Op de website van Wade Parks staat helemaal onderin naast zijn mailadres de tekst: ‘There will be no bad talk or loud talk in this place’. Kenners weten dan direct dat we deze Parks in Lubbock, Texas, kunnen situeren. Het is een verwijzing naar een bordje dat hing in het restaurant Stubbs BBQ. Het is te zien op een foto op de achterkant van het titelloze debuut van Joe Ely, die bevriend was met eigenaar C.B. Stubblefield. Met het vorig jaar verschenen Guarding The Old Ways (eigen beheer) introduceren we Wade Parks op deze site en nemen tegelijk diens album Tillers (eigen beheer) uit 2012 mee. Parks komt oorspronkelijk uit Houston, maar voelt zich al jaren helemaal thuis in West Texas. Beide albums werden opgenomen in Route 1 Acuff Studios, waar persoonlijke favoriet Cary Swinney ook zijn drie formidabele albums opnam. Na Big Shots uit 2005 verscheen er helaas geen nieuw werk meer van hem. Volgens Parks is Swinney echter nog altijd actief, dus we blijven hopen.
Ondertussen hebben we eerst deze twee alleraardigste albums. Een fiddle opent Keys, waarmee Guarding The Old Ways begint. Het begin heeft een indiaanse sfeer en verder is het een typisch gevalletje panhandling. Oftewel: een liedje voor onderweg. Dancing Girl brengt een cajun fiddle en steelgitaar in stelling. Op Me Destruyes zingt Parks in het Spaans en de manier waarop hij dat doet houdt het midden tussen Bob Dylan op Desire en een flamencozanger. Met een fraaie treurige fiddle van Matthew McLarty (tevens mondharmonica, mandoline en tweede stem). Direct The Wind is een snel liedje. En natuurlijk, die wind mag niet ontbreken op een album uit Lubbock. Op I’d Be Lonely stuitert Parks (zang, akoestische gitaar) tussen een vliegreis naar de maan en de modder van New Mexico. Op Yesterday In Utah ziet hij de sneeuw liggen op een op een heuvel liggende begraafplaats. Op The Water Cycle Song heeft hij het over een ‘hydrological battle’ en ‘ecological alibi’. Na veertien studionummers horen we Parks in het Cactus Theater van Lubbock tijdens een live opgenomen a capella uitvoering van Two Trembles, waarin hij verhaalt over de hippies van Kerrville.
In zijn werklaarzen gaat Parks op Tillers direct lekker van start met een vlotte melodie waarop wat gruis ligt (Old Dirt Road). De stem van de Texaan is overigens zonder rasp, nogal netjes eigenlijk. Een dobro en fiddle voeren de boventoon. Three Riders worden ontvangen met hondengeblaf. Tillers (Flight o’ the Farmers’ Delight) handelt over het barre landschap van West Texas en hoe er te overleven. Met mandoline. BBQ Song leunt zwaar op bas. Het is een liedje over het restaurant van Stubbs en over alle musici die er altijd welkom waren. Van de twaalf liedjes op dit album zijn er drie in het Spaans. Op Cada Vez levert dat een geluid op als Walter Salas-Humara. El Sueño de Mis Lágrimas is tex-mex met trompet. La Lucha del Pasillo is de sterke afsluiter van een acht jaar oud album dat nog alleszins de moeite waard is om te ontdekken.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie