De tenor banjo van Kelly Hunt is al ruim honderd jaar oud. Tijdens de Grote Depressie zorgde het instrument al voor wat afleiding als het bespeeld werd door ene Ira Tamm. In de koffer waar Hunt de banjo aantrof zat een briefje waarin iets over dat verleden stond. Het past mooi bij de sound van Even The Sparrow (Rare Bird Records), want Hunt sluit net als Gillian Welch aan op oude tradities. Die banjo waarmee Tamm van 1920-1935 rondreisde in zijn ‘dog and pony show’ heeft een bijzonder geluid. Helder en hoog, maar toch met een warme klank; anders dan de meeste banjo’s. De artieste uit Kansas City, Missouri, groeide op in Memphis, Tennessee, als dochter van een operazangeres en een saxofonist. Muziek was alom aanwezig. Op Even The Sparrow trekt ze als een moderne traditionalist het spoor door. Ze leerde zichzelf het vak van songschrijven en arrangeren, waardoor ze nergens teveel leunt op oude voorbeelden. De zang van Hunt kan behoorlijk doordringend zijn (Sunshine Long Overdue). Op het titelnummer tikt zelfs het musje tegen de trommelvliezen. Het is folk met een treurige fiddle. Op Back To Dixie gaat het voort met een golvende melodie met lichte tegenzetjes van wederom die fiddle van Stas Heany. Die zorgt op percussie, staande bas en orgel voor zowel wat tegenwicht als harmonie. Tyler Giles is op gitaar en pedal steel een van de andere gasten. De vocalen van Havilah en Kris Bruders brengen afsluiter Gloryland naar oude gospel, terwijl Delta Blues met een handdrum tot ons komt als een worksong van de katoenplantage. Die afwisseling in de composities is beslist een van de sterke punten van dit album.
03/06/2019 Permalink
Eén van die platen van 2019 waar ik zeer veel plezier aan beleef, en heb geleefd.