Wanneer Texas Piano Man (New West) het debuut van Robert Ellis zou zijn geweest, dan was deze recensie waarschijnlijk nooit verschenen op een site voor altcountry muziek. Waar eerder een working man ethos vergelijkbaar met die van Bruce Springsteen of Joe Strummer de rode draad vormde in de muziek van de Houston native, klinken nu echo’s van het werk van Billy Joel, Ben Folds en zelfs Elton John door. De (alt)country is dan ook vaak ver te zoeken op dit nieuwe album behalve natuurlijk in de fantastisch kitscherige cowboy-outfit die Ellis op de cover draagt. Alhoewel je een aantal van de songs met een fikse dosis fantasie nog wel country noemen kan, komt dat vaak alleen omdat we weten dat we te maken hebben met iemand die zijn sporen in die stroming ruimschoots verdiend heeft. En, eerlijk is eerlijk, het is vaker de kitsch dan de cowboy die uit de speakers knalt.
Loont het dan wel – voor de gemiddelde altcountry-liefhebber – de moeite dit album te beluisteren? Ja, want knallen doet het wel degelijk en ook de kleine liedjes zijn veelal van een bijzondere schoonheid.
Natuurlijk, je moet wel van pianoballads houden en je moet je beeld van Robert Ellis als de ingetogen troubadour loslaten om de bombast van zijn grand piano-album op waarde te schatten. Maar zodra je dat doet valt er veel te ontdekken en heel veel te genieten.
Eén van de eerste dingen die mij opvielen was dat Ellis’ vaak nogal doordringende stem veel beter tot zijn recht komt op de door vleugel ondersteunde songs dan op zijn oudere gitaarwerk. Ook zijn humor komt hier veel beter uit de verf en het lijkt erop dat Ellis tegelijk met het aantrekken van zijn witte kostuum zijn zwartgalligheid de vrijheid heeft gegeven. In tracks als Passive Aggressive en Fucking Crazy klinkt een songwriter die directer, komischer en eerlijker de wereld tegemoet treedt dan ooit te voren. De outfits zijn dan misschien wat theatraal, de man zelf is er alleen maar authentieker op geworden. Natuurlijk, naarmate muzikanten geestiger worden bestaat er altijd het risico dat ze doorslaan, ik noemde niet voor niets Ben Folds eerder in deze recensie, en helaas valt Ellis op Texas Piano Man een aantal maal in dezelfde valkuilen als Folds steeds maar weer lijkt te doen. Vooral bij het luisteren naar Nobody Smokes Anymore krommen mijn tenen zich iedere keer weer in mijn schoenen. Want, laten we eerlijk zijn, “No one has fun anymore, Everyone acts like they wanna live forever, And nobody smokes anymore, The last years of your life are so shitty anyway” zijn lyrics die je verwacht op een album van Blink 182. Die horen niet thuis horen in het repertoire van iemand die ooit de lampen van een chemische fabriek zo mooi bezong dat het wel een vakantiebestemming leek.
Gelukkig werken de eenvoudige directe, bijna naieve teksten, vaker wel dan niet. Bijvoorbeeld in het ingetogen Let Me In en het swingende Aren’t We Supposed To Be In Love.
Mis ik de oude Robert Ellis? Zeker. Denk ik dat Texas Piano Man een waardig vervanger is? Soms wel, soms niet. Maar ik weet wel dat ik niet kan wachten om te horen hoe Ellis de beide zijden van zijn songwriterschap gaat verenigen op zijn volgende album, want zelfs wanneer Texas Piano Man niet het album voor de gemiddelde alt-country fan is draagt het wel een enorme belofte in zich. De belofte van een muzikant die zichzelf bevrijdt heeft van het imago dat zijn eerdere werk gecreëerd heeft en wiens volgende album wel eens het meesterwerk kan zijn dat hij al zo lang in zich draagt.
18/04/2019 Permalink
goede recensie. voelde ook op het eerste gehoor wat weerstand maar na meerdere luisterbeurten was ik toch weer onder de indruk van zijn sterke stem en mooie liedjes. Ben erg benieuwd naar zijn volgende!
18/04/2019 Permalink
Mooie recensie, waarin de tegengestelde gevoelens goed naar voren komen.