Carson McHone kreeg zo’n half uur om haar talent te tonen, afgelopen dinsdag als support van The Felice Brothers in de Tolhuistuin. En dat deed zij ingetogen, doch met verve. Songs van haar album Carousel (2019), zoals het indringende Drugs, maar ook met een aantal nieuwe songs. Eén daarvan schreef zij kortgeleden, ergens in Zweden, een liedje geïnspireerd op de podcast van Josh Clark: The End Of The World. De Texaanse was al eerder met band in de aanpalende Tuinzaal te zien, en gelijk aan die keer wist zij ook nu te overtuigen.
Zo even na negen uur was het aan The Felice Brothers. Ook zij waren voor betreft Nederland niet aan hun proefstuk toe. Verre van zelfs, want eind 2009 schreef deze site al over het eerste optreden van The Felice Brothers in Nederland; dat debuut was indertijd in de bovenzaal van het Paradiso-hoofdkwartier. Een van de conclusies van weleer was: ‘er is iets aan The Felice Brothers dat het publiek bijzonder aanspreekt’. Dat bleek nu opnieuw, dit gemeten naar de opkomst én ook aan de reacties vanuit het publiek. Een van de eindconclusies van elf jaar geleden was echter ook dat indertijd niet alles klopte, die avond. Een gebrek aan goeie liedjes, ook. Wellicht mede te wijten aan het gemis van de toen juist uit de band gestapte Simone Felice, was toen een vaststelling.
Welnu, Simone Felice is nog immer niet op zijn schreden teruggekeerd, maar deze keer klopte het wel. Dankzij de overgebleven broers Ian & James, de vaste waarden, maar eveneens omdat zij tegenwoordig in de rug gesteund door een ritmesectie bestaande uit Jesske Hume (bass; bgv) & Will Lawrence (drums; bgv). Een ander verschil was uiteraard de setlist, want sinds eind 2009 brachten The Felice Brothers zo’n vijf albums uit, met Undress van vorig jaar als laatste worp. Vrij logisch dat de setlist nogal wat songs van deze release bevatte, zoals Holy Weight Champ; Hometown Hero alsook het fraaie Days Of The Years. Met de liedjes klopte het deze keer derhalve wel. Het was een evenwichtige set die een vrij volle zaal kreeg voorgeschoteld. Evenwichtig, maar eveneens soms prettig onvast & rammelend. Hard was het ook, maar dat stoorde geenszins. Zoals ergens opgetekend na afloop: het optreden had absoluut een zekere charme.
De heren & dame hielden er dan ook van meet af aan een behoorlijke vaart in. Een tempo zonder veel verbindende teksten. Dat kwam pas na zo’n song of zeven, op het moment dat James Felice zich hardop afvroeg hoelang het nou geleden was, dat zij in ons land waren; volgens de daaropvolgende reacties zou dat zeven jaar kunnen zijn, maar ook het getal vier werd genoemd. James tikte dit als een volleerd mediator dan maar op 5 ½ jaar af. Zolang hoeft Nederland nu overigens niet te wachten, want op 17 juni zijn ze alweer terug: in Utrecht. James Felice onderscheidde zich sowieso als de spreekbuis. Hij is én blijft de meest extraverte van de broers. Uitbundig in zijn spel (accordeon; toetsen) en zang.
Ian Felice oogt nog immer vrij introvert, hoewel soms een ‘gemeen’ lachje van zijn gezicht viel af te lezen. Ian is dan wel minder uitgelaten, ook hij had het ogenschijnlijk best naar zijn zin. In 2009 sprong de presentatie er ook niet uit, maar waar dit toen als storend werd ervaren, daar was het nu zeker geen probleem. The Felice Brothers toonde zich dan weer wel weer af en toe een partyband, maar de afwisseling zorgde ervoor dat het feestje nergens te uitbundig werd, ontspoorde.
Waar in 2009 als te wisselvallig werd ervaren, daar was het deze keer dus evenwichtiger. Met het karakteristieke stemgeluid van Ian én met een gepassioneerd spelende James in de hoofdrollen, met Hume en Lawrence als een gedegen basis. Fijn en goed optreden van The Felice Brothers.
Foto’s Peter Hageman
10/02/2020 Permalink
De gebroeders Felice toonden tijdens dit concert (helaas) aan dat zij, om het diplomatiek uit te drukken, bepaald geen geweldige zangers zijn.
11/02/2020 Permalink
Raak concertverslag wat mij betreft. Tot de hoogtepunten reken ik zelf ook het ontroerend mooie piano/accordeon duet Nail It On The First Try. De onvaste zang van vooral Ian is volgens mij een van de karakteristieken van de groep en zit niet in de weg. Wel ben ik van mening dat de kwaliteit het concert behoorlijk te lijden had onder een helaas weinig bekwame of in beroerde vorm verkerende (niet met de band meereizende) geluidsman. De goede man had veel oog voor alle knopjes maar nauwelijks oor voor wat er daadwerkelijk klonk. En nam ook zelden de tijd even te kijken, luisteren en oordelen. En dus bleef het (letterlijk) halen en brengen, want het hele concert lang verdwenen er partijen nagenoeg in het niets of denderden ze juist alles voorbij. Jammer: The Felice Brothers verdienden beslist beter.