve Berlin (Los Lobos) zich weer rond D., die mag grommen en huilen. Met uitstoten als een bot scheermes. En als hij echt zingt, dan is het als een marathonloper buiten adem. The Flesh Eaters bieden een en al donkere verleiding en echt niet alleen op opener Black Temptation. Zangeres Julie Christensen (de ex van D.) kon de verleiding niet weerstaan en is er ook weer bij. She’s Like Heroin To Me schreeuwt D., een nummer van Jeffrey Lee Pierce (Gun Club) met wie hij vaak samenwerkte. De Beefheartiaanse cowpunk van The Flesh Eaters staat nog altijd op eenzame hoogte. Door die zang dus, maar ook door de verzengende gitaarerupties van Alvin, de scheurende saxstoten van Berlin en de ongebruikelijke toevoeging van de marimba van Bonebrake. De percussionist speelt ook nog in enkele jazzensembles en een symfonieorkest, echt waar! Het merendeel van het materiaal op I Used To Be Pretty betreft remakes van nummers uit het verleden. Overbodig? Nee; de band speelt met een overdonderende zeggingskracht. Gekweld. Getergd. Als hazen op de vlucht. Op de ruim 13 minuten lange, slepende afsluiter Ghost Cave Lament huilt Christensen mee met D. en wordt het bijna punkflamenco. Naast She’s Like Heroin To Me van Gun Club zijn de andere covers op deze sterke comeback Cinderella van Sonics en The Green Manalishi, dat Peter Green in 1969 schreef voor Fleetwood Mac.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie