Walking In The Wild (CRS/Continental Europe), het derde album van Point Quiet, is gestoken in een eenvoudig zwart klaphoesje. In veel nummers wordt ook de avond of de nacht genoemd. De nacht als de tijd dat je wakker ligt en je leven kan overdenken, de nacht als tegenhanger van de dag waarop er weer nieuwe hoop is. Want Walking In The Wild is dan wel een album met stemmige nummers, een somberstemmend geheel is het echter geenzins. De americana van deze Nederlandse band (waarover we hier eerder uitgebreid schreven) is nauwgezet en kalm, geen slordigheden maar niet glad. Er wordt zorgvuldig gemusiceerd. Waar banjo nodig is, hoor je banjo. Waar een trompet nodig, is hoor je een trompet, etc. Op deze nieuwe plaat bestaat Point Quiet uit oudgedienden Pascal Hallibert (zang, gitaar), Hans Custers (bas), Simone Manuputty (viool) en Jan van Bijnen (van alles). Nieuw is trompettist Joost Verbraak, die op dit album de plaats van drummer Daan van Diest heeft ingenomen (en die ook met Van Bijnen een duo vormt). Door die toevoeging doet de muziek wat denken aan het werk van Calexico. Prachtig is Lonely Nights dat begint als een Townes van Zandt-achtig nummer, maar dat openwaait door de serene trompet en de vreemde vertragende achtergrondzang. Van eenzelfde schoonheid is ook het wat droevige The Distance, waarop Van Bijnen een hoofdrol heeft. Album heeft meerdere draaibeurten nodig maar dan heb je ook wat.
09/07/2019 Permalink
Mooi verwoord!