Bank en bloed. Duivel en dollar. Het zijn de ingrediënten van God’s Only Son. Het begint met wat fluiten als bij een eerste camerabeweging in een western. Het gaat over een ontmoeting met een indiaan en het besluit een bank te overvallen. Geweldig eerste nummer van Shadow Land (Flour Sack Cape Records), het in april verschenen nieuwe album van Ben De La Cour. De Amerikaan verliet Nashville om op te nemen in Winnipeg. Hij wil namelijk niet alsmaar door bekende straten lopen. Hij wil avontuur. Zich niet blijven herhalen. Hij wil het op zijn eigen manier doen en producer Scott Nolan hielp hem daarbij. High Heels Down The Holler gaat over een jongen bij de Texaco die op zoek is naar wat vertier op een vrijdagavond. Of de krassende viool en bluesy slidegitaar daarvoor zorgen? De meeste liedjes gaan over verlies en levens die (dreigen te) ontsporen. Levens die zich afspelen in Shadow Land dus. Het is een harde wereld. Zakelijk. Kil. Vooral in New York, zo blijkt op In God We Trust… All Others Pay Cash. De La Cour is geen singer-songwriter die naar zijn navel zit te staren. Op Basin Lounge rockt hij als een wildeman. Het begint bijna als Status Quo. Daarna krijgen de pianotoetsen er van langs alsof Jerry Lee Lewis aan het donderjagen is. Een nummer dat ook op Musta Notta Gotta Lotta van Joe Ely had kunnen staan. Swan Dive is daarna een rustmoment. Harmless Indian Medicine Blues is rauwe blues zoals Jake LaBotz het ook brengt. Een stevige aanrader.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie